vrijdag 29 december 2017

Fuzzie

Een zacht pluizig bolletje dat je bij je draagt en je bemoedigend en liefdevol toespreekt. Wie wil dat niet? Er passeren diverse personages de revue in het boek van Hanna Bervoets die onverwacht zo’n ‘Fuzzie’ in handen krijgen. Een jong meisje dat net haar relatie verloren heeft, een oudere man die zoveel mogelijk vrouwen date totdat hij één speciale tegenkomt, een vrouw die tussen twee werelden leeft en een klein meisje dat naar Nederland gevlucht is.

Allemaal putten ze steun en troost uit het bolletje, dat op geen enkel moment iets negatiefs zal zeggen. Alsof de schrijfster een stem heeft gegeven aan onze milde kant die we in het competitieve heden verloren lijken te zijn. De altijd streberige hang naar succes, geluk, rijkdom en virtuele vrienden krijgt hiermee een aangename tegenhanger, maar is zelf ook nooit ver weg. Want dure spullen staan volgens het jonge meisje voor intelligentie, voor stijl moet je immers slim zijn. En voor succes, want zonder dat kom je er niet aan.

Bervoets maakt al haar personages geloofwaardig in een realistische hedendaagse tijd, waaraan behalve de Fuzzie, niets futuristisch te bespeuren valt. Ik vind dat wel een verademing na alle uitstapjes naar de toekomst, die ze overigens prima verwoordt, maar dit verhaal komt me waarachtiger voor. Alsof ze haar fantasie dichter bij huis heeft losgelaten. Met een prachtig resultaat.

Want hoe kijk je tegen de wereld aan als je bezitterigheid, snel oordelen en altijd willen scoren loslaat? Je zou wel eens ontvankelijk voor veel moois kunnen zijn en open staan voor wonderlijke dingen in het leven. Het biedt de schrijfster de kans om haar verbazing hierover onder woorden te brengen vanuit het onschuldige perspectief van een Fuzzie. Dat deze bolletjes aanvankelijk mooier lijken dan ze uiteindelijk blijken te zijn, lijkt misschien een bezwijken voor de huidige tijdgeest. Maar ze bieden ook een les, voor de mens van vandaag.         

maandag 25 december 2017

Mijn moeder is mijn naam vergeten...

Mijn moeder is mijn naam vergeten,
mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
Hoe moet ik mij geborgen weten?

Noem mij, bevestig mijn bestaan,
laat mijn naam zijn als een keten.
Noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij  mijn liefste naam.

Voor wie ik liefheb, wil ik heten. 

Neeltje Maria Min



















donderdag 21 december 2017

Leven

De dagen volgden elkaar op
Ze gingen weer voorbij 
Het leven ging maar door
Ik landde in een loop 
Het ritme van mijn leven 
nam me met zich mee 
Ik had niets te zeggen 
deed wat het me vroeg

Tot het moment dat jij
me mee naar buiten nam 
zwervend door het bos 
Ik opnieuw de kleuren zag 
de wind voelde op mijn huid 
Ik aardde weer stevig 
vaste voet aan de grond 
Terug kwam mijn leven 
een lach om mijn mond














zaterdag 16 december 2017

Thuiskomen

Zullen ze wat zeggen 
en wat zullen ze zeggen 
als ik de deur door kom 
wat zie je er uit 
je bent ver weg geweest 
of zullen ze niets zeggen 
en alleen maar kijken 
of niets zeggen zelfs niet kijken 
maar doorgaan met doen 
net of er niets gebeurd is

Hier ben ik dan 
hun vriendelijke vreemdeling 
ik spreek de taal der mensen 
hoe is het weer 
het is weer ja 
het is weer nee 
het is weer mooi weer 
buiten

Mischa de Vreede











woensdag 13 december 2017

Gedicht

Mocht ik maar vluchten, ver hier vandaan,
was ik maar groot, was ik maar vrij.
Dansroffels hoor ik heel de nacht lang:
dreunen, getrappel, geklap en gezang.
Een troep kwam dichtbij, door de donkere laan,
met geroep naar mij.
Toch bleef ik doodstil achter ’t venster staan.
Gezichten, als maskers, keken mij aan. 

