zondag 27 december 2015

De consequenties

Minnie Panis is een jonge vrouw die alles lijkt te overkomen. De liefde, het kunstenaarschap en aanleidingen voor conceptuele kunst waarbij haar leven de leidraad vormt. Haar vader heeft ze nooit gekend en met haar moeder spreekt ze alleen af in openbare gelegenheden, om te voorkomen dat het uit de hand loopt. Haar liefde voor een fotograaf eindigt als hij haar als kunstobject gebruikt. Dat brengt haar wel op het idee voor een nieuw eigen project waarbij hij haar ongemerkt moet volgen met zijn camera.

Nina Weijers beschrijft op een kritische maar niet cynische manier het kunstwereldje met kunstacademies waar creativiteit geen pluspunt is, agenten die zich aandienen om de PR te managen en interessante vernissages met omhoog gevallen publiek. Zelf neemt Minnie het leven zoals het komt en als vanzelf wordt ze conceptueel kunstenaar. Ze maakt een goed verhaal bij een beeld, net zoals de schrijfster doet. Mooi gegeven daarbij is dat het de kunstenaar hierbij niet zozeer om de waardering gaat maar om het genot van het scheppingsproces. ‘Ja, te werken zonder angst of verlangen naar iets anders: dát was het hoogst haalbare.’ Prettige bijkomstigheid dat dit tot een goed boek heeft geleid.

De schrijfster laat Minnie in contact komen met haar oorsprong door een wonderlijke brief. Minnie’s terloopse zoektocht naar haar afkomst, haar inspanningen voor haar nieuwe project en de consequenties daarvan voor haar leven geven het verhaal de nodige spanning mee. Weijers legt verbanden met bekende kunstenaars zoals Marina Abramovic die in het MOMA een performance uitvoerde waarin ze stil tegenover een bezoeker zat en de kunstenaar die de wereld om zou zeilen maar verdween. De vraag in hoeverre het leven kunst is dringt zich op en zonder belerend te zijn werpt de schrijfster hierover haar licht. Minnie beoefent de kunst tot in het extreme wat haar bijna haar leven kost. Uiteindelijk is ze los van haar project met de fotograaf en gaat ze de toekomst met een illusie van vrijheid tegemoet. Een volwassen en innemend debuut.  

vrijdag 18 december 2015

Weg van de wereld

Ik doe de afwas 
in een teiltje 
met een sopje 
handen warm en nat 
Het houdt me op aarde 
Ik ben hier 
en nu 
in deze bange tijd 
Weet mij in de luwte 
Weg van bommen 
oorlogsgeweld 
Weg van jou 
die het elders zocht 
Maar ik ben niet bang 
en doe mijn afwas 
handen warm en nat
Ik ben alleen
veilig thuis

zondag 29 november 2015

Labyrint

Geen voortijdig knikkebollen
zoekend naar andere werelden 
dan de mijne
Grenslanden
aan het dichtbije 
Puzzelstukjes nieuw leven 
verzamel ik
geduldig bij elkaar 
Nieuwe spirit 
draagt me op wolkjes 
Verrijking
van mijn kleine cirkel 
in dit labyrint dat leven heet 
en ongekende wegen biedt 
Nieuwe ontdekkingen
die eigen worden 
verre streken 
verhalen zwanger van tijdgeest 
neem ik mee op mijn reis 
in dit wijdverbreid leven
tot het einde aan toe 
Wanneer jij mijn verdichtsels 
verder mag verkondigen
als kind van mijn tijd 
en jij de jouwe doorgeeft 
tot in de eeuwigheid

zaterdag 21 november 2015

Staat van zijn

Parijs was
een brug vol slotjes 
tekens van liefde
verbondenheid

Brussel was 
een joods museum 
een voorbije oorlog 
dat nooit meer

Hannover was 
een oefenwedstrijd 
broederlijk samen 
naast elkaar

Amsterdam was 
een stad zonder zorgen 
verdraagzaam en open 
gelijkwaardigheid

Europa is
een fort onder vuur 
een toevluchtsoord 
onzekerheid

Grote woorden 
stoere taal 
deze strijd 
raakt ons allemaal

zaterdag 14 november 2015

Een gedicht

Mocht ik maar vluchten, ver hier vandaan, 
Was ik maar groot, was ik maar vrij. 
Dansroffels hoor ik heel de nacht lang: 
Dreunen, getrappel, geklap en gezang. 
Een troep kwam dichtbij, door de donkere laan, 
Met geroep naar mij. 
Toch bleef ik doodstil achter ’t venster staan. 
Gezichten, als maskers, keken mij aan.

Hendrik de Vries

zaterdag 7 november 2015

Mystiek lichaam

Ingegeven door de titel van dit inmiddels klassiek geworden boek van Frans Kellendonk dacht ik dat het een verhaal op een hoger plan zou zijn, een esoterisch verhaal. Het verbaasde me dan ook dat het boek begon met de beschrijving van een moederloos gezin op het platteland. Niet plat beschreven, maar wel erg aards. De vader hecht aan geld, maar noemt zichzelf niet materialistisch: ‘De mensen zijn reddeloos verknocht aan het stoffelijke. Ik ben dat niet, ik houd alleen maar van geld.’ De dochter, die door haar familie Prul wordt genoemd, is geen schoonheid, is alleen en leeft in een afhankelijkheidsrelatie met haar vader, die graag de macht heeft.

Tijdens een bruiloft van een kennis van de dochter komt de zoon in contact met een sympathieke jongen, die op een haast terloopse manier aan hem duidelijk maakt dat hij op mannen valt. Dat doet Kellendonk heel goed, hij beschrijft de natuurlijke liefde van de zoon voor de jongen. De zoon verlaat de treurige omgeving van zijn familie en gaat naar New York, de jongen achterna. Het huwelijk was ingegeven door zakenbelangen en verbond een man die van jonge jongens hield met een vrouw van stand. De zoon noemt  het een oefening in betamelijkheid. Het lukt het jonge paar niet samen één mystiek lichaam te vormen. De zoon is het die zijn ware liefde volgt en heteromannen zijn in zijn blik of vrouwenhaters of zelf halve vrouwen.

Maar zijn liefde blijkt eindig. Waar zijn zus met een praatjesmaker een kind verwekt, lijkt zijn liefde een dood spoor. Geen nageslacht maar ziekte treft hem. ‘De inhoud van hun parodieliefde was veel verraderlijker geweest dan hij steeds had gemeend. Misschien hadden ze elkaar met de dood bevrucht.’ De vader van het kind van Prul blijkt een meester in het stimuleren van het kind. Als de zoon terugkeert naar huis moet hij in hem zijn meerdere erkennen. Hij neemt zijn intrek in de schuur die door de vader voor een groot deel ontmanteld wordt.  

