woensdag 23 oktober 2013

De helleveeg

‘Feeks, kwaadaardig wijf, serpent’ meldt Van Dale bij ‘helleveeg’. En dat is allemaal typerend voor de tante van Albert Egberts. Hij is de hoofdpersoon en verteller in het gelijknamige boek van A.F.Th. van der Heijden. Het boek vormt momenteel het laatste deel in de serie ‘De tandeloze tijd’ waarin de schrijver een beeld oproept van het leven door de jaren heen van mensen uit de jaren vijftig en zestig.      

Albert heeft een dubbele houding tegenover zijn tante, ook wel ‘Tientje Poets’ genoemd. Ze is altijd aan het poetsen en sloven en weet alle gebeurtenissen in haar leven in het negatieve te trekken en anderen hierover verwijten over te maken. Ze kan geen kinderen krijgen en beschuldigt haar ouders, zus en man ervan dat het zover gekomen is. Na een tienerzwangerschap en een onbetrouwbare abortus was het gedaan met haar vruchtbaarheid. De gang van zaken in haar  verleden weet ze altijd zo te draaien dat ze er zelf geen enkele schuld aan heeft.
Je zou denken dat iemand die altijd en eeuwig zo in de slachtofferrol zit geen prettig leesbaar boek op kan leveren. Toch weet Van der Heijden hier een vermakelijk en levensecht verhaal van te maken. Slechts een enkele keer draaft ze wel erg door en is het wat veel van het goede, maar haar levenshouding en tirades zijn overwegend goed gedoseerd.

Bovendien gaat het behalve over zijn tante ook over Albert zelf. Hoe hij opkijkt tegen zijn tante en haar in zijn pubertijd tegen de familie wil beschermen wat hem in een loyaliteitsconflict brengt. Hoe hij haar zelfs eens verleidt en in de loop van zijn leven steeds meer last krijgt van haar manier van doen die haar omgeving opzadelt met een schuldgevoel, zelfs over haar dood heen. De tirades en beschuldigingen hebben de levens van haar familieleden aardig bepaald en verziekt.
Van der Heijden zet het portret van Albert en zijn tante geloofwaardig neer, wat een kunst op zich is, omdat het verhaal behoorlijk over the top is. Het maakt nieuwsgierig naar het autobiografische gehalte, hoewel dit eigenlijk niet ter zake doet. ‘De waarheid is geen excuus’. Wie zei dat ook al weer?

woensdag 16 oktober 2013

Vader

Het is alweer twee jaar geleden dat het eerste deel van de zesdelige serie autobiografische boeken van Karl Ove Knausgard in de Nederlandse vertaling verscheen. Het is even een  hype geweest, dit grote project van de Noorse schrijver, die met de zes boeken zijn levensverhaal vertelde om vervolgens te besluiten nooit meer een roman te schrijven. Wekenlang prijkte zijn indringende portret in zwart wit in de etalages van de boekhandel. Pas toen ik de aflevering van ‘Boeken op reis’ met hem als hoofdpersoon zag, dacht ik dat dit toch wel een fascinerende man lijkt, die vast ook veel zinnigs te melden heeft. Ik begon aan ‘Vader’, het eerste van de tot nu toe vier vertaalde delen.

Het boek  begint met een verhandeling over de dood waarbij de lezer meteen de diepte in gaat en even op het verkeerde been wordt gezet. Er zit veel inhoud in zijn compacte vertelstijl. Op een bepaald moment schakelt hij als vanzelf over naar zijn eigen situatie en neemt je mee in zijn verhaal. Dit doet hij op een heel natuurlijke manier. Met vlagen is het gênant, omdat je weet dat het puur autobiografisch is en de mensen om hem heen en hijzelf er niet altijd even goed vanaf komen. Maar juist dat pure en rauwe is de kracht van het boek.
Hij snijdt met een grote vanzelfsprekendheid thema’s aan als de werking van het geheugen,  liefde en afstand binnen  het gezin, jeugdliefdes, eenzaamheid en de zoektocht naar woorden van hemzelf als schrijver. De roman waar hij mee bezig was voordat hij aan deze serie begon, beschrijft hij zodanig dat je denkt: maar goed dat die niet is uitgegeven. Het zou een nogal heen en weer slingerend verhaal zijn. Toch is ‘Vader’ ook niet vrij van een zekere onvaste hand van de schrijver.

Hij weet je als lezer overwegend goed mee te nemen in het verhaal van zijn leven, alleen op sommige momenten vervalt hij onnodig in details. Dit gebeurt met name wanneer hij met zijn broer het huis van hun oma opknapt, nadat hun vader er daar een puinhoop van heeft gemaakt en overleden is. Wellicht zijn koken en schoonmaken voor deze man bijzondere werkzaamheden, maar globale verwijzingen daarnaar zouden wat mij betreft wel volstaan. Toch is het over het geheel genomen een indrukwekkend verhaal. Een verhaal waar je tijdelijk in kunt ‘wonen’. Toch heb ik even adempauze nodig voordat ik het volgende deel zou willen lezen. Het verhaal grijpt in. Je wordt deelgenoot van een zekere zwaarte in het leven van de schrijver.  

zondag 6 oktober 2013

Een eeuwig doorgaand verhaal

Mijn grote  verhaal waaraan ik al een tijd lang schrijf dreigt tot een einde te komen. Tot een paar maal toe liet ik mijn vorderingen lezen aan mijn schrijfclub en telkens zei een van de deelnemers: Dit is een mooi eind. En dat terwijl ik zelf nog de illusie had een eeuwigheid vooruit te kunnen met dit verhaal zonder einde.

Nu lijkt het echter dat ze toch gelijk krijgt. De beide hoofdpersonen zijn aan het woord gekomen, het verhaal heeft zijn licht over de thema’s geschenen en de laatste woordvoerder kan het mooi afsluiten met een uitgebreide overdenking van het gebeurde. Dat blijkt een loutering te zijn voor beiden die vervolgens elk hun eigen weg vervolgen.
Maar wat dan? Heb ik nog wel een volgend verhaal te vertellen? Wat wil ik met mijn grote verhaal als het eenmaal echt afgerond is? Proberen het te laten uitgeven? Er een mooi eigen kunstzinnig boekje van maken waarvan er maar één bestaat om te laten zien aan mijn dierbaren? Moet het veel gelezen worden of is het te persoonlijk? Ik weet dat toch allemaal niet!

Vandaar dat ik nu nog enkele kleine onderwerpen heb die ik erin wil laten terugkomen. Die probeer ik nu op een natuurlijke manier in het bestaande verhaal te verweven. Zodat het één groot verhaal wordt met een brede inhoud. Beter en toch nog iets meer. En zelfs in dit laatste proces lukt het me mezelf in de weg te zitten. Ik heb weerstand om aan het verhaal door te werken, het moment is niet goed, ik kan het niet in loze uurtjes, maar moet er ruim de tijd voor hebben. En dan ook nog over de nodige inspiratie beschikken.
Kortom: ik ben tegen het einde van mijn verhaal aan het aanhikken. Om maar niet tot de slotsom te hoeven komen dat dat alles was of dat ik er niet mee naar buiten durf te komen. Ik vrees dat ik dit uitstellen van executie heel lang vol kan houden… Maar ergens zal het toch wel zijn einde vinden?