Hendrik de Vries







zaterdag 2 december 2017

Genoeg nu over mij

Haar debuutroman staat hier nog in de kast. Dat was Bloem, vijftien jaar geleden. Ondertussen staan er vier romans op haar naam, maar ze komt ook telkens weer terug bij haar beschouwend schrijven. Gelukkig, want ik hou van die persoonlijke en toch ook algemene manier van schrijven van Marja Pruis. Zoals nu in Genoeg nu over mij. Ook hierin neemt ze zichzelf als vertrekpunt om de wereld te beschouwen. En natuurlijk gaat het veel meer over haarzelf dan ze eigenlijk zou willen, maar het is haar manier van kijken en beschrijven. Ze heeft het schrijven nodig om de wereld te kunnen behappen, en zich er al schrijvend een mening over te kunnen vormen.

Ze neemt je als lezer mee in haar redeneertrant en schuwt niet om politiek incorrecte standpunten in te nemen. Wel schrikt ze soms van de uitkomst van haar eigen opeenvolging van gedachten en benoemt die schrik dan ook. Dat maakt het een open en eerlijke manier van argumenteren. Zo komt het dat ze nu met wat meer afstand de opvattingen van de tweede feministische golf beziet en deze niet kritiekloos onderschrijft. Tijden veranderen, opvattingen ook. Filosoferen zonder starre opvattingen, maar met open vizier. Een verademing in een tijd waarin soms krampachtig aan bepaalde opvattingen wordt vastgehouden.

Ze legt op een natuurlijke manier verband tussen schaamte en actuele moorden. Ze verwoordt het ongemakkelijke gevoel dat je kunt hebben bij het vernemen van heel persoonlijke informatie via social media. Ze geeft een ontwapenende verklaring voor het feit dat ze een voorkeur had voor informatie van en over vrouwen: ‘Waarschijnlijk om dezelfde reden dat een man nooit een boek als Inventing Herself zal lezen, en dat een titel als Inventing Himself ondenkbaar is.'

Nu wil ze juist uit het ‘vrouwenhoekje’ met haar eigen werk. Voor haar schrijven maakt dat niet echt verschil. ‘Op papier kun je alles zeggen zonder dat iemand je gek aankijkt. Dat het geschreven woord ook een ontvanger heeft, kan lang een abstractie blijven.’ Heb het resultaat met plezier gelezen, over de wereld door de ogen van Marja Pruis.       

zaterdag 25 november 2017

X&Y

Nog steeds geen roman gelezen van Franca Treur, maar dit boekje met korte stukjes is misschien net het duwtje wat ik nodig heb. Ze zijn eerder verschenen in NRC en vorig jaar gebundeld in X&Y. De letters in de titel staan voor personen uit het dagelijks leven die jij of ik zouden kunnen zijn. De situatieschetsen zijn heel alledaags en herkenbaar. Op een of andere manier lukt het de schrijfster om zelfs aan deze heel korte verhaaltjes een leuke draai te geven. Ik betrapte me er meermalen op dat ik aan het eind van een stukje hardop zat te lachen. Het kleine boekje is ook nog eens mooi geïllustreerd door Olivia Ettema.

Treur laat zich inspireren door de wereld om haar heen, maar zoekt het in haar verhalen niet altijd dicht bij huis. Zo speelt het zich ook af op een paradijselijk eiland. Het gaat merendeels over hoe mensen met elkaar omgaan, zich goed willen voordoen, geliefd willen zijn. De setting is niet alleen fysiek maar ook digitaal. Hoe ontstaat een virtuele liefde? Wat vult de een voor de ander in?

