maandag 26 december 2016

Post voor Rus Ordelman

Wat een rare titel en wat een rare naam. Dat denkt ook hoofdpersoon Rus zelf die zijn achternaam cadeau krijgt bij zijn identiteitspapieren. Hij is een eenling zonder familie en vrienden en woont in een illegaal zelfgebouwd huis. Van zijn vader heeft hij alleen nog een ouderwetse Russische bontjas die lijkt te bevestigen dat hij Russische roots heeft. Van zijn moeder die met de noorderzon vetrokken is heeft hij een pinpas gehad waarvan hij dagelijks wat geld pint om naar de Starbucks te gaan. Hij heeft een leeg maar vrij en vertrouwd leven.

Op zeker moment wordt zijn idylle verstoort als de lange arm van de wet hem bereikt. Dat zet zijn rustige leventje in beweging en brengt hem met andere mensen in contact. Zijn naïeve vertrouwen wordt meerdere keren beschaamd. Met een waaier aan persoonlijkheden die Rus ontmoet of zijdelings zijn leven beïnvloeden biedt debutant Bette Adriaanse een brede blik op de samenleving. Nadruk ligt daarbij op de buitenstaanders. Die doen veelal hun best om in het normale stramien te passen wat de schrijfster verbeeldt als fantasieloos en banaal. Ondanks het getrek aan Rus om aan de standaard te voldoen lukt hem dit niet. Hij heeft te zeer zijn eigen blik en manier van in het leven staan.

Bette voert een aantal personages op die elk op hun eigen manier niet in de gangbare hokjes passen. Zij laat zien hoe zij daarin verstrikt zitten en de tegenwerking die zij ondervinden om vooruit te komen. Dit geldt niet alleen voor de inmiddels dakloze Rus maar ook voor een ambitieuze pakketbezorger, een secretaresse die meer wil en een oudere vrouw wier leven zich afspeelt rondom een tweemaal daags uitgezonden soapserie. Ze streven naar een beter leven maar worden door alle omstandigheden tegengewerkt. De schrijfster zet de buitenstaanders en de mechanismen in de maatschappij die hen uitsluiten met een groot gemak neer zonder ze in een slachtofferrol te drukken. Als lezer krijg je sympathie voor de drop-outs. Zij zijn degenen die vragen stellen bij hun leven en nemen het niet voor lief. Een fijn debuut van deze schrijfster en kunstenares.   

zaterdag 17 december 2016

Zin

De kunstenaar in zijn atelier
Elk beeld draagt zijn idee 
Van beschilderd doek 
tot gehouwen steen 
Van gesmede metalen 
tot versneden papier 
De glans van zijn ogen
reflecteert in zijn werk 
Hij heeft niemand nodig 
geen god geen kerk 
Alleen de beschouwer
van dat wat hij maakt 
Iemand die kijkt
en hem daarmee kent
Misschien dat ik
diegene ben

zaterdag 10 december 2016

De spion

Ze was niet bang voor de dood. Ze had in haar optiek ook niets verkeerds gedaan. Alleen heel vaak ja gezegd tegen geld en privileges. Die werden haar gegund door mannen met macht. Hun aanzien maakte dat ze niet konden getuigen in haar proces. Hun verbindingen waren intiem en konden het daglicht niet verdragen. Zij beweerde de esthetiek en kunst te dienen. Politiek interesseerde haar niet, maar ze wist wel veel. Heeft zij in de eerste wereldoorlog informatie doorgebriefd tussen Frankrijk en Duitsland? Haar persoon hult zich nog steeds in een mysterieus waas. Wellicht wordt volgend jaar als een eeuw na haar doodvonnis het dossier over haar rechtszaak openbaar wordt meer duidelijk.

Paulo Coelho zag een dankbaar onderwerp in Mata Hari voor zijn nieuwe roman. Een mooie, mysterieuze vrouw die zich niet uit het veld liet slaan maar volop gebruik maakte van haar charmes om rijkdom en status te verwerven. Hij zet een vrouw neer die zonder angst haar dood tegemoet gaat nadat ze veroordeeld is tot het vuurpeloton. Was dit terecht? Het boek laat het in het midden. Ze had contacten met tegenstanders in de grote oorlog. Hoe doelbewust dit was blijft vooralsnog de vraag. Evengoed kan zij als afleiding van en zondebok voor politieke spelletjes zijn gebruikt.

Op een of andere manier komt de Mata Hari van Coelho voor mij in dit verhaal niet echt tot leven. Alsof ze te geconstrueerd is, te bedacht. De slimme, verleidelijke vrouw die overal boven staat, geen vrouw van vlees en bloed. Een romanpersonage maar wel één uit een waargebeurd verhaal. Ze verdient beter. Misschien volgen er, als er volgend jaar meer duidelijk wordt over haar intenties, nog meer boeken en films in de lange rij die al over haar geschreven en gemaakt zijn. Maar het kan ook zijn dat als het raadsel is opgelost het verhaal niet langer tot de verbeelding spreekt. Spion of niet, we zullen het zien. The truth is in the eye of the beholder.      

zondag 4 december 2016

Campert compact

Remco Campert is voor de tweede wereldoorlog geboren en was 11 jaar toen deze begon. Hij is in de vijftiger jaren serieus begonnen met dichten. Hij hoorde met collega’s als Claus en Kouwenaar tot de groep die later De Vijftigers genoemd zou worden. Nu is hij met zijn 87 jaar de enige van deze groep die nog leeft. Van alle manieren van schrijven voelt hij zich nog steeds het meest dichter. In de dundrukuitgave van Van Oorschot met zowel gedichten als verhalen en columns, spreekt hij zijn spijt uit dat je van dichten niet kunt leven. Op dichtbundels moet juist vaak toegelegd worden. In de loop der jaren heeft hij toch ook een aardig proza oeuvre opgebouwd.

De gedichten in Campert compact zijn helder en zonder opsmuk. Hij voert dagelijkse dingen op die meestal herkenbaar zijn, vaak met een twist op het einde. Dat geldt eigenlijk ook voor zijn verhalen en columns. Ergens geeft hij ook aan dat hij niet iemand is van het lange verhaal, vanwege geen geduld. De korte stukken vragen om voorrang en moeten ook geschreven worden. In al zijn werk verstaat Campert de kunst om het gewone bijzonder te maken. Bij geen enkel stuk in deze bundel denk je na lezing: nou en? Er zit altijd iets van een levenswijsheid in. Dat maakt zijn werk zeer lezenswaardig.

In mijn jongere jaren las ik bijvoorbeeld ‘Somberman’s actie’ en ‘Tjeempie! of Liesje in Luiletterland’. Eigenlijk zou ik deze boeken eens moeten herlezen om er meer uit te halen dan toen. De luchtigheid van Campert draagt een essentie met zich mee. In zijn columns raakt hij veel aan zijn eigen persoon en spaart zichzelf daarbij niet. Hij zegt altijd gestreefd te hebben naar zo min mogelijke zorgen en vindt dat dit hem door de jaren heen aardig is gelukt. Soms duikt er een opdracht op waaraan bepaalde eisen worden gesteld. Deze zet hij dan zoveel mogelijk naar zijn hand. 
 
Hij zal zolang hij kan doorgaan met schrijven. Het mooie is dat hij één van de laatsten is die nog kan getuigen van zijn vroegere tijd. Vanzelfsprekendheden van nu zijn de wonderen van vroeger. Het zou mooi zijn als de jeugd hem nog leest en zich hiervan bewust raakt. Een verbinding tussen oud en nieuw.