dinsdag 19 februari 2013

Staat van zijn

Een hoofd vol met watten, een verstopte neus en een pijnlijke keel vormen geen ideale  staat van zijn om  te schrijven. Dus wordt vervolgd, op enig moment!

zondag 10 februari 2013

Ontwikkelingen

Ik ben bij het schrijven van mijn grote verhaal op een punt beland waarop dingen zich beginnen te ontwikkelen. Dat stuwt de vaart van het verhaal, maakt het ook leuker om het te schrijven. Ik ga nu naar de kern en kan op de weg er naar toe alvast kleine speldenprikjes geven die lichtjes vooruitwijzen naar datgene wat komen gaat. Als je het thema van je verhaal hebt bedacht, komt het schrijven daarnaar toe feitelijk neer op een grote omtrekkende beweging.

Net zoals ‘Tonio’ van A.F.Th. van der Heijden eigenlijk één grote omtrekkende beweging is. Het gaat om het dodelijke ongeluk dat zijn zoon kreeg en dat is de lezer  van het begin af aan duidelijk. De kunst van de schrijver was nu om daar een verhaal omheen te bouwen. Dat heeft hij zo goed gedaan, dat hij, ook al weet de lezer waar het heen gaat, toch een zekere spanning opbouwt. Je wilt weten hoe het verder gaat, wat hij en zijn vrouw nog meer ontdekken, waar het eindigt. En dat is wel het mooiste wat Van der Heijden in zijn requiem heeft gedaan; afsluiten met een eerbiedig bezoek aan de kamer van Tonio door het meisje dat waarschijnlijk op het punt stond zijn vriendin te worden.

Zo blijkt maar weer dat een ingewikkelde plot geen must is voor een goed verteld verhaal. Het gaat om de manier van vertellen. Ik wil niet zeggen dat ik mijn manier al helemaal in de vingers heb, maar ik ben wel hard op weg om mijn omtrekkende beweging de goede kant op te sturen!  

zondag 3 februari 2013

Inspiratie

Een Congolese Tsjech schreef een boek dat zich afspeelt in het Praag van de twintigste eeuw. Het is een liefdesverhaal tegen de achtergrond van de Tsjechische geschiedenis. Een man en een vrouw zijn elkaar zeer toegewijd totdat de oorlog hen uit elkaar drijft. Daarna houden ze zolang afstand totdat het te laat is. Het verhaal is mooi, het gegeven is mooi, de schrijver is vast hyperintelligent, maar het is teveel van het goede. Het verhaal barst uit zijn voegen, er is teveel informatie, het is te druk in dit boek. Het lijkt willekeurig ergens te beginnen en het einde heeft geen logische plek. Te lang lijken het losse verhalen, voordat er onderlinge verbanden verschijnen. De dialogen zijn meeslepend en met vlagen las ik met gretigheid en met vlagen irriteerde me de schijnbare zijpaden.

Dit boek plaatst me voor een dilemma. Het is niet onverdeeld goed, maar zeker ook niet slecht. Af en toe is het met vaart geschreven en dan weer raak je als lezer de chronologie kwijt. Er zit heel veel verbeeldingskracht in en inleving in bepaalde situaties. Toch gaf het me uiteindelijk niet een goed gevoel. Terwijl toch zowel de dingen van alledag als de achtergrond van een land aan bod kwamen.
Hieruit blijkt denk ik dat je als schrijver niet moet vergeten je lezer mee te nemen voordat je de diepte ingaat. Eerst moet er de noodzaak zijn iets te vertellen, dan pas wordt het interessant. En de volgorde hoeft niet per se chronologisch te zijn, als deze maar logisch is en de spanning onderstreept. Geen gemakkelijke opgave, maar wel iets om rekening mee te houden als je wilt dat je verhaal gelezen wordt. Het boek heet trouwens ‘Een liefdesbrief in spijkerschrift’ en is geschreven door Tomás Zmeskal.