Erg grappig vond ik het verhaaltje over de jongen die De Schrijfbijbel van zijn nieuwe vriendin krijgt en zich hierdoor goed gekend voelt in zijn diepe wens tot schrijven. Totdat blijkt dat zij bij de eerste de beste volgende verjaardag een vriend precies hetzelfde cadeau geeft. Hoe bijzonder is hij eigenlijk voor haar?

Zo treft de schrijfster in ieder verhaaltje de drijfveren van haar personages en de vaak onhandige manier waarop deze zich manifesteren. Rake psychologische portretjes van de mens van nu.    

‘Hoor nu mijn stem’ is haar nieuwste en derde roman. Een welluidende titel voor een verhaal over een vrouw uit een sterk gelovig milieu die in haar jonge jaren nooit gehoord werd en nu, als radiopresentator van zich laat horen. Waarschijnlijk wordt dit de eerste roman die ik van haar ga lezen. Qua thema in het verlengde van ‘Dorsvloer vol confetti’ maar acht jaar later misschien gegroeid in haar manier van schrijven. Wordt vervolgd! 

vrijdag 17 november 2017

Strak blauw

Dit jaar kwam het derde boek uit van Renée van Marissing, Parttime astronaut. Toevallig zag ik haar vorige boek met de titel Strak blauw in de bieb op een thematafel liggen. Het zou gaan over wat er met je kan gebeuren als je teveel prikkels krijgt. Omdat ik daar wel een beeld bij heb, was ik benieuwd hoe zij dit zou verwoorden. En ik werd aangenaam verrast.

In het begin ging het lezen een beetje stroef. Lag het aan mij of de manier van schrijven, ik weet het niet goed. Maar eenmaal op gang was het een sterk verhaal. Niet eens zozeer qua inhoud, maar vooral door de manier van beschrijven van iets dat eigenlijk vrij abstract en ongrijpbaar is. Het gaat over een jonge fotografe die zich heeft afgekeerd van een groot deel van de wereld en nog een overzichtelijk contact aanhoudt met twee hechte vrienden. En die zijn haar soms zelfs nog teveel.

Haar hoofd raakt overvol en ze kan haar eigen gangen niet langer volgen. Ze dwaalt door de stad en heeft ontmoetingen die ze zich later niet goed kan herinneren. De schrijver treft heel goed de dolende ziel van de fotografe. Het lijkt een dwangmatig afhouden van alle soorten van input, alles is teveel, haar hoofd wil dat haar wereld te behappen is.

Zelfs het contact met haar vriendin, bij wie ze is ingetrokken, is haar op zeker moment teveel. Ze vlucht naar het platteland waar ze in alle rust alleen met zichzelf is. In het huis voor haar alleen sluit ze de wereld zoveel mogelijk buiten. De schrijver vindt goede woorden om het verloren gevoel van de hoofdpersoon uit te drukken. Ze beschrijft een kleine wereld zonder houvast, en met gedachten die zogenaamd onbegrijpelijke acties logisch maken. Zo komt het verhaal tot een heftig en onherroepelijk einde, terwijl de fotografe het idee heeft de draad van haar leven weer eenvoudigweg op te pakken. Een heel mooi verhaal, ben benieuwd naar haar nieuwste boek. 

zaterdag 11 november 2017

Astronaut

Pieter Kranenborg is 23 jaar en debuteerde dit jaar met Astronaut. Het is een verzameling lange en korte verhalen die getuigen van een scherpe geest en een goed observatievermogen. Ook al gebeurt er soms niet veel in de verhalen, ze gaan toch ergens over. Veelal over de omzwervingen van een jonge hoofdpersoon met het niet zo ambitieuze streven naar meer of beter, maar vooral naar anders. Een zoeken naar essentie met veel interessante zijpaden. Een beschouwing van het leven door een twintiger van nu voor wie het digitale leven een gegeven is.

