zaterdag 28 september 2013

De mooiste kleur die niet bestaat

Debutant Maartje Laterveer levert met ‘De mooiste kleur die niet bestaat’ een volwassen roman af over een Oost Duitse vrouw voor en na de val van de muur. In het verhaal schakelt ze heen en weer van Oost naar West en van voor naar na de Wende. Al wordt alles heel terloops beschreven, er gebeuren toch zeer wezenlijke dingen. De schrijfster weet de lezer zich ervan bewust te maken wat de geschiedenis voor invloed kan hebben op je persoonlijke leven.   
Julia heeft zich ontworsteld aan het leven in Oost Berlijn en leeft een relatief luxe leven met westerse man en kind in Amsterdam. Als zij voor haar werk als journalist terugkeert naar Berlijn, wordt haar eens te meer duidelijk wat de prijs is geweest die ze heeft moeten betalen voor haar vrijheid.

Julia had een heel goede band met haar zus, maar heeft haar verloren tijdens het oude regime. Ze gaven altijd een kleur aan niet tastbare dingen. Alleen vrijheid had in hun ogen geen kleur. In elk geval geen kleur die je zelf kunt kiezen, de mooiste kleur die niet bestaat.

Alexander, haar grote liefde uit Oost Berlijn, komt haar na haar vlucht niet achterna, zoals ze hadden afgesproken. Ze is dan wel vrij, maar een grote illusie armer. Dit is des te wranger als ze bij terugkomst ontdekt hoe het werkelijk is gegaan. Wat waren leugens en van hoe dichtbij kwam het verraad? Wie heeft zich afgekeerd van wie?

Julia voert met Alexander moeizame gesprekken in het huidige Berlijn, die alle zekerheden onder haar vandaan trekken. Ook Alexander heeft een nieuw leven met vrouw en kind. Toch trekken ze elkaar nog steeds aan. Maartje Laterveer weet de spanning tussen beiden intens voelbaar te maken. Je begrijpt als lezer ook de uiteindelijke keuze die Julia maakt voor de toekomst. Een mooi verhaal over hoe eens diep met elkaar verbonden levens uit elkaar kunnen lopen, ingebed in de recente geschiedenis.  

zaterdag 14 september 2013

Dorst

Esther Gerritsen schrijft in haar laatste boek weer met onderkoelde toon over een absurde relatie. Ditmaal de relatie tussen moeder en dochter vanaf het moment dat de moeder ernstig ziek blijkt te zijn en niet lang meer heeft. Coco, de dochter, komt dan op het idee om bij haar moeder in huis te gaan wonen. Zomaar, omdat het kan. Haar moeder stemt toe uit beleefdheid en om een pijnlijke situatie te voorkomen. Want eigenlijk hebben ze niets met elkaar, Coco en haar moeder.

De schrijfster heeft een goede hand van het schrijven  levensechte dialogen waarin de gesprekspartners langs elkaar laveren. Haar vader met zijn nieuwe vrouw, haar eigen vriend en haar moeder, allemaal proberen ze elkaar te ontzien en vullen ze de gedachten van de ander in. Als de dokter de moeder komt bezoeken en ze op zijn vraag hoe het gaat ‘goed’ zegt, zegt hij dat ze als ze de buurvrouw tegenkomt en ze geen zin heeft in een praatje, ze dan dit antwoord kan geven, maar niet als hij, haar arts, dit vraagt.    
Bij Coco lijkt het alsof de ziekte van haar moeder haar leven betekenis geeft. Als ze op het punt staat om haar vriend erover te vertellen, verheugt ze zich op zijn troost. Als het slecht gaat tussen haar vriend en haar zoekt ze haar  heil in seksuele escapades, als een soort van bevestiging van haar bestaan. Heeft ze die nodig omdat haar moeder die nooit gegeven heeft? Haar moeder, die niet in paniek was toen ze als kind door een raam reed, maar doodleuk de glaszetter belde.

Esther Gerritsen blijft een soort onbevangenheid houden in haar hoofdpersonages. Ze kijken op een open en bijzondere manier naar de wereld. Ze weet goed onderlinge verhoudingen te typeren. Daarmee maakt ze kleine verhalen groot.    

vrijdag 6 september 2013

Een hart zo blank

Een verhaal over schuld en onschuld. Wat als je wel weet maar niets deed? Wat brengt je ertoe een onherroepelijke daad te verrichten? Zijn het toevalligheden, of dragen we schuld met ons mee als ons lot? Maken parallelle levens onze eigen levens minder eigen? Allemaal vragen waarover de Spaanse schrijver Javier Marías zijn poëtische licht laat schijnen. Als in minimal music keren zinnen terug op de cadans van verschillende levens. Met een ogenschijnlijke lichte toets gaat de schrijver de diepte in van wat ons in dit leven staande houdt.

Het begint met een zelfmoord, van wat later de zus van de moeder van de ik-persoon blijkt te zijn. Javier Marías doseert de kennis van de lezer op zo’n manier dat het de spanning erin houdt. Later blijkt steeds hoe het eerder is gegaan. De vader van Juan, de ik-persoon, heeft drie vrouwen aan de dood verloren. Juan, een tolk/vertaler uit Madrid, komt langzamerhand steeds meer te weten over de toedracht hiervan.
De schrijver schrijft met groot respect voor zijn vrouwelijke personages. Ze zijn nieuwsgierig, tactvol en gaan op hun doel af. De een wat driester  dan de ander. Juan koestert daar bewondering voor. Zelf is hij een man vol twijfels. Over zijn verbintenis met zijn vrouw, over de mogelijke erfenis van de schuld van zijn vader, over de richting die zijn leven op gaat.

Moet hij de raad van zijn vader om zijn vrouw niet zijn geheimen te vertellen opvolgen? In de loop van het verhaal wordt duidelijk waar zijn vader deze raad vandaan haalde. Als zijn vrouw achter het geheim van zijn vader komt, stijgt zij daardoor in zijn achting en geeft hun verbintenis hem een goed gevoel. Ze gaan samen een toekomst tegemoet die zij onbewust toezingt en die hij overdenkt.


Een al in 1991 geschreven verhaal, wat nu opnieuw is uitgegeven. De setting was anders, maar de mensen zijn hetzelfde. Een mooi psychologische roman die je meedraagt tot het einde.