Na alle zweverijtjes is Susan Smit al enige tijd de weg ingeslagen van de
literatuur. Na de korte romans ‘Wat er niet meer is’ en ‘Vloed’ is vorig jaar
’Gisèle’ verschenen. Dit lijvige boek, over de vrouwen in het leven van Adriaan
Roland Holst, is een serieuze aanwinst voor de literatuur. Het speelt zich
grotendeels af in de tweede wereldoorlog en vormt een gefictionaliseerde versie
van het leven van Adriaan Roland Holst, waarin veel van zijn tijdgenoten een
rol in spelen. Naast Gisèle, zijn minnares en later goede vriendin, speelt Mies
Peters een grote rol in het verhaal. Zij lijkt met haar energie en flair als
actrice uiteindelijk toch de liefde van zijn leven, ook al wil hij dit eerst
niet toegeven, wars van burgerlijkheid als hij is.
Wat ik mooi vind aan het verhaal is dat
de schrijfster de nuances zoekt, ook in de keuzes die kunstenaars maken in de
oorlog. Allen kwamen zij voor de keuze te staan of zij zich zouden laten
inschrijven in de Kultuurkamer of niet. Gisèle ziet er als schilder vanaf en
gaat in opdracht van de rijken werken aan onschuldige portretten en
landschappen. Roland Holst weigert zich aan te melden, maar omdat hij al zo’n
grote naam heeft als dichter, wordt hij hiervoor gezocht, zodat hij moet
onderduiken. Mies kiest uit levensbehoud voor aanmelding bij de Kultuurkamer en
haar ex-man gaat zelfs vanuit de NSB vechten met de Duitsers. Al deze keuzes
worden van binnenuit beschreven en begrijpelijk gemaakt. Ook de concrete
implicaties van het ondergedoken zijn en het gebrek aan dagelijkse dingen zoals
voedsel en warmte maakt de schrijfster goed invoelbaar. En het belang van kunst
in tijden dat er op alle gebieden schaarste heerst, wordt onderstreept door de
culturele bijeenkomsten bij Gisèle.
Halverwege het boek gaat het meer over Mies dan over Gisèle en vraag je je af
waarom zij dan toch de naam van het verhaal draagt. Maar het begint en eindigt
met haar en zij is een constante factor op de achtergrond met haar redelijke
kijk op de dingen, groot empathisch- en doorzettingsvermogen. Daarbij komt dat Susan
Smit Gisèle zelf heeft ontmoet op het einde van het leven van de schilderes,
nadat op diverse wijzen het verhaal van Gisèle op haar pad was gekomen en
zij voelde dat ze er iets mee moest doen.
Dat heeft dit prachtige boek opgeleverd, dat een mooie inkijk biedt in de
Nederlandse geschiedenis.
Naomi Boekwijt is vorig jaar gedebuteerd met de verhalenbundel ‘Pels’. De
verhalen gaan voornamelijk over mensen op het platteland; hoe ze leven, wat ze
doen, hoe ze denken of juist niet. Het leven op het platteland wordt beschreven
als eenvoudig en niet denken maar doen. De verhalen lijken geschreven door een
gewezen insider die er nu buiten staat. Met simpele zinnen weet de schrijfster
je de verhalen in te trekken. Ook schrijft ze mooie poëtische zinnen zoals:
‘Het lukt hier niet om verder te zien
dan de horizon, die zich constant verlegt door de draaiing van de aarde onder
mijn voeten.’
In de verhalen spelen alle zintuigen een grote rol. Niet alleen het zien en het
horen, maar ook het ruiken, proeven en voelen. En dat doet ieder voor zich.
Vaak zelfs niet eens bewust. Zoals ook de boer die zich pas realiseert dat hij
denkt op het moment dat er telkens een jonge vrouw in zijn buurt is. De woorden
tussen de mensen onderling zijn heel basaal. De vraag naar het waarom als de routine wordt doorbroken. De
zucht van een jongen op een feest naar contact, terwijl hij weet dat anderen
hem te boers zullen vinden. Via een omweg ontdekt hij dat hij thuis al had wat
hij telkens maar verderop had gezocht. De broer en zus die afscheid komen nemen
van hun ouders, die dat amper in de gaten lijken te hebben. Weg van het
verstikkende platteland. Maar het is niet het land, het zijn de mensen. Mensen
voor wie alles hetzelfde moet blijven.
Het laatste verhaal, over iemand die gaat studeren, valt een beetje buiten het
geheel, qua onderwerp, maar ook qua stijl. Alsof de schrijfster zich het
terrein buiten het platteland nog beter eigen moet maken. Verder zijn de
verhalen mooi en rond en af. Toch laten ze je achter met een onbestemd gevoel.
Eigenlijk zou je nog meer willen weten, maar er hangt iets ongrijpbaars in de
lucht. Ik ben heel benieuwd naar het vervolg op dit debuut van Naomi Boekwijt.