Het verhaal is een reflectie op de samenleving zoals die in de jaren tachtig was en is nog steeds veelzeggend. Thema’s als liefde, afhankelijkheid, vooroordelen en aanzien tillen dit verhaal op een hoger plan. Kellendonk was een kind van zijn tijd. Juist daardoor is hij maar 39 jaar oud geworden. Lezing van dit boek maakt me nieuwsgierig naar zijn andere werk en verzamelde brieven. Een schrijver om te koesteren.

zondag 1 november 2015

La Superba

Het verhaal van Ilja Leonard Pfeijffer in ‘La Superba’ deed me in eerste instantie denken aan een nummer van De Dijk. Daarin zingt Huub van der Lubbe ‘deze stad is een hele mooie vrouw’. Zo bezingt Pfeijfer ook Genua, de stad waar hij is gaan wonen, weg van de Nederlandse benepenheid. Er spreekt een bepaalde liefde uit, maar ook een zeker ontzag. La Superba, de hoogmoedige, lijkt de schrijver steeds weer te vragen wie hij wel denkt dat hij is dat hij er zomaar als noordeling is komen wonen en denkt de manier van omgang van de Italianen te begrijpen. De stad daagt hem uit maar maakt hem ook nederig.

De schrijver voert zichzelf ten tonele in dit boek met een hoog dramatisch gehalte. Hij speelt uitbundig met zijn functie als schrijver en personage en prikkelt de lezer met gedachten óver het verhaal waardoor de scheidslijn tussen waarheid en verdichting moeilijk te trekken is. En zijn verhaal blijkt een groter verhaal, het is het verhaal van emigranten, vanuit het noorden en het zuiden. Zijn relatieve luxepositie ten opzichte van de Afrikaanse vluchtelingen, brengt hem soms in een ongemakkelijke positie, waarin hij zich genoodzaakt voelt zich te verdedigen. Want hij is geen racist, wil het verhaal van de ander wel aanhoren voor zijn boek, maar hem geen geld lenen zoals hij bij een andere ‘vriend’ wel zou doen. Zijn eigen vluchtverhaal waarin hij aangeeft zich te vervelen in een overgeorganiseerd Nederland is een lachertje voor zijn Afrikaanse vriend. Zo wordt de noordeling telkens op zijn plek gezet.

Wat ik mooi vind aan de manier van schrijven van Pfeijffer is dat hij zich kwetsbaar opstelt zonder zwak of zielig over te komen. Het biedt het boek een zekere eerlijkheid waarvan je tegelijkertijd weet dat hij je bedondert waar je bij staat, want hoe fantastisch is het verhaal eigenlijk wel niet? Hij sleept je mee in zijn hunkering naar liefde en drank, zijn contacten met inwoners van Genua van divers pluimage en zijn blik van de buitenstaander die binnen probeert te dringen. Het einde is behoorlijk over the top met een knipoog naar ‘Second life’ dat hij eerder schreef over zijn virtuele zelf als vrouw. Onwillekeurig vraag ik me wel af of hij een nieuwe thuishaven nodig zal hebben om een volgend boek te kunnen schrijven. Maar daar redt hij zich vast wel uit, zoals ook Knausgard na zijn hele leven beschreven te hebben, wat hem een eindig project leek, uiteindelijk toch vrolijk doorging met schrijven. Het schrijversbloed kruipt toch waar het niet gaan kan.         

zondag 11 oktober 2015

Rose

Rosita Steenbeek schrijft meestal vanuit haar eigen ervaring. Met ´Rose´ is ze ook dicht bij huis gebleven. Daarvoor heeft ze zich verdiept in haar familiegeschiedenis. Ze heeft een schat aan bronnen opgedoken om het verhaal gestalte te geven. Van aantekeningen tot liefdesbrieven. Ook bezocht ze met een neef het kerkhof in Duitsland waar hun voorouders begraven liggen en reisde ze met haar moeder naar een plaats uit het verleden van hun familie. Ook bezocht de schrijfster diverse musea in Nederland en Duitsland. Het heeft een rijk en interessant verhaal opgeleverd over een familie in oorlogstijd.

In 2012 kwam haar meest recente boek vóór Rose uit, over haar tocht naar Delphi. Als je leest en ziet wat ze in die drie jaar aan informatie heeft verzameld en er een voor haar doen lijvig boek over geschreven heeft, dan wekt dit de nodige bewondering. Haar vader, die er inmiddels niet meer is,  had haar ooit aangeraden om over haar oma Rose te schrijven. Daar vond ze nu pas de ruimte voor in haar leven. Ze is verbaasd over sommige zaken die een nieuwe blik werpen op het verleden van haar oma, die ze dacht te kennen. In dit boek komt geschiedenis samen met een losse maar beeldende manier van verhalen vertellen, waarin Steenbeek heel goed is.

Het verhaal over Rose begint vlak na de eerste wereldoorlog in Duitsland. Ze heeft een grote familie en een goed leven. Dat wordt anders in de tijd dat Hitler aan de macht komt. Rose heeft joods bloed en de familie vlucht naar diverse windstreken. Zelf komt ze met haar grote liefde in Nederland terecht waar hij vandaan komt. Hij is dominee, net als de vader van Rosita Steenbeek zelf. Ook qua karakter heeft Rosita veel van Rose weg. Onwillekeurig zag ik vaak de schrijfster voor me als het over Rose ging. Maar de plaats van de schrijfster in dit verhaal wordt aan het begin en einde van het boek helder gemaakt. Wel duurt het even voor het duidelijk is van welke kant oma is en wie van haar kinderen een ouder van Rosita is. Maar ik had dan ook het overzicht van de familie in de binnenflap van het boek niet opgemerkt. Uiteindelijk valt alles op zijn plek.

De pijn in dit oorlogsverhaal zit ´m niet zozeer in honger of armoede. Het platteland waar Rose leeft biedt voldoende voedsel. De pijn komt vooral naar voren in de onzekerheid van het lot van familieleden. Als het geen werkelijk verhaal was geweest had je als lezer het lot van Rose en haar man waarschijnlijk als te positief beschouwd. Het werkelijke verlies betreft dan ook de familie. Een mooi rond verhaal. Van mij mag Steenbeek vaker de geschiedenis induiken middels een persoonlijk verhaal. Een biografie misschien? 

zaterdag 3 oktober 2015

Als de winter voorbij is

Eerst las ik dit boek van Thomas Verbogt als een verhaal in de ik-vorm met een ik-figuur die waarschijnlijk wel veel van de schrijver weg heeft, maar die je als lezer niet met hem mag verwarren. Maar op een bepaald moment wordt er een kind naar hem genoemd en dat kind heet Thomas. Blijkbaar is de ik-persoon toch echt wel een alter-ego van de schrijver.

Verbogt schrijft licht en luchtig met een schijnbaar groots gemak maar heeft het ondertussen wel over wezenlijke dingen in het leven. Thomas trekt in bij zijn geliefde Aimee en de verhuizing stemt hem weemoedig. Hij denkt terug aan zijn stiefzusje waarvoor hij als kind zijn eerste verwarrende gevoelens had, later wellicht tot verliefdheid gedoopt. Zij is voor hem een baken van de toekomst, zijn voorland. Hij bewaart zijn verhalen voor haar en voor later, voor wie weet ooit.

