zondag 30 oktober 2016

De eerste vrouw

De eerste vrouw is de sopraan in een operagezelschap die de hoofdrol speelt. Geraldine Farrar was zo’n vrouw. In het begin onder de vleugels van haar moeder komt zij begin twintigste eeuw in de Verenigde Staten in de operawereld terecht zonder veel levenservaring. Na een onmogelijke relatie met een getrouwde man uit het wereldje wordt ze de vrouw van Lou Tellegen, een gretig levende, van oorsprong Nederlandse acteur. Tellegen heeft vele relaties en avontuurtjes beleefd en is eenmaal eerder getrouwd geweest voordat hij met Geraldine in het huwelijk treedt. In zijn wereld is zij dus zeker niet de eerste vrouw, zoals uit het hele verhaal blijkt.

Susan Smit vertelt het verhaal van de liefde tussen beide sterren tegen de achtergrond van de gebeurtenissen begin vorige eeuw. Ze geeft de operaster een ongekende ambitie mee waarvoor veel moet wijken. Ook laat ze zien hoe het karakter van de acteur daarmee op gespannen voet staat. Hij heeft ongekende hoogten beleefd en heeft een telkens terugkerende zelfdestructieve neiging. In het begin is hun liefde groots en meeslepend, maar na verloop van tijd blijken hun karakters voor langere tijd moeilijk verenigbaar. Als ze in films elkaars tegenspelers worden, botsen ze privé steeds vaker.

De schrijfster schetst de achtergrond van de eerste wereldoorlog en de opkomst van de gesproken film. Geraldine was ook een voorbeeld voor vrouwen met haar strijdvaardigheid en ambities. Smit geeft haar karakter op een realistische manier vorm. Ze maakt de verwijdering tussen beide sterren invoelbaar en weet gevoelens en sferen tot een bijna tastbare werkelijkheid te maken.

Het verhaal wordt vanuit Geraldine in de eerste persoon geschreven, gericht aan Lou, die op dat moment niet meer leeft, afgewisseld met zijn perspectief in de derde persoon. Het is eerst en vooral het verhaal van de prima donna, die dat altijd was en nooit zou zijn. Over buitenkant en een leven als publiek persoon, waar Smit waarschijnlijk veel van haar eigen ervaringen in heeft kunnen leggen. Dit maakt het een waarachtig historisch liefdesverhaal. 

zondag 23 oktober 2016

Tot bitter zout

David Klaver schreef een novelle over herinneringen. Het gaat om een ouder stel, waarvan de vrouw dementie ontwikkelt en de man zijn oorlogsverleden wil vergeten. Ulrike, de vrouw, probeert haar herinneringen juist op te halen en levend te houden, wat tegen het willen vergeten van Wolfgang, haar man, in gaat. Het vormt een dankbaar thema voor een verhaal met interessante tegenstellingen.

De schrijver introduceert Ulrike en Wolfgang, een Duits stel, waarvan de man in de Tweede Wereldoorlog zich bij de SS heeft aangesloten. Hij heeft daar een slecht been aan overgehouden en een levenslange drang om alles wat verwijst naar de oorlog uit de weg te gaan. Ulrike weet van niets. Zij is een intelligente vrouw met een respectabele baan die in de ogen van haar vader met een man onder haar stand is getrouwd. Wolfgang heeft dat altijd gevoeld.

Klaver verbeeldt het rijke en sociale leven van het stel dat door hun gangen, ingegeven door Wolfgangs verleden, steeds beperkter wordt. Uiteindelijk leven ze op het platteland met een minimum aan contacten. Het vluchtgedrag van Wolfgang en de ziekte van Ulrike hebben hen hiertoe gedreven. De schrijver hanteert een onnadrukkelijke schrijfstijl en gebruikt schijnbaar terloopse vergelijkingen. Het mooie aan het verhaal vind ik dat het hierdoor heel realistisch en tastbaar aanvoelt.

Als de herinneringen van Ulrike ver heen zijn, krijgt Wolfgang spijt dat hij haar altijd heeft voorgelogen. Hun burcht lijkt even te worden doordrongen door een psycholoog die hen hulp biedt, maar ook haar weet Wolgang uiteindelijk uit hun kleine wereld te verjagen. Het eeuwig dienende karakter van Wolfgang, die altijd maar weer vlucht voor elk glimpje van de oorlog, wordt overtuigend neergezet. Een sober en realistisch verhaal over twee mensen die elkaar nooit werkelijk hebben gekend.       

zaterdag 15 oktober 2016

Etty Hillesum leest Rainer Maria Rilke

Eerder las ik het dagboek van Etty Hillesum waaruit haar opmerkelijke houding tijdens de oorlog bleek. In alle lelijkheid kon zij iets goeds zien en alles wat gebeurde had een goede reden. Het was bijna een Boeddhistische houding, ze leek haar tijd ver vooruit. Zelfs als zij als Joodse jonge vrouw in een kamp belandt lukt het haar voor een groot deel om positief te blijven. Natuurlijk raakte zij soms ook ontmoedigd door de dagelijkse realiteit, maar overwegend bewaart ze een soort van innerlijke rust.