Zo kan het gebeuren dat een personage op reis naar Japan in zijn hotelkamer series op zijn laptop zit te kjken. De vraag naar het waarom van reizen dringt zich op. Gaat het om wat je ziet, hoe je je voelt, wie je ontmoet, om hoeveel foto’s je ter verantwoording kunt overleggen? De schrijver stelt de vraag en laat je erover nadenken.

Ook gaat het over een jongen die verbaasd aanziet dat zijn leeftijdsgenoten zich binden en settelen terwijl hij nog volop op zoek is naar nieuwe ontdekkingen. De buitenstaander die aan de zijlijn staat maar alles ziet en registreert, de positie die een schrijver vaak inneemt. Een happy-go-lucky personage dat eropuit gaat en openstaat voor wat zich aandient. Ook voor nieuwe contacten die met een onderzoekende houding worden aangegaan. De vluchtige contacten onderweg lijken vaak wezenlijker dan die met het thuisfront, voor zover aanwezig.

Wat Kranenborg soms mooi doet is verwijzen naar zijn eigen tekst, waarmee hij zijn oorspronkelijke verhaal enigszins op losse schroeven zet. Dat biedt een relativering en een kritische noot op het eerst zo vanzelfsprekende verhaal. Hij heeft een volwassen manier van schrijven over de verwondering van een jonge sterveling. Ik kijk uit naar wat hij nog meer zal schrijven. 

vrijdag 3 november 2017

Liefde is een rebelse vogel

Vorig jaar kwam ‘Liefde is een rebelse vogel’ van Mounir Samuel uit, nu las ik het eindelijk. Op het eerste gezicht lijkt het een liefdesverhaal, maar het is ook een verhaal over keuzes maken, vluchten en identiteit. We maken in elkaar afwisselende hoofdstukken kennis met een psychologe en een succesvolle schrijfster die ervoor kiest anoniem te blijven. In alles  lijken zij elkaars tegendeel, maar ze trekken steeds meer naar elkaar toe.

In het begin van het verhaal gaan sommige ontwikkelingen naar mijn idee wel erg snel om geloofwaardig te zijn, maar vervolgens las ik een goed geschreven verhaal dat je meeneemt tot het einde. Samuel zet beide hoofdpersonen goed neer. De psychologe met haar ordelijk leven en de eeuwig zeurende vraag: is dit alles? En de schrijfster Zetá die een bewogen leven heeft gehad en nu de luwte van het anonieme schrijverschap zoekt.

Na een paar vluchtige toevallige ontmoetingen lijken zij voorbestemd om met elkaar in contact te komen. Wat volgt, na wat omtrekkende bewegingen, is een gecompliceerde relatie. De psychologe ontdekt steeds meer over het verleden van Zetá die bijna als vanzelf bij haar intrekt. Zetá heeft een zoektocht naar haar afkomst ondernomen en onderweg in armoedige en onveilige situaties verkeerd. Nu is zij als succesvolleschrijver goed bedeeld, maar draagt nog steeds een soort onrust in zich die haar uiteindelijk wegdrijft van de psycholoog. Maar wel met achterlating van hun gezamenlijk verhaal.

Het lijkt een mooi rond einde, alleen laat Samuel de psycholoog een keuze maken als was ze Zetá, en in de lijn van haar persoonlijkheid, lijkt het een onmogelijkheid dat deze goed uitpakt. Maar in elk geval een open einde en vooral een niet happy end. Want dat ze vroeg of laat elkaar weer zouden verliezen hing vanaf het begin in de lucht. Dat liefde een rebelse vogel is die zich niet laat temmen is een toepasselijk citaat uit Carmen, de opera die de vrouwen samen zagen in Parijs.      

zaterdag 28 oktober 2017

Ruimschoots de tijd

Een jaar geleden overleed Helga Ruebsamen. Zij was van het nuchtere schrijven met de nodige ironie, in een luchtige maar veelzeggende stijl. In de bundel Ruimschoots de tijd belicht ze het thema tijd in enkele columns en een wat langer verhaal. Het verhaal beschrijft haar gang naar de gevangenis van Scheveningen waar ze de gevangenen een schrijfworkshop gaat geven. Ze neemt de lezer mee in het gebouw dat normaal gesproken gesloten is voor buitenstaanders en waar zij nu in verkeert en met de gevangenen in wordt opgesloten om hen wat bij te brengen.

