donderdag 14 mei 2015

Virginia Woolf

Ik had een gedachtenkronkel die ertoe leidde dat ik de nieuwe biografie van Virginia Woolf kocht, terwijl ik eigenlijk zo min mogelijk boeken wil kopen. Want: volle boekenkast en een uitnodigende bibliotheek. Ik zag dat de biografie van Hedy d’Ancona van een paar jaar terug in de aanbieding was bij de Opzij, maar met verzendkosten alweer wat minder goedkoop. Ook zo bij Bol.com, tenzij ik er een boek bij kocht. Dat zou Virginia Woolf van Alexandra Harris kunnen zijn. Maar ik gun het de échte boekhandel, Adriaan Heinen, veel meer. Daar geen Hedy, maar wel Woolf en dus ga ik door een aanbieding verleid met een nieuw boek voor de volle prijs naar huis! En Hedy kan ik altijd nog via de bieb lezen…

En zo’n gekke kronkel was het nou ook weer niet, want het is een heel fijne biografie van Woolf. Alexandra Harris schetst een genuanceerd en eerlijk beeld van de vrouw en schrijfster die Woolf was. Ze geeft de lezer inzicht in de manier waarop de schrijfster inspiratie vond voor de vorm en inhoud van haar diverse boeken. Dat Woolf veel experimenteerde ontlokt Harris de opmerking: ‘Ze kon nooit vertrouwen putten uit haar eigen succes omdat ze nooit twee keer hetzelfde deed.’ De momenten dat haar boeken uitkwamen waren voor Woolf gevaarlijke momenten, ingegeven door haar onzekerheid en stemmingswisselingen.

Harris gaat opvallend weinig in op ‘de ziekte’ van Virginia Woolf. Ze noemt ook nergens de term ‘manisch depressief’ terwijl deze toch gangbaar is in verband met de grote schrijfster. Wellicht heeft dit te maken met de nuance die Harris wil aanbrengen in het beeld dat door de jaren heen van Woolf geschetst is. Als tegenwicht van de labiele, hysterische vrouw die zich bezighield met kleinigheden op het sociale vlak, zet zij een intelligente vrouw neer, die in haar werk het persoonlijke tot een hoger (politiek) niveau tilt en die zelf, en door haar man geholpen, op een verstandige manier omgaat met haar ziekte. De ziekte brengt haar niet alleen somberheid, maar ook creativiteit.

Woolf’s relaties met mannen en vrouwen komen zonder veel effectbejag als vanzelfsprekend thema aan bod. Het lijkt recht te doen aan de persoon die Woolf was. De biografe bespreekt enkele eerdere biografieën, waarvan de vroegere Woolf ook neerzetten als slachtoffer van misbruik in haar jeugd. Harris vindt dit een te eenzijdige blik, Woolf was zoveel meer dan dat. Ze noemt haar zelfs een snob! Woolf bevond zich dan ook in de luxe positie van het hebben van een stads- en een plattelandswoning met de nodige dienstmeisjes. Maar ze maakte ook de realiteit van de eerste wereldoorlog mee. De opsomming nodigt uit tot het lezen van de biografie door Hermione Lee.

Sowieso vraagt het boek om (her)lezing van Woolf’s boeken. ‘Orlando’ wat ik jaren geleden met enige moeite las, is in de terminologie van Woolf een ‘vakantieboek’ of ‘tussendoortje’. Evenals ‘Tussen de bedrijven’ wat veel subtiele verwijzingen naar de oorlog bevat. Nog genoeg te ontdekken dus in het werk van Woolf!        

maandag 4 mei 2015

Twee minuten stilte

Het is 4 mei, we zijn even stil om de doden te herdenken. Ik zie de mensen op de Dam, volwassenen en kinderen, en vraag me af waar ze aan denken, hoe hun gedachten verlopen. Hun opa of oma die er niet meer is? Hun zoon die in een latere ‘vredesmissie’ omkwam? Van de doden tot de dagelijkse beslommeringen die hen afleiden?

Ik weet nog dat ik als kind, toen ik me voor het eerst bewust was van de betekenis van de dodenherdenking, er heel erg op gericht was om de volle twee minuten te besteden aan datgene waar ze voor bedoeld waren. Ik zag de wandelwagen van mijn moeder voor me, doorzeefd door kogels, terwijl zij en haar moeder in een schuilkelder zaten. Het was een indrukwekkend beeld. Mijn opa die ik nooit echt heb gekend, maar waarover ik gehoord had dat hij de bezetter was ontglipt. Het waren sterke beelden in mijn hoofd.

Maar op tv zag ik ook beelden. Kinderen die de camera zagen en moesten lachen, waarop ik vond dat ik me in moest houden. Kinderen op de schouders van hun vader, die opvallend stil waren. Mensen met nette kleding, maar ook mensen in hun dagelijkse kloffie. Kon dat wel? Was dat wel respectvol?

Nu denk ik dat het gaat om wat je het hele jaar door denkt en waar je voor staat. En niet alleen die twee korte minuten van bezinning, die me even deden denken aan het gebed in stilte waar de dominee in de kerk in mijn kindertijd wel eens gelegenheid voor gaf. Bad ik wel voor het goede? Het gaat om je intentie, om wat je je medemens gunt. Ik hoop van harte dat hoe sterk actuele gebeurtenissen onze afkeur ook oproepen, we alles in perspectief blijven zien en de lijn van toen naar nu door durven te trekken en we ons realiseren: ‘Dat nooit meer’. Bovendien hoop ik dat de juiste mensen zich aangesproken voelen door de stem van degenen die vinden dat ieder mens het waard is om te leven.