En nu horen we ze. De lotgevallen van Thomas, iemand die op de achtergrond is, zichzelf nogal eens sociaal onhandig vind, maar die een grote opmerkingsgave heeft. Met schwung, humor en relativeringsvermogen vertelt hij zijn verhalen. Bijna terloops tipt Thomas de vrouwen in zijn  leven aan, maakt een reisje langs memorylane en neemt je als lezer welwillend mee. Niet alleen herinneringen maar ook een gevoel van schuld draagt de hoofdpersoon met zich mee. Over iemand die er niet meer is en die hem in zijn verbeelding vergeeft.

De schrijver heeft een romantische geest. Het is stil en het is licht en naarmate de dag vordert staat er van alles te gebeuren. Verbogt beschrijft de dagen als een belofte, of als de zoete herinnering aan vroeger. Een therapeut probeert Thomas te duiden maar echt aangesproken voelt hij zich niet. Hij denkt: ‘We lopen voort, we zijn voorbijgangers, net zoals iedereen die we zien voorbijganger is.’ Soms loop je even met iemand op, maar in essentie is een mens alleen en het leven vluchtig. Aimee is degene waarbij Thomas weer thuis komt, zijn rust vindt. Uiteindelijk is dit een mooi liefdesverhaal. Liefdes in een leven.       

zaterdag 26 september 2015

Weekendtas

Ik draag jouw ballast
zorg dat je elke dag
iets anders aan kunt trekken
dat je droge sokken hebt
en je geborgen voelt
als de regen je doorweekt
dat je je verhalen bij de hand hebt
zodat je ermee voort kan
de toekomst tegemoet
met inspiratie die je opdoet
in den vreemde
ver van huis
verhalen die jou in zich dragen
Ik draag jou
terwijl jij mij draagt
de ballast in je leven

maandag 14 september 2015

Alleen

De kapel is stil
licht valt door de koepel
de non prevelt zacht

een woordenstroom 
van verlangen
Ze is wees
een kind alleen
dat zich obsessief verbindt
aan haar zusters

Tegelijkertijd
een baken van rust

als een moeder
die haar kinderen sust
Sterk en nietig
groot en klein

hoe iemand zo alleen
tussen haar zusters kan zijn... 

woensdag 9 september 2015

Onvermogen

Je wilt het ergens over hebben maar weet van tevoren dat de kans groot is dat het een draak van een tekst wordt. Want sentimenteel en over the top. Het gaat om iets dat groter is dan jij, over leven en dood. Over een zelfverkozen dood, die dat eigenlijk niet is, maar eerder een noodgreep. Vanuit het verlangen er niet te zijn en het leven zoals het zich bij je aandient niet te kunnen leven. Dat is geen egoïsme, daar is moed voor nodig. En dan zijn mensen verbaasd, verrast, geschokt, want hij was zo’n aimabel persoon. Slim, spitsvondig, veelzijdig. En hij had ons iets waardevols te brengen; verhalen over de tijdgeest, over onderlinge relaties, over literatuur door de jaren heen, over de schoonheid van kunst. Hij die eigenlijk kunstenaar had willen worden, maar aan het schrijven was geraakt. Hij die de kunst van het leven uiteindelijk niet meer verstond.

De verbazing is begrijpelijk. Want als je depressief bent laat je je niet zien, je trekt je terug. Bij een opleving kom je pas weer naar buiten en zeg je dat je er weer bent. Anderen realiseren zich vaak dan pas dat je even weg was. Dan is het ook de vraag hoe lang je opleving stand houdt. Er wordt nu overal geroepen dat depressie uit de taboesfeer moet komen, maar het is juist een ziekte die niet kenbaar maakt. Je nauwe omgeving krijgt het mee en verder ben je buiten het zicht. Of laat je je niet kennen. Je wilt niet dat anderen meegaan in jouw diepte. En die anderen willen ook helemaal niet horen dat het niet goed met je gaat, alle goede bedoelingen ten spijt. Je ziet nu steeds een lachende Stephen Fry voorbij komen die oproept tot geduld te hebben met mensen die depressief zijn, maar wie kan dat daadwerkelijk? Wie heeft er niet een makkelijke like bij zijn bericht geplaatst?

En hoeveel voortekenen moet iemand geven zodat we de zelfdoding voelen aankomen? Zijn er achteraf niet tal van aanwijzingen die die richting op wijzen? Maar dan nog, hadden we het niet kunnen voorkomen, het blijft een eigen keus. Wat ons te doen staat is oog hebben voor de pijn die sommige mensen ervaren in dit leven. En het respecteren als iemand de keuze maakt om eruit te stappen, nu eenmaal een niet zo’n  prettig bericht in deze quasi vrolijke facebooktijden. Wat wij als achterblijvers moeten doen is het leven ten volle leven. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze naaste doden, die we dagelijks missen. We moeten leven voor twee. Of zelfs nog meer.   

zaterdag 5 september 2015

Vogels van waanzin

In ‘Vogels van waanzin’ neemt Ranne Hovius je mee in de wereld van de psychiatrie, juist daar waar deze de literatuur raakt. Ze neemt de algemeen aangenomen opvatting dat gekte en kunstenaarschap vaak samengaan onder de loep. Haar conclusie luidt dat hiervoor te weinig geldig bewijs bestaat door moeilijke meetbaarheid en verschil in definities. Want waarom zou alleen een schrijver of beeldend kunstenaar creatief zijn en een docent of financieel medewerker niet? En de creativiteit kan behalve in het werk ook daarbuiten gezocht worden. Neemt niet weg dat de aanname alomtegenwoordig is en dat dit boek het waarheidsgehalte ervan evengoed toch ondersteunt, al was het maar gevoelsmatig.

De schrijfster begint  haar verhaal in de negentiende eeuw toen de psychiatrie opkwam. Vanaf toen heeft de waanzin ook een plek veroverd in de literatuur. Die heeft deze nog steeds, het blijft intrigeren. Denk maar aan ‘Kameraad scheermes’ van Rogi Wieg, die pas geleden uit  het leven stapte of ‘Ann’ van Kristien Hemmerechts, over een meisje met anorexia, dat ook niet meer onder ons is. Bernlef wordt genoemd vanwege zijn prestatie om in ‘Hersenschimmen’ de wereld van iemand met dementie op te roepen. Hovius noemt dit gedocumenteerde waanzin, zoals ook Peter Buwalda in zijn debuut heeft gebruikt. Daarnaast onderscheidt ze waanzin vanuit de blik van de psychiater, zoals Frederik van Eeden, en waanzin uit de eerste hand, zoals van Jan Arends en Gerard Reve. Daarnaast is er zoiets als de vrijheid van de schrijver om waanzin te fantaseren. Daarbij gaat het minder om een ‘waar’ beeld te scheppen dan om een nieuwe werkelijkheid te verbeelden.
     