De schrijfsters in deze bundel vertellen over hun reizen waarbij ze niet de
makkelijkste weg kozen en zich duidelijk buiten hun comfort zone begaven. Als
lezer reis je niet alleen mee naar verre oorden, maar vaak ook terug in de
tijd. Hiermee komen de koetsen en dragers van toen weer in beeld. Maar ook de
achttienjarige Tania maakt het zich in de huidige tijd niet makkelijk door in
haar eentje de wereld rond te zeilen. Bij pech en ongemakken houdt ze het hoofd
koel en beredeneert ze wat ze moet doen. Zo komt het telkens weer goed, al zit
je ‘m als lezer vaak te knijpen. Zo ondervinden alle schrijfsters onderweg
problemen die ze het hoofd moeten zien te bieden.
Deze reisbundel is begin deze eeuw uitgekomen. Er waren toen al meer titels met
‘Echte vrouwen’ verschenen. Hiermee werden opmerkelijke vrouwen eens extra in
beeld gebracht. Zo koken, beminnen en denken ze anders, volgens de titels in
deze reeks. Je kunt je afvragen wat een ‘echte vrouw’ is en of ‘gewone’ vrouwen
dan minder zijn, of dat deze vrouwen misschien beter zijn dan mannen, maar ik
denk dat de bundels vooral ter inspiratie bedoeld zijn voor iedereen die
geïnteresseerd is in de mensen om zich heen, die wellicht wat verder reiken dan
gebruikelijk. Ook nu nog, zoveel jaren later, moeten vrouwen zich volop
bewijzen in de literatuur, dus vind ik dit een sympathieke poging hen juist
eens extra aan het woord te laten.
De vrouwen in de bundel reisden in de negentiende en twintigste eeuw. Onder hen
vrouwen die vooral reiziger waren, maar ook enkele grote literaire namen zoals
George Sand en Anaïs Nin. De laatste wilde altijd nieuwe situaties verkennen en
haar dromen zoveel mogelijk
werkelijkheid laten worden. George Sand was een eigenzinnig persoon die een
verhouding had met de jongere Chopin en interessant vertelt over haar verblijf
op Mallorca. Maar ook de verhalen van de minder bekende schrijfsters zijn de
moeite van het lezen waard!
Voordat Robert Vuijsje in 2008 debuteerde met ‘Alleen maar nette mensen’ heeft
hij heel wat afwijzingen van uitgeverijen gehad. Toen het boek er eenmaal was,
had het echter veel succes. Vuijsje is hiermee voor diverse literatuurprijzen
genomineerd en heeft de Gouden Uil gewonnen en de literaire jongerenprijs De
Inktaap. Die laatste prijs is niet zo verwonderlijk, omdat zijn boek een coming
of age verhaal is, dat veel jongeren aanspreekt. Ik heb het dan ook gekocht op
de Vrijmarkt van een stel jonge meiden in een uitgave speciaal voor de
leeslijst. Neemt niet weg dat ik er ook van genoten heb.
De schrijver begint het verhaal met een flirt tussen David en Rowanda. David is
een Joodse jongen die voor Marokkaan wordt aangezien. Rowanda is een donker
meisje, het type waarop David valt. Dan volgt een opsomming van alle mogelijke
vooroordelen die tussen diverse etnische groepen bestaan. Vuijsje spreekt over
‘de mensen die ze allochtonen noemen’. Voor Hollanders zijn die mensen allemaal
hetzelfde, maar de mensen die in die groep vallen, willen weten wat je precies
bent. Dit bevestigt de cliché’s, maar brengt er ook nuances in aan.
Verscheidenheid in eenheid.
David, sterk gebaseerd op Vuijsje zelf, woont in Oud-Zuid en heeft het
gymnasium afgerond. Zijn ouders en klasgenoten bewegen zich tussen wat zijn
moeder noemt: ‘alleen maar nette mensen’. Hij heeft een vriendin op stand, Naomi,
maar verlangt naar een donkere vrouw, bij voorkeur wulps en intellectueel. Zijn
zoektocht neemt de lezer mee naar diverse plekken in de multiculturele
samenleving, waar de meeste Hollanders nooit komen. Zo ontmoet hij Rowanda, die
ongegeneerd geld en spullen van hem vraagt. Zij geeft hem immers ook iets,
namelijk haar lijf. Ook raakt David verzeild op plekken waar dingen gebeuren
die Hollanders schokkend vinden.
Zijn zoektocht brengt David uiteindelijk naar de VS met het idee dat daar intellectuele donkere
vrouwen zullen zijn waar hij op valt. Dit blijkt een illusie, hij heeft een ideaalbeeld
voor ogen waar geen enkele vrouw aan kan voldoen. Om zich na terugkomst weer
veilig bij Naomi in zijn oude leventje te storten blijkt echter niet meer
mogelijk. Vuijsje sluit af met weer een flirt van David met een volgende
donkere schone.
Een goed beeld van een jongen die buiten de gangbare indelingen valt en niet
voldoet aan de verwachtingen van zijn ouders en die van zijn afkomst. De
multiculturele samenleving van binnenuit en hoe wat je lijkt te zijn bepaalt
hoe je wordt benaderd. Een serieus onderwerp met de nodige humor benaderd.
Kortom een goed en lekker leesboek.