zaterdag 23 april 2016

De twee rivieren

Inez van Dullemen heeft met haar negentig jaar een indrukwekkende lijst met boeken geschreven. In de jaren zeventig werd ze bij het grote publiek bekend met ‘Vroeger is dood’, een verhaal over haar ouders dat ook verfilmd is. In ‘De twee rivieren’ kijkt ze terug op haar leven en schrijverscarriĆØre. Haar krachten nemen af en ze blikt vooruit naar de dood. Na de vele verre reizen in haar leven is haar wereld nu kleiner geworden en verbindt ze haar overdenkingen aan de vogels in haar omgeving. Zij keren telkens terug, het leven lijkt door te gaan. Toch is het hare eindig.

Voorbode van deze eindigheid is het steeds kleiner worden van de kring schrijvers om haar heen. ‘Als je zo oud bent als ik nu, blijkt dat de vriendenwereld om je heen min of meer is weggevaagd. En zonder vrienden is ons vak eenzaam (…) Op zulke momenten is het heerlijk dat er mensen zijn die je  op de been helpen. Ze zijn spaarzaam, het zijn er maar enkelen die jou toelaten tot hun geheime schrijfdomein en tegelijkertijd bereid zijn zich te verdiepen in waar jij mee bezig bent.’ In haar eenzame vak heeft zij wel degelijk behoefte aan contact met collega schrijvers.

De overdenkingen van de schrijfster brengt zij op een schijnbaar lichtvoetige manier, maar ondertussen raakt ze wel de kern van het leven. Door gedachten te spiegelen aan de natuur relativeert ze het menselijke bestaan. Aan het eind van het verhaal staat ze bij twee rivieren die samenkomen en die maken dat ze haar leven beschouwt, wat er was, wat er is overgebleven en wat er komt. Want ‘de rivier staat voor tijd die voorbij gaat en die niet te achterhalen is.’ Met haar voeten in het water voelt ze de eenzame overgave aan dat wat komen gaat. Een prachtig mooi boek met overdenkingen. Haar laatste?   

zondag 17 april 2016

Tussen een persoon

Eindelijk heeft de bibliotheek de enige roman van Esther Gerritsen die ik nog niet had gelezen in de collectie, ‘Tussen een persoon’. Met dank aan de Boekenweek waarin enkele van haar romans opnieuw zijn uitgegeven. Als auteur van het geschenk stond zij volop in de belangstelling. En terecht, want ze is een bijzondere en eigentijdse schrijver van Nederlandse bodem. Het boek is oorspronkelijk in 2002 uitgegeven en was haar tweede roman, lang voordat ze in 2010 meer bekendheid kreeg met ‘Superduif’. Met ‘Tussen een persoon’ ging ik dus even terug in de tijd.

Wat gelijk opvalt aan haar vroegere manier van schrijven is het wereldvreemde van haar hoofdpersonage, een jonge vrouw die haar vriend gevangen houdt en hem het verhaal van hun in haar ogen fatale relatie uit de doeken doet. Haar hoofdpersonages zijn vaak jonge vrouwen die een zekere onbevangenheid hebben tegen opzichte van de hen omringende wereld. Dit leidt vaak tot absurde situaties en eigenwijze gedachtegangen. In dit vroege boek van Gerritsen staat de hoofdpersoon zo ver buiten de reguliere wereld dat zij de sterk analytische en noodlottige overtuiging van de eenling bezigt. Roxy, in haar laatste roman, heeft ook een aparte blik op het leven, maar minder extreem. Zij is ook meer een mens onder de mensen.

Het thema in ‘Tussen een persoon’ is het opgaan in de twee-eenheid die een relatie is. In hoeverre raak je jezelf kwijt aan de ander en hoe kan de ander je nog verrassen als alle eerste keren al verleden tijd zijn? Ook de tussentijd is een terugkerend thema in het werk van de schrijfster. Het Boekenweekgeschenk heeft ze in eerste instantie ook in een soort tussentijd geschreven, met haar laptop in bed. Als je iets ondertussen doet telt het nog niet mee. Je bent daarin minder kritisch op de uitkomst. Plannen die je bedenkt zijn fijner om te koesteren dan om uitgevoerd te hebben, want wat moet je dan nog? Dit boek heeft een quasi happy end, waarvan je niet zeker weet of het zich werkelijk afspeelt of alleen in het hoofd van de jonge vrouw. Een echte Esther Gerritsen dus, die je enigszins beduusd achterlaat. 

zaterdag 9 april 2016

Vele hemels boven de zevende

Met een scheiding en volop aandacht voor het wezenlijke in het leven is Griet op de Beeck een paar jaar geleden een andere weg ingeslagen. Je moet het leven ten volle leven, zoals ze ook na de aanslagen in Brussel verkondigde. We mogen geen tijd morsen. Haar nieuwe weg heeft tot nu toe al drie romans opgeleverd, waarvan ‘Vele hemels boven de zevende’ de eerste was. Het verhaal zat al in haar en in een paar maanden had ze het op papier. Leven en schrijven doe je volgens haar vanuit een urgentie en kunst tilt je leven naar een hoger plan. Haar debuut gaat over de dagelijkse dingen die moeten relateren aan iets groters, anders gaat het mis.

Als lezer leer je een paar door familiebanden aan elkaar verbonden mensen kennen, van jong tot oud. Elk heeft zijn of haar eigen stem. Iedereen heeft wel wat. De een is aan de drank, de ander nog volop zoekend en de volgende klaagt altijd. De schrijfster zet de diverse personages liefdevol en geloofwaardig neer. Het zachte karakter van het Vlaams maakt het wat poƫtischer. De hoofdpersonen krijgen gestalte in dat we ze zeggen, maar ook in dat wat ze juist niet zeggen. Contacten voelen soms als een verplichting en even buiten roken vormt een welkome vluchtmogelijkheid.

Het is geen feel good verhaal, maar een greep uit het leven zoals dat kan gaan en met een einde waar je niet blij van wordt, maar dat je wel aan het denken zet. Met hoeveel aandacht voor een ander leef je je leven en laat je blijken wat je echt vindt? ‘Vele hemels boven de zevende’ is een uitspraak van Eva aan haar nichtje Lou die wil weten hoe de eerste kus voelt. Lou moet erom lachen. Later is het lachen haar vergaan. ‘Jezelf vastschroeven geeft misschien houvast, maar maakt niet echt gelukkig,’ denkt een van de hoofdpersonen. Dat lijkt ook de belangrijkste conclusie uit dit verhaal.