Hovius haalt een breed palet van schrijvers aan die de afgelopen twee eeuwen tot nu aan toe de gekte in de literatuur hebben verwoord. Hier en daar vermeldt ze ook een gedicht van bekende schrijvers op dit vlak. En passent neemt ze ook de globale geschiedenis van de psychiatrie mee in haar verhaal, wat een heldere structuur biedt. Hierbij heeft ze wel de neiging om zich telkens achter de gevestigde orde te scharen. Evengoed een heel inspirerend boek, dat het verlangen oproept nog meer te gaan lezen en herlezen van Simon Vestdijk tot Myrthe van der Meer. En zo niet, dan ben je in de woorden van Arends ‘een smoesjesmaker’!   

zaterdag 29 augustus 2015

Tussentijd

Wat je even tussendoor doet, is niet helemaal echt, niet serieus. Het is even goed voor het moment. Je komt er later op terug, dan doe je het goed, maak je het beter en af. Later, als je tijd hebt, ooit, een keer. Maar wat als dat moment nooit aanbreekt? En je alsmaar achter de feiten aanloopt en nooit iets daadwerkelijk tot een goed einde brengt? ‘In the meantime life goes on, ticking like a mean time bomb’, zong Astrid Seriese al. Alles in de tussentijd doen leidt tot een onbevredigend leven. Want nooit is iets echt af en kun je er met trots naar kijken. Al je ondernemingen blijven halfslachtig.

Maar het kan ook anders uitpakken. Want soms blijkt hetgeen je in de tussentijd hebt gedaan, veel beter geworden dan gedacht. Een gedicht, een verhaal. Je schreef het even tussendoor. En bij nalezing, na er een tijd geen aandacht aan te hebben besteed, verbaas je jezelf. Tijdens het schrijven in de tussentijd legde je de lat niet hoog, wat het makkelijker maakte. Geen strenge zelfcensuur, geen hoge verwachtingen. En nu, zie daar, het gedicht is bijna klaar.

Zo schreef Esther Gerristen eens een compleet boek. Niet dat ze er niet meer aan hoefde te schaven, maar de basis had ze onbewust telkens tussendoor geschreven. Losse aantekeningen aan elkaar geregen. Pas achteraf toen het zo goed als een geheel was, realiseerde ze zich dit. Toen was ze blij met het resultaat. Zo kan het dus ook! Maar dan moet je wel Esther Gerritsen heten… 

zondag 23 augustus 2015

Kruisbestuiving

In het nieuwe boek van Louise Fresco gaat ze de uitdaging aan om verschillende benaderingswijzen van de wereld om ons heen samen te brengen. Ze is landbouw- en voedseldeskundige en verbonden aan de Universiteit Wageningen. Zowel de wetenschap, kunst en cultuur als het leven zelf kunnen in haar visie bijdragen aan ons begrip en onze benadering van deze wereld. Ze benadrukt daarbij dat wij, die de neiging hebben onszelf centraal te stellen, slechts een fractie van het heelal vormen. Ze stelt: ‘We hebben een precaire positie in een dunne laag biosfeer, op een geïsoleerde planeet in een uithoek van het heelal waar wij, en alles waarvoor we staan, recente en mogelijk tamelijk irrelevante indringers zijn.’ Dat relativeert het belang van de mensheid, maar evengoed blijft onze wereld onze bijdragen nodig hebben om deze nu en in de toekomst hanteerbaar te houden.

Achtereenvolgens beschrijft ze de gebieden van wetenschap, kunst en cultuur en het leven zelf. Wat betreft de wetenschap benadrukt ze dat niet alleen doelgericht onderzoek waardevolle resultaten oplevert, maar ook het spelen en uitproberen. In de publieke opinie is dit laatste niet erg populair, omdat het mogelijk weinig efficiënt is. Maar het kan wel effectief blijken te zijn en daarmee waardevol. 

Fresco gaat graag tegen de algemeen heersende opinie in, als dit in haar optiek op zijn plaats is. Zo rekent zij af met het romantische beeld van authenticiteit en de zogenaamde meerwaarde van biologisch voedsel. Zij haalt aan dat dit juist een grotere aanslag is op de landbouwgrond dan regulier voedsel. In de promotie van biologisch voedsel wordt het jaren braak moeten liggen van grond gemakshalve  buiten beschouwing gelaten. De ecologische voetafdruk van biologisch voedsel is daarmee groter dan die van gangbaar voedsel. Het lijkt een soort van bon ton geworden in bepaalde kringen om biologisch te eten, omdat dit immers beter voor het milieu zou zijn en het draagt een bepaalde status met zich mee, vanwege de prijs.

Ze signaleert twee ontwikkelingen in de huidige tijd: een toenemende tolerantie voor onwetendheid en een toenemende intolerantie voor het rationele debat. Ze legt hierbij een link  naar de huidige media. Beide ontwikkelingen maken dat zowel de toepassing van wetenschap als die van de democratie worden tegengewerkt. Gefundeerde opvattingen als deze maken het boek zeer lezenswaardig.

Fresco verstaat de kunst om haar visie begrijpelijk te beschrijven en daarbij zo nu en dan ook even van een afstand, vanuit het perspectief van een buitenstaander, alles te beschouwen. Ze betrekt de vraagstukken van nu erbij, zoals onder meer onze omgang met de islam. Ze beschouwt de wereld als een caleidoscoop van mogelijkheden en laat zich niet door gangbare opvattingen dirigeren, maar bepaalt haar eigen gefundeerde antwoorden, gebouwd op inzichten in de wetenschap, kunst en het leven zelf. Dit alles in een goed leesbaar en met passie geschreven boek, zoals je mag verwachten van een wetenschapper die verder kijkt dan haar eigen specialisme en ook fictie heeft geschreven. Het zou goed zijn als de makers van onze wereld dit gedachtengoed als uitgangspunt zouden nemen.  

zondag 16 augustus 2015

De hemel boven Parijs

Bregje Hofstede heeft met ‘De hemel boven Parijs’ een heel goed debuut geschreven. Het is ook voor diverse prijzen genomineerd, waaronder de Opzij Literatuurprijs, en het staat op de longlist van de Libris Literatuurprijs. In het goede gezelschap van onder anderen Esther Gerritsen en Hanna Bervoets. Terecht dus. Want het is een meeslepend verhaal in een rijpe stijl. Het enige minpuntje vind ik de plotselinge wending die het verhaal aan het einde neemt, die bij mij enigszins ongeloofwaardig overkomt. Maar verder een heel fijn boek dat telkens vraagt om verder gelezen te worden.

Het begint al bij het fysiek van dit boek. Cossee heeft een passend schilderij van een jonge vrouw met sigaret op de cover geplaatst. Dit beeld past bij Fie, de Nederlandse studente die tijdelijk in Parijs studeert, waarover het verhaal gaat. Ze komt via via bij Olivier, een docent, terecht die haar onder zijn hoede neemt. Maar ze lijkt op een jeugdliefde van hem die hij heeft verloren, wat maakt dat hij veel aandacht voor haar heeft, en haar buitensporig helpt met haar Parijse leven gestalte te geven. Dit blijft niet onopgemerkt, ook niet bij de vriendin van Olivier en zijn universiteit.