In het boek van Frits Grimmelikhuizen legt deze schrijver haar opvattingen en geschreven teksten naast het gedachtengoed van Rilke. In een mooie afwisseling van beide denkers toont hij de invloed van Rilke op Hillesum. Opvallend is dat de laatste steeds het idee had dat er iets in haar groeide dat nog vorm moest zien te krijgen. Het borrelde van binnen en dat zou er op creatieve wijze ooit uitkomen, zij voelde zich een kunstenaarsgeest. De dagboeken en brieven die zij tijdens de oorlog schreef, die haar uiteindelijke werk en nalatenschap zouden vormen, beschouwde zij zelf nog enkel als een voorbode. Helaas heeft deze proloog geen vervolg gekregen door haar vroegtijdige dood in Auschwitz.

Grimmelikhuizen laat in zijn boek zien hoezeer Hillesum bezig was met de woorden van Rilke. Op een manier die in onze huidige tijd bijna onvoorstelbaar lijkt, schreef ze handmatig teksten van hem meermalen over om zich zijn woorden eigen te maken. Vervolgens wilde zij ze weer vergeten om de inhoud ervan vervolgens op haar eigen manier in haar leven te ervaren.

De schrijver laat eerst zijn licht op de levens van zowel Hillesum als Rilke schijnen en gaat vervolgens in op de schriften van Hillesum en waar deze doordrongen zijn van de ideeën van Rilke. Haar manier van leven en denken zouden we tegenwoordig misschien wel ‘zen’ noemen en blijkt bijvoorbeeld ook uit haar manier van omgaan met relaties. Zo heeft zij een oudere en een jongere liefde die beiden een eigen plaats in haar leven innemen en elkaar niet in de weg lijken te staan. Grimmelikhuizen doet met zijn boek recht aan het bijzondere leven en werk van Etty Hillesum. Maar ook haar dagboek, ‘Het verstoorde leven’, is een waardevol document. 

zaterdag 8 oktober 2016

Aarde

Aarde draagt ons
aardig zijn wij 
en dicht bij de grond 
nu en dan verlicht 
door luchtspiegelingen 
vuurgevechten 
wassend water 
werpt ons telkens terug 
op onze eigen grond 
aardedonker 
dichter 
bij onze oorsprong 
verder van elkaar 
stil en gedragen 
door de grond 
aan weerszijden
van ons ravijn 
in de diepte starend 
de aard van ons 
samen zijn

zondag 2 oktober 2016

Bloemkool uit Tsjernobyl

Al een tijd lang was ik van plan ‘Bloemkool uit Tsjernobyl’ te lezen. Nu kwam het op Twitter voorbij en heb ik het eindelijk gedaan. Het debuut van Roman Helinski, die nu zijn tweede boek heeft uitgebracht, blijkt een krachtig verhaal dat schreeuwt om verteld te worden. Het is een vadergeschiedenis, zoals de ondertitel vermeldt. Een verhaal van een rasechte verhalenverteller, wat wil je ook, met de naam Roman?

De schrijver brengt een vader en zoon in beeld en hun onderlinge moeilijke verhouding door de jaren heen. Frappant is dat de schrijver de vader de naam Roman meegeeft. Maar ook de zoon Victor heeft uiteindelijk veel te vertellen. Het contact van de twee balanceert tussen intieme momenten en tijden van afstand. Roman is de altijd aanwezige afwezige.

Roman komt uit Polen en heeft een uitbundige levensstijl. In de praktijk betekent dit veel drank en een eeuwige hang naar vrijheid. Het huwelijk met Victors moeder benauwt hem. Hij reist zoveel hij kan voor zijn werk en later ook vanuit zichzelf om zijn onrust te bedwingen. Helinski zet hem mooi neer als een man van grote woorden en halve daden. Een praatjesmaker die soms irriteert maar zeker ook charmeert.

In de tijd van de roman wordt Victor van een kleine jongen die vol bewondering voor zijn vader is, een volwassen man die inziet hoe onvolwassen zijn vader kan zijn. Meer dan eens heeft Roman zijn zoon teleurgesteld, maar er blijft altijd een zeker charisma om hem heen hangen. Treffend is de proloog die aan het eind van het boek terugkomt, waarin de vader trots de reizen die hij zal maken aan zijn zoon op een kaart toont.

Helinski is een ster in het beschrijven van de kwetsbare balans tussen vader en zoon. Victor zal hem nooit volledig veroordelen en uiteindelijk stapt de zoon toch op een bepaalde manier in de voetsporen van Roman. Een mooi debuut. Benieuwd naar de opvolger, ‘De valse profeet’.