maandag 30 januari 2012

Bonita Avenue

De vuurwerkramp in Enschede lijkt een voorafspiegeling van de rampspoed die Siem Sigerius en zijn familie zal treffen. ‘Misschien is het een wet dat een dreun van die omvang onvoorziene mechanismen in werking stelt, schokgolven voortstuwt die op hun beurt grillige ontwikkelingen veroorzaken, misverstanden creëren, beslissingen forceren’. Met deze apocalyptische woorden leidt Peter Buwalda het verhaal in over Siem Sigerius, rector magnificus in Enschede. Een verhaal met onverwachte pieken en desastreuze dalen.

Buwalda sleept je voortdurend mee in zijn doordenderende verhaal. Hij is zeker in zijn woordkeus en zijn schrijfstijl verraadt geen enkele twijfel. Alsof het niets is, lanceert hij de mooiste beeldspraken zonder geforceerd over te komen. Het einde van Sigerius kondigt hij ruimschoots van tevoren aan, maar toch blijft het spannend dankzij het gedoseerde prijsgeven van stukken van het verhaal.
Bonita Avenue (2010) staat voor de straat waarin Sigerius en zijn gezin in het zorgeloze Californië een tijdlang wonen. Deze straat heeft hij  met zorg gekozen want zijn dochter Joni vond  ‘Bonita’ zo’n leuk woord. Achteraf beschouwd was het de glorietijd van het gezin. Sigerius woont er met zijn tweede vrouw, Tineke en haar twee dochters. Zelf is hij op wonderbaarlijke wijze van verongelukt judoka verworden tot universitair wiskundige. Sigerius was een bruisend vat vol energie in hun Amerikaanse tijd en een modelvader voor zijn twee stiefdochters. Maar hoe lang gaat dat goed?

Met zijn universitaire betrekking en later als minister van Onderwijs, is hij zijn afkomst aardig ontgroeid. Als hij de hand van Tinekes vader, de wiskundeleraar die zijn talent ontdekt drukt, merkt hij dat deze niet eeltig is, zoals een judohand, maar ook anders dan de handen van de familie van zijn eerste vrouw, ‘die klam waren en beefden als er geen fles in zat.’ Met deze vrouw heeft hij nog een zoon, Wilbert, die nogal ontspoord is en rancuneus tegenover zijn vader met de successen in zijn leven. Als hij zich na zijn gevangenschap begint te roeren, wordt dit uiteindelijk de ondergang van Siem Sigerius. Maar ook zijn oudste stiefdochter draagt hieraan onbedoeld haar steentje bij.      
Zoals hij Tineke bewondert om haar creativiteit en scheppingsdrang, haar manier om controle te houden, zo komt hij uiteindelijk tot een gruweldaad waarvan hij denkt dat hij nu eindelijk eens iets dóet in zijn leven in plaats van afzijdig te blijven. Deze daad sleept hem echter nog dieper mee de afgrond in. Peter Buwalda weet dit alles doorleefd en levensecht weer te geven en heeft hiermee een waanzinnig goed debuut neergezet!

zaterdag 21 januari 2012

Peter Buwalda spreekt

In zijn sjofele spijkerbroek, eenvoudige t-shirt en lichtgrijze jasje verschijnt Peter Buwalda voor zijn publiek. Hij praat honderduit over zijn boek,  alsof hij niet anders gewend is. Terwijl hij toch vier jaar lang in relatieve afzondering aan zijn debuut ‘Bonita avenue’ (2010) heeft gewerkt. Vier jaar waarin hij enkele vrienden af en toe zag en naar de tandarts ging en zich verder weinig buitenshuis begaf. Nu is het de tijd dat hij zich ‘binnenstebuiten keert’, zoals hij het zelf noemt. Het verhaal wat zolang in zijn hoofd heeft gezeten zonder dat iemand er wat van wist, is nu bij een groot publiek bekend. Als hij het nu over Siem Sigerius heeft, weten al die mensen die naar zijn lezingen komen en meer, over wie hij het heeft.

Zijn omgeving heeft zich tijdens zijn schrijfperiode zich wel eens afgevraagd of hij eigenlijk wel aan het schrijven was, vertelt hij. Hij liet in het begin tussendoor niemand iets lezen en het duurde zo lang dat ze eraan begonnen te twijfelen. Hij benadrukt dat elke schrijver  zijn eigen manier van schrijven heeft. Zelf is hij bij dit boek uitgegaan van een verhaallijn en heeft daar zijn personages bij gezocht.

Toch is het niet alleen een plot gedreven verhaal, de psychologie van de karakters is ook goed uitgewerkt. Deze schijnbare tegenstrijdigheid bleek ook uit de prijzen waarvoor zijn boek genomineerd was. Dit betrof zowel prijzen in de hoek van de thrillers als in de literaire hoek. Hij is eigenlijk wel blij dat hij, ondanks de vele nominaties, nog geen gevestigde literatuurprijs heeft ontvangen. Wel heeft hij twee debutantenprijzen gewonnen. Dat is een goede stimulans om door te gaan.

Angst voor mislukking vormt een goede motor om te schrijven, zo ondervindt Buwalda. Zo was het  bij zijn debuut en zo voelt het ook nu weer voor zijn tweede boek. Tijdens zijn eerste boek had hij nog geen idee waar het volgende over zou moeten gaan. Hij maakte zich daar wel een beetje zorgen over omdat andere schrijvers vaak meer dingen tegelijkertijd in hun hoofd hebben. Maar op het moment dat hij als laatste woord in zijn debuut ´godverdomme´ toevoegde, kreeg hij ineens een idee voor zijn volgende boek!         