Hoewel er tussen de twee niets is voorgevallen, hebben ze alle schijn tegen. Dit brengt een rollercoaster aan gebeurtenissen teweeg en leidt tot een onverwacht einde. Fie blijkt een minder onschuldig meisje dan gedacht en de lezer moet zelf bedenken of het nu een happy end is of niet. Romantisch is het in elk geval wel.

Bregje Hofstede verstaat de kunst om het verhaal voort te stuwen en doet dit op een mooie manier. Ze gebruikt tal van goede metaforen die heel beeldend zijn en die ze onnadrukkelijk, bijna terloops, gebruikt. Ze heeft een natuurlijke balans gevonden tussen de gedachten van de hoofdpersonen en de beschrijving van de omgeving. Een boek dat smaakt naar meer! Ik las dat ze een werkbeurs krijgt van het Letterenfonds voor een volgend boek, dus dat komt vast goed.

zondag 2 augustus 2015

Mrs Dalloway

Clarissa Dalloway, getrouwd met de degelijke Richard, geeft weer eens een feestje dat geslaagd moet worden. Het verhaal speelt in Engeland na de Eerste Wereldoorlog. We volgen haar de dag van het feest tijdens de voorbereidingen in haar hoofd, maar worden door Virginia Woolf ook meegenomen in diverse andere hoofden. Onder meer dat van Peter, een vroegere vlam die Clarissa nog veel doet. Hij komt net terug uit Indië en voelt zich een buitenstaander. Hij ervaart het feest als een schijnheilige vertoning en krijgt als hij Clarissa wil spreken van haar te horen ‘Wacht’ waarmee ze doelt op het moment dat iedereen weg is.

De hele avond is ze druk bezig iedereen welkom te heten en vindt ze amper de tijd om een zinnig gesprek te voeren. Het gaat haar om de harmonie en ze is dan ook danig ontsteld als iemand met het verhaal van een zelfmoordenaar aan komt zetten. Zo jammer van het vrolijke feestje. Toch heeft ze in haar gedachten ook bewondering voor degene die zo het heft in eigen hand neemt. Maar de avond moet perfect zijn. En wordt dat niet. Haar verwachtingen waren ook wel hoog.

We meanderen door de gedachten van de genodigden, sommigen van harte uitgenodigd, anderen plichtmatig. Een vrouw van vroeger tot wie Clarissa zich aangetrokken voelde, die nu keurig getrouwd is en vijf zoons heeft. En telkens lossen de loden cirkels van de kerkklokken op in de lucht, waarmee de tijd almaar verglijdt. Clarissa wordt ouder en vraagt zich af wat zij en ieder ander telkens wil bewijzen in dit leven.    

Woolf vertelt met Mrs Dalloway een meeslepend verhaal waar je wel goed bij moet blijven, wil je weten wie wat denkt. Het  lijkt of de personages zo makkelijk in elkaar overlopen, toch zijn ze allemaal verschillend, maar hun levenslijnen raken elkaar, hun bestemming bepaald door hun keuzes en de omstandigheden. De schrijfster geeft een beeld van haar tijd met de opkomende vrouwenemancipatie, maar ook de onderlinge klasseverschillen. Ze laat haar hoofdpersoon ook een beetje een snob zijn, zoals haar recente biograaf Alexandra Harris zich ook al afvroeg of Woolf dat zelf wellicht was. Ze heeft verschillende aspecten van haar eigen persoon in haar levensechte personages verwerkt wat tot een interessant verhaal heeft geleid.

Tot slot lezen we vanuit het perspectief van Peter: ‘Wat is het dat mij met zo’n buitengewone opwinding vervult? Het is Clarissa, zei hij. Want daar was ze.’ En zo lijkt het eind van het verhaal een nieuw begin in zich te dragen. Mooi!     

donderdag 16 juli 2015

De vlammende wereld

In dit grootse werk schept Siri Hustvedt een caleidoscopisch beeld van kunstenares Harriet Burden die naar erkenning streeft voor haar werk. Hustvedt belicht op vernuftige wijze thema’s als man-vrouwverhoudingen, waarheid en verzinsel, gekte en normaliteit, liefde en erkenning en de relatie tussen kunst en het leven. Dit doet de schrijfster door diverse mensen die Burdens werk en persoon kenden aan het woord te laten. Het boek is de weerslag van het onderzoek dat een hoogleraar esthetica naar de kunstenares heeft gedaan nadat een ernstige ziekte haar het leven heeft benomen. Het palet aan getuigenissen verbeeldt de veelzijdigheid die de realiteit kan aannemen.

De vorm die Hustvedt heeft gekozen is geniaal; hiermee gebruikt ze haar eigen ervaring als schrijfster en ‘vrouw van’, maar ze kan er ook tal van filosofische verwijzingen in kwijt die de samensteller bij ieders bijdrage plaatst. Op zeker moment verwijst hij zelfs naar haar zelf als ‘een obscure schrijfster van romans en essays, wier standpunt Burden ‘een bewegend doel’ noemt.’

De naam van de kunstenares is veelzeggend: Burden, het is haar meisjesnaam waarmee ze belast is. Haar wederhelft heet Lord en naar die patriarchale naam wil ze ook niet genoemd worden. Temeer omdat ze dan als zijn vrouw benaderd wordt. De vrouw van de kunsthandelaar die een goede kijk heeft op kunst. Haar eigen werk wordt tot haar grote frustratie gemarginaliseerd.

Om haar werk alsnog op de kaart te zetten benadert ze achtereenvolgens drie jonge mannen met de vraag om haar werk in eerste instantie onder hun naam te exposeren. De onthulling achteraf zal spectaculair zijn en haar tot grote hoogten doen stijgen. Haar wraak op de gevestigde kunstwereld zal zoet zijn. Maar het loopt finaal anders. De kunstenaars hebben een eigen wil en het lot keert zich tegen haar. Haar coming out verstomt in de waan van de dag. Ze sterft zonder ooit de erkenning te krijgen waarop ze gehoopt had, de roem die haar vader trots op haar zou hebben gemaakt. Tegelijkertijd draagt dit kleine meisje de wijze man in zich die haar vader was. Harriet, Harry voor intimi. Een dijk van een verhaal.

maandag 29 juni 2015

Brand

Voor jou is het niet moeilijk, vriend
het zit niet in je hoofd 
drukt niet op je gedachten 
knaagt niet aan je geloof

Je hoeft niet eens te spreken 
ik heb je al verstaan 
vecht door totdat het doodgaat 
rust niet zolang het leeft

Ik ben in staat van oorlog, vriend 
en jij, jij bent neutraal 
wij zien hier niet hetzelfde 
spreken niet dezelfde taal

Blaas het op of brand het af
 
maar laat het niet begaan

The Scene

maandag 15 juni 2015

Zomervakantieboek

Peter Pellenaars stelt op zijn blog de vraag:
Welk boek mag volgens jou niet ontbreken op de #50books zomerleeslijst 2015?

Een mooie aanleiding om weer eens wat te schrijven over het lezen van boeken. Laatst bedacht ik me dat boeken me soms roepen. Nieuwe boeken die klaar liggen op de bank, maar ook de aanwinsten in de bieb en de boeken die geduldig wachten op mijn nachtkastje. Te zien aan de diverse stapeltjes is het een kakafonie van roepende boeken bij mij thuis. Maar het moet tijd zijn voor een boek om het te gaan lezen. De redenering ‘een boek ligt klaar dus lezen maar’ gaat niet op. Je moet het gevoel hebben dat je aan een boek toe bent.

Zo begon ik laatst eindelijk in ‘De zomer hou je ook niet tegen’ van Dimitri Verhulst. Het lag al een paar maanden te wachten, maar nu was het tijd. Mijn vooroordelen (veel gevloek en onfunctioneel naakt) erover waren weggeëbd en ik had zin in dit overzichtelijk kleine boekje. En ik las het met plezier. Zo moet het zijn.

Het nadeel van roepende boeken is dat de andere alweer roept als je de ene nog niet uit hebt. Zo ontstaat ook het stapeltje waar ik nog niet van vertelde, met de bladwijzers ergens halverwege, op de stoel achter de bank. In de strafhoek, zou je bijna denken. Dat stapeltje groeit gestaag. Iemand vroeg me over een boek dat daartussen lag: Vind je het geen mooi boek dan? Maar dat is het niet. Er zijn alleen zoveel mooie boeken en je kunt nu eenmaal niet alles tegelijk. En nieuw roept soms harder.

Op dat stapeltje in de hoek bevindt zich, zoals ik sinds kort weet, mijn aanstaande vakantieboek. Van de zomer ga ik een paar dagen naar een dorpje in Zeeland waar je waarschijnlijk niet veel meer te zoeken hebt dan rust. Dus dan moet er een fijn boek mee, niet te dun en zeker boeiend. Dit is ‘Efter’ van Hanna Bervoets. Ik won het van www.ingeleest.nl, even geleden alweer en ik stelde het beginnen eraan telkens nog even uit, al het geroep ten spijt. Totdat ik bedacht dat ik het bewaar voor de vakantie, als een bonbon voor bij de koffie.

Ik ben heel benieuwd naar dit boek. Hier borduurt Bervoets weer voort op de wereld zoals die nu is, wat ze ook al deed in ‘Alles wat er was’. Ook ‘Lieve Céline’ vond ik een goed boek. Ze heeft volop fantasie en een vlotte schrijfstijl, dus ik kijk uit naar mijn vakantie! Tot die tijd is het hier thuis nog gewoon een Babylonische spraakverwarring…

zondag 14 juni 2015

Vreemd

Wanen willen niet weg
beelden blijven bezig
schade en schande stemmen schuldig
Het leven lijkt me te leven
zonder zeggenschap
noch van mij, noch van jou, van geen
Of juist van iedereen?

Tijd tikt onverbiddelijk
consequent continu
langs mij heen
als langs geeneen
Ik voel haar wel
maar ze doet me niks
Immuun wederom, als voorheen

Welke wezenloze wil
kan zo koel zijn en zo kil
Weet waarom
en weet nog niet
wat te doen...

donderdag 14 mei 2015

Virginia Woolf

Ik had een gedachtenkronkel die ertoe leidde dat ik de nieuwe biografie van Virginia Woolf kocht, terwijl ik eigenlijk zo min mogelijk boeken wil kopen. Want: volle boekenkast en een uitnodigende bibliotheek. Ik zag dat de biografie van Hedy d’Ancona van een paar jaar terug in de aanbieding was bij de Opzij, maar met verzendkosten alweer wat minder goedkoop. Ook zo bij Bol.com, tenzij ik er een boek bij kocht. Dat zou Virginia Woolf van Alexandra Harris kunnen zijn. Maar ik gun het de échte boekhandel, Adriaan Heinen, veel meer. Daar geen Hedy, maar wel Woolf en dus ga ik door een aanbieding verleid met een nieuw boek voor de volle prijs naar huis! En Hedy kan ik altijd nog via de bieb lezen…

En zo’n gekke kronkel was het nou ook weer niet, want het is een heel fijne biografie van Woolf. Alexandra Harris schetst een genuanceerd en eerlijk beeld van de vrouw en schrijfster die Woolf was. Ze geeft de lezer inzicht in de manier waarop de schrijfster inspiratie vond voor de vorm en inhoud van haar diverse boeken. Dat Woolf veel experimenteerde ontlokt Harris de opmerking: ‘Ze kon nooit vertrouwen putten uit haar eigen succes omdat ze nooit twee keer hetzelfde deed.’ De momenten dat haar boeken uitkwamen waren voor Woolf gevaarlijke momenten, ingegeven door haar onzekerheid en stemmingswisselingen.

Harris gaat opvallend weinig in op ‘de ziekte’ van Virginia Woolf. Ze noemt ook nergens de term ‘manisch depressief’ terwijl deze toch gangbaar is in verband met de grote schrijfster. Wellicht heeft dit te maken met de nuance die Harris wil aanbrengen in het beeld dat door de jaren heen van Woolf geschetst is. Als tegenwicht van de labiele, hysterische vrouw die zich bezighield met kleinigheden op het sociale vlak, zet zij een intelligente vrouw neer, die in haar werk het persoonlijke tot een hoger (politiek) niveau tilt en die zelf, en door haar man geholpen, op een verstandige manier omgaat met haar ziekte. De ziekte brengt haar niet alleen somberheid, maar ook creativiteit.

Woolf’s relaties met mannen en vrouwen komen zonder veel effectbejag als vanzelfsprekend thema aan bod. Het lijkt recht te doen aan de persoon die Woolf was. De biografe bespreekt enkele eerdere biografieën, waarvan de vroegere Woolf ook neerzetten als slachtoffer van misbruik in haar jeugd. Harris vindt dit een te eenzijdige blik, Woolf was zoveel meer dan dat. Ze noemt haar zelfs een snob! Woolf bevond zich dan ook in de luxe positie van het hebben van een stads- en een plattelandswoning met de nodige dienstmeisjes. Maar ze maakte ook de realiteit van de eerste wereldoorlog mee. De opsomming nodigt uit tot het lezen van de biografie door Hermione Lee.

Sowieso vraagt het boek om (her)lezing van Woolf’s boeken. ‘Orlando’ wat ik jaren geleden met enige moeite las, is in de terminologie van Woolf een ‘vakantieboek’ of ‘tussendoortje’. Evenals ‘Tussen de bedrijven’ wat veel subtiele verwijzingen naar de oorlog bevat. Nog genoeg te ontdekken dus in het werk van Woolf!        

maandag 4 mei 2015

Twee minuten stilte

Het is 4 mei, we zijn even stil om de doden te herdenken. Ik zie de mensen op de Dam, volwassenen en kinderen, en vraag me af waar ze aan denken, hoe hun gedachten verlopen. Hun opa of oma die er niet meer is? Hun zoon die in een latere ‘vredesmissie’ omkwam? Van de doden tot de dagelijkse beslommeringen die hen afleiden?