Door alle promotieactiviteiten heeft hij nu geen tijd om te schrijven , dat vindt hij wel jammer. Hoewel hij toch ook wel behoorlijk goed in zijn element lijkt te zijn in gesprek met zijn publiek. Hij gaat niet vertellen waar zijn tweede boek over gaat. ´Voor je het weet, staat het de volgende dag op internet!´

zaterdag 14 januari 2012

Dit is geen recensie

‘Dit boek is misschien geschikt voor intellectuelen, maar te hoog gegrepen voor huisvrouwen en zeevarenden.’ Hiermee illustreert Elsbeth Etty dat je in een recensie vooral geen onderscheid moet maken tussen de diverse lezers van een boek. Ze geeft meer van dit soort rake voorbeelden in haar korte essay ‘ABC van de literaire kritiek’ (2011). Ze stelt dat er niet zoiets als een standaard recept voor een recensie bestaat, maar dat er wel een aantal richtlijnen voor een goede recensie is te geven.  

Zo dient volgens haar niet meer dan een kwart van een recensie de inhoud van een boek samen te vatten. Verder moet de recensent zoveel mogelijk om het te bespreken boek heen lezen om het goed in de context te kunnen plaatsen. Ook moeten clichés vermeden worden, zoals ‘page turner’ of ‘feest der herkenning’! En zij mag het zeggen, want ze is bijzonder hoogleraar Literaire kritiek.

Zelf houd ik al sinds een paar jaar mijn weblog ‘Mooie boeken’ bij, sinds kort in een andere vorm. Ik hang in mijn boekbesprekingen erg aan het verhaal  van een boek. Vervolgens geef ik kort mijn mening over hoe de schrijver het volgens mij heeft verteld. Met enig geluk komen daarbij ook nog de stijl en context aan de orde, die volgens Etty een groot deel van een recensie vormen. De recensenten van nu mogen dan geen kunstpausen meer zijn, ze moeten in Etty’s optiek wel een objectief en toch persoonlijk oordeel geven over de literatuur.  Het dus is allemaal nogal hoogstaand en verantwoordelijk werk.     

Het leuke van haar boekje is dat Etty haar collega recensenten en zichzelf niet spaart. Zo had Arjan Peters in 1999 ‘De procedure’ van Mulisch uiterst negatief beoordeeld, om zich vervolgens als jurylid  van de Libris literatuurprijs aan te sluiten bij het juryrapport dat het ‘grootse literatuur’ betrof. Zelf werd ze eens door Jeroen Vullings in een recensie laag neergezet. Dit soort gossip in recensentenland maakt het essay luchtig en leesbaar, terwijl het ondertussen toch om een serieuze zaak gaat, die zinnig wordt belicht.

Het  moge duidelijk zijn dat hetgeen je nu leest geen recensie betreft, maar een persoonlijke boekbespreking over een lezenswaardig essay!

dinsdag 3 januari 2012

De grote Joseph

Het verhalendebuut van Anneloes Timmerije, ‘Zwartzuur’ (2005), werd met veel lof ontvangen. Het werd beloond met de Vrouw & Kultuur debuutprijs en sleepte daarnaast nog enkele nominaties in de wacht. Haar familiekroniek ‘Indisch zwijgen’ kreeg wat minder aandacht, maar in 2010 verscheen ‘De grote Joseph’, een dijk van een boek.

In dit verhaal krijgt Lila te maken met bizarre gebeurtenissen als ze op zoek gaat naar het verleden van haar vermiste moeder. Op Lila’s verjaardag komt Carine, haar moeder, niet opdagen. Lila houdt het enige tijd vol om te denken dat ze wel weer zal verschijnen, totdat haar lichaam gevonden wordt. Carine blijkt er een geheime geschiedenis op na te hebben gehouden.  
Anneloes Timmerije weet de spanning goed te doseren. Na de dood van Carine volgen we Lila naar Frankrijk waar de broer van haar moeder, Joseph, woont en waar broer en zus oorspronkelijk vandaan komen.  Joseph kan niet meer praten maar lijkt nog wel bij de tijd. Hij verblijft in een mannenhuis waar mannen terecht kunnen voor wie de maatschappij te snel gaat. Met veel liefde en geduld probeert ze hem weer aan de praat te krijgen over het verleden van hem en haar moeder. Ook gaat ze te rade bij de inwoners van hun oorspronkelijke woonplaats waar ze op veel weerstand stuit.

Waarom heeft haar moeder haar oom in Frankrijk achtergelaten toen ze naar Nederland vertrok? Waarom heeft ze haar naam veranderd? Wat is er in hun woonplaats in Frankrijk tijdens de oorlog gebeurd? Wat houden de dorpsbewoners achter? Langzaam ontvouwt zich een bewogen geschiedenis, niet alleen van de familie van Lila, maar ook van het dorp in Frankrijk. De schrijfster houdt je tot het laatste moment geboeid door telkens een beetje meer weg te geven van het wezen van het verhaal.  
Anneloes Timmerije gebruikt meermalen mooie one-liners, zoals bijvoorbeeld: ‘Als je niet zoekt, is er alleen wat je denkt te weten’ en over de onmacht van oom Joseph om zich uit te drukken: ‘Alsof ik te Sotsji aan de Zwarte Zee in het Tsjerkessisch moet uitleggen wat ik doe voor de kost.´ Ze heeft een verkwikkend taalgebruik  en weet bovendien de nuance te bewaren, ook als het gaat over ´goed of fout´ in de oorlog. Een boek dat je, in een bizar maar geloofwaardig verhaal, meevoert naar een onheilspellend einde.