Ik weet nog dat ik als kind, toen ik me voor het eerst bewust was van de betekenis van de dodenherdenking, er heel erg op gericht was om de volle twee minuten te besteden aan datgene waar ze voor bedoeld waren. Ik zag de wandelwagen van mijn moeder voor me, doorzeefd door kogels, terwijl zij en haar moeder in een schuilkelder zaten. Het was een indrukwekkend beeld. Mijn opa die ik nooit echt heb gekend, maar waarover ik gehoord had dat hij de bezetter was ontglipt. Het waren sterke beelden in mijn hoofd.

Maar op tv zag ik ook beelden. Kinderen die de camera zagen en moesten lachen, waarop ik vond dat ik me in moest houden. Kinderen op de schouders van hun vader, die opvallend stil waren. Mensen met nette kleding, maar ook mensen in hun dagelijkse kloffie. Kon dat wel? Was dat wel respectvol?

Nu denk ik dat het gaat om wat je het hele jaar door denkt en waar je voor staat. En niet alleen die twee korte minuten van bezinning, die me even deden denken aan het gebed in stilte waar de dominee in de kerk in mijn kindertijd wel eens gelegenheid voor gaf. Bad ik wel voor het goede? Het gaat om je intentie, om wat je je medemens gunt. Ik hoop van harte dat hoe sterk actuele gebeurtenissen onze afkeur ook oproepen, we alles in perspectief blijven zien en de lijn van toen naar nu door durven te trekken en we ons realiseren: ‘Dat nooit meer’. Bovendien hoop ik dat de juiste mensen zich aangesproken voelen door de stem van degenen die vinden dat ieder mens het waard is om te leven.      

zondag 12 april 2015

Bloeitijd

Ik ben weg van alles, ben alleen, heb een kamer voor mezelf en voel me vrij. Ik slenter doelloos door een onbekende stad en laat me meevoeren naar waar mijn voeten me brengen. Dat zijn de stadswallen, het ver uitgestrekte park, het imposante gebouw van een museum, de steegjes, de straatjes, de terrasjes. Ik neem plaats en bestel een kop koffie. De zon streelt mijn gezicht, even sluit ik mijn ogen en voel de warmte van een voorzichtige lente. 

Ik ben mezelf, sta open voor de wereld, ik hoor de taal der mensen. De serveerster zet de koffie met een glimlach voor me neer. Vogeltjes kwetteren in hun kooitjes aan de stadswal. Vrolijk en licht zingen ze het voorjaar tegemoet. Een kerkklok luidt in de verte, maar dwingt me tot niets. Het geluid ademt het wezen van de stad. Mijn koffie drink ik langzaam, ik heb de tijd aan mezelf. Geen afspraken, geen verplichtingen, geen bereikbaarheid, geen nieuws, geen waan van de dag. 

Na mijn koffie wandel ik rustig verder door de kleine straatjes vol met bijzondere winkeltjes met elk hun eigen specialiteit. Boeken, verse vis, Turkse lekkernijen, mooie cadeautjes. Ik hoef niets te  hebben, de etalages zien is al voldoende. De gezellige drukte van darrende mensen en het rustige geroezemoes dat in de lucht hangt, stemmen me mild. Net buiten het centrum voelt de stad ongedwongen en eigen. Al ben ik niet van hier, ik voel me thuis. Thuis is waar je hart is. 

In het park is het eerste groen aan de bomen al zichtbaar. Geitjes staan volop te grazen. Moeders lopen met hun kleine kindjes door het goed bezochte park. Honden snuffelen aan elkaar tot vermaak van hun baasjes die enthousiast praatjes aanknopen. Het leven neemt zijn loop. Mijn horloge ligt thuis. De tijd is nu. ‘Wat ben je aan het schrijven?’ vraagt een jongen die voorbijkomt me. Ik moet stoppen, de wereld roept me.

maandag 6 april 2015

Misverstand in Moskou

Onlangs werden we verrast met een herontdekte novelle uit de nalatenschap van Simone de Beauvoir, ‘Misverstand in Moskou’. Het is een veelzijdig verhaal over een man en vrouw, André en Nicole, van in de zestig die in de zestiger jaren van de vorige eeuw Moskou bezoeken. Hun gids is Masja, de dochter van André.

De Beauvoir neemt je als lezer beurtelings mee in de gedachten van Nicole en René. Zo zie je twee waarachtig gekleurde beelden van de werkelijkheid en is het volkomen logisch dat tussen hen een misverstand ontstaat dat ze uit elkaar drijft. Naast de moeizame verhouding tussen de twee speelt op de achtergrond ook het Rusland van toen een rol. Vooral René heeft er grote moeite mee dat in zijn ogen mooie socialistische waarden vervlogen lijken te zijn en dat zijn dochter hem maar weinig over de status van haar land kan vertellen. Hij is wat dit betreft erg gedesillusioneerd.

Beide partners worstelen ook met de tijd, die op hun leeftijd anders aan lijkt te voelen. Hij lijkt sneller te gaan en moet zinvol besteed worden, gezien de eindigheid van hun leven. Bij Nicole uit zich dat door zich actief te willen voelen in de levendigheid van hun thuisbasis Parijs. René heeft een wat defaitistischer inslag en vraagt zich soms af wat hij nog toe kan voegen aan zijn oud voelende leven. Hij vindt het niet erg om niet aantrekkelijk te zijn, maar ‘hij wilde wel dat als mensen als ze hem zagen zich tenminste konden voorstellen dat hij aantrekkelijk geweest was.’ Het is bijna een bevrijding dat deze gedachte van een man afkomstig is, tegen alle clichés in. Dat is typisch iets voor De Beauvoir.

Hoewel op andere punten de rolverdeling tussen beide partners weer wat klassieker is. Zij houdt zich vooral bezig met onderlinge verhoudingen en hij met politiek en de maatschappij. Psychologie versus sociologie en geschiedenis. Zou dit de weerslag zijn van de verhouding van de schrijfster met Sartre? Nicole krijgt moeite met de relatie van René met zijn dochter en het gegeven dat hij geen enkele moeite doet om met haarzelf, zijn partner, alleen te zijn. Tegelijkertijd heeft hij het idee dat hij nog nooit zoveel met haar samen is geweest. Zij zegt zich te vervelen en realiseert zich dat een overvloed aan tijd je verarmt. Terwijl ze juist had gehoopt dat ‘de tijd, statisch geworden door de lange duur van hun geluk, haar een stroom nieuwe ervaringen op zou leveren.’

Op een bepaald moment wordt hun misverstand opengebroken en zijn ze verbaasd over elkaars gezichtspunten. Het verhaal eindigt met ‘hun eindelijk hervatte dialoog die nooit meer zou eindigen.’ Een romantische oneindigheid in hun eindige leven. 

zaterdag 21 februari 2015

Het feest der onbeduidendheid

Is het leven een feest? Draait het om een goed humeur? Is het één grote grap of is dat te makkelijk gedacht? Milan Kundera maakt met zijn filosofische roman dat ik weer zin krijg hier iets te schrijven, hoe onbeduidend  dat ook moge zijn. Hij voert vier vrienden ten tonele in het Parijs van nu. Alain is gefascineerd door de navel, Ramon wordt door een oud-collega voorgelogen over een vermeende ziekte en Charles en Caliban verzorgen cocktailparty’s. Caliban spreekt op de feestjes altijd een zelfverzonnen Pakistaans in een poging zichzelf te mystificeren. Heeft hun leven gewicht of is het banaal?

De mannen banen zich een weg door het bestaan en vragen zich meer dan eens af waarom ze doen wat ze doen. De oud-collega verbaast zich om zijn eigen leugen dat hij kanker zou hebben. De verteller zegt daarover: ‘Zelfs nu het een simpele herinnering was geworden, bleef de kanker hem gezelschap houden als het licht van een klein gloeilampje dat hem op raadselachtige wijze in verrukking bracht.’ Zo lijkt ongeluk diepte te kunnen verlenen aan het leven.

Ze beschouwen het onderlinge contact tussen mensen en erkennen de waarde van zowel praten als stilte, met name bij het maken van een goede indruk op een vrouw. ‘Als iemand die schittert een vrouw probeert te versieren, heeft zij het gevoel dat ze een wedstrijd moet aangaan. Ze voelt zich verplicht om ook te sçhitteren,’ laat Kundera Ramon zeggen.

De verteller introduceert Stalin met een grappige anekdote die hij ooit verteld zou hebben aan zijn kameraden. Gebeurtenissen uit het verleden integreren in het leven van nu. De geschiedenis bepaalt mede het heden en kan niet afgedaan worden met een grap. Maar in het dagelijkse leven is humor wel onontbeerlijk. Zo kocht Alain een mooie fles drank die hij ter ere van ‘de zeer grote dichter die omwille van zijn nederige verering van de poëzie had gezworen nooit één vers te schrijven.’

Ramon denkt dat het enig mogelijke verzet tegen de wereld is deze niet serieus te nemen. ‘Maar 
ik constateer dat onze grappen hun macht hebben verloren.’ Volgens Hegel, die Ramon van zijn bedenker heeft moeten lezen, is echte humor ondenkbaar zonder een eindeloos goed humeur. Van daaruit kun je lachen om de domheid van mensen.

Is het goede humeur iets nastrevenswaardigs? Of vormt het aanspreken van een goede fles drank een goed doel in dit leven? Of het ontwijken van de banale rij voor het Louvre als opium voor het volk? Moet je je vasthouden aan de rol die je in het begin van je leven hebt meegekregen? Contacten zijn vaak opportunistisch en individualiteit een illusie. Maar we spelen allemaal onze rol in het schouwspel van het leven. Zeer waarschijnlijk een onbeduidende. Wat een feest! 

maandag 2 februari 2015

Mijn tijd ver vooruit

Met mijn to do list van dinsdag ben ik de maandag ervoor al zo goed als klaar. Als ik dan dinsdag aan het werk ga wil ik nog het liefst alles wat dan weer op mijn bordje ligt al af hebben voor ik er aan begin. Het zijn wegwerkklussen, afvinktaken, werk dat af moet zijn zodra het binnen komt. De tijd jaagt door mijn hoofd. Ik jakker door mijn werkzaamheden. Opzij opzij opzij. Ik heb een ongelofelijke haast. Geen tijd voor praatjes, geen tijd voor koffie, ik moet door, het einde is nog niet in zicht. En zo gaat het de hele week door.

Eenmaal thuis hetzelfde verhaal. Alvast mijn biebboeken terugbrengen, alvast een film in huis halen, nu schoonmaken voor het bezoek van morgen, boodschappen vandaag nog in huis halen, morgen regent het misschien wel, me nu inlezen voor de cursus time-management, straks kom ik er misschien niet meer toe. Omfietsen voor de Hema-wijn, nu in de opruiming kleding scoren, terwijl ik altijd weer thuiskom met de nieuwe collectie voor de volle mep.  

Na mijn bezoek kan ik nog net een filmpje afvinken en op gezette tijden ga ik verplicht ontspannen tijdens de yoga-les of het lezen van een boek. Lees nu een doorploeterboek, maar laat me niet van de wijs brengen en ga ermee door tot het bittere einde.  Voor het einde duikt er natuurlijk alweer een nieuw boek op dat gelezen moet worden, want nieuw en juichende recensies en beschikbaar. Ik loop hard tot hijgen aan toe, dat is immers goed voor lichaam en geest.

Mijn hoofd doet zeer, mijn hart dat jaagt, ik raak buiten adem, uitgeteld, op. Mijn dokter heeft maar tien minuten tijd en zegt dat ik mijn gemak moet houden. Maar hoeveel orde ik ook aanbreng in mijn bezige bestaan, alles gaat maar door en dient zich aan. Waar stopt het in dit moderne mensen bestaan?     

vrijdag 9 januari 2015

Ben ik Charlie?

Meningen buitelen over elkaar heen
schreeuwend, hard, zacht
protesteren, ageren

actie, reactie
ben ik dan de enige
die van schrik is stilgevallen
en betwijfelt of ze de moed
van Charlie wel had gehad? 

zaterdag 3 januari 2015

Een nieuw begin

Een nieuw jaar vraagt om een nieuw begin. Ik wil graag meer tijd nemen om aan mijn verhalen te schrijven en de bladen bij te houden. Ik las onlangs de ontstress-tip: ‘Stop met het bijhouden van een weblog en stop ook gelijk met het lezen van andermans blogs.’ Dit wakkerde mijn twijfel of ik mijn weblog nog door zou zetten verder aan. Het is niet dat ik er stress van ervaar, maar het legt wel beslag op mijn tijd en neemt een leesgedrag met zich mee dat soms wat dwingend is.

Het schrijven van de stukjes voor mijn weblog is een soort routine geworden. Van tevoren denk ik steeds: kan ik hier wel iets zinnigs over zeggen? En achteraf ben ik meestal tevreden genoeg om het gedane in mijn agenda te noteren met een uitroepteken erachter. Het resultaat verbaast me niet langer, het is een verplichting die ik afvink, wat funest kan zijn voor een weblog, hoorde ik pas geleden van een tekstschrijver die diverse weblogs verzorgt. De urgentie is eraf, hoewel ik wel steeds meer lezers kreeg.   

Als ik in een dik boek bezig was, dan voelde ik me min of meer verplicht om ondertussen dunnere boeken te lezen om over te kunnen schrijven op mijn weblog. Van dit dwangmatige lezen wil ik mezelf verlossen. Ik wil mezelf de tijd gunnen om dikke, dunne, oude en nieuwe boeken in alle rust te lezen, zonder telkens te hoeven bedenken wat ik erover zal zeggen.

Zes jaar lang heb ik een weblog over mooie boeken bijgehouden. De laatste jaren hier en daarvoor op een andere site. Het is mooi geweest. Ik zal zeker nog wel wat over boeken te melden hebben op Twitter, maar niet meer hele verhalen.

Lezers bedankt & wie weet tot ergens anders!