De titel van de bundel is ontleend aan het misverstand dat gevangenen alle tijd zouden hebben. Zij zijn niet vrij, de tijd wordt voor hen ingevuld, ontdekt ze. Het is mooi om te lezen hoe de schrijver vanuit haar onzekerheid en onbevangenheid haar cursisten benadert. Dit leidt tot grappige en onverwachte situaties.

In de columns wordt de ouderdom onder de loep genomen door Ruebsamen, die er op het moment van schrijven terdege ervaring mee heeft en hier met gezag over kan spreken. Want wat weten al die jonkies ervan? Ze benadrukt de voordelen van ouderdom, het je niet langer hoeven te bewijzen, de verworven wijsheid, de rust. Maar er gebeurt nog van alles om van een afstandje te beschouwen of je over te verwonderen.

En daar is Ruebsamen heel goed in. Ze beschouwt de jonge mensen van nu, maar ook bekijkt ze daarnaast hoe het vroeger was. De verhoudingen tussen jong en oud, de openheid of het idee van openheid. De eeuwige wens oud te willen worden maar het niet willen zijn. Als tegenwicht en wellicht ook uit levensbehoud biedt de schrijver hiertegen een weerwoord. Ze werd 82 jaar.

Helga Ruebsamen ontving zowel de Annie Romein-prijs als de Anna Bijns Prijs voor haar gehele oeuvre. Beide onderscheidingen waren gericht op de bewustwording en emancipatie van de vrouw in de literatuur en poezie. Ze schaart zich hiermee in een rij van niet de minsten. 

vrijdag 20 oktober 2017

Hoe alles moest beginnen

In zijn nieuwe boek gaat Thomas Verbogt opnieuw terug in het verleden net als in zijn eerdere Als de winter voorbij is. Ook dit verhaal ademt lichtheid en vluchtigheid. Het gaat over herinneringen en de onbetrouwbaarheid daarvan. Dat weerhoudt hem er niet van het verleden zo te verwoorden als hij het nu bedenkt. Gedachten zijn waar, net als dromen, en de waarheid betekent iets, ook al is het een fictie, zo redeneert hij. Hij gaat terug naar zijn kindertijd, een belangrijke vriendin van toen, en hun minimale en bizarre contact door de jaren heen waarin zij ver van elkaar verwijderd zijn.

De scheiding van zijn vriendin in zijn jonge jaren is voor Thomas’ leven zeer bepalend geweest, net als een ziekenhuisopname die hij als kind onderging. Beide vormden een breuk met de eerdere veiligheid en betrouwbaarheid van zijn leven en hebben gemaakt dat hij zich moeilijk kan overgeven aan het sociale leven en de liefde. Pas laat in het verhaal blijkt hij nu samen met Stella te zijn, maar daarvoor gaat het telkens over Licia, zijn jeugdvriendin.

Hij heeft bij haar afwezigheid een romantisch beeld van haar en hun gezamenlijke jeugd gecreëerd. Ook zij heeft ondanks haar verhuizing naar het buitenland en jaren van afstand, ergens nog een zwak voor hem. Het maakt dat ze elkaar heel sporadisch treffen, wat geen onverdeeld succesvolle ontmoetingen zijn. Er is afstand, een verleden, een illusie en misschien teveel verwachting.

De ketting aan herinneringen, gebeurtenissen en gedachten vond ik op zeker moment een beetje zijig worden, maar dan zorgt een geheim van Licia voor een verrassende wending. Ze draagt het al sinds vroeger met zich mee en het lijkt haar en Thomas’ leven voor een groot deel bepaald te hebben. In hun zestiger jaren ontmoeten zij elkaar nog een keer. Weer zijn er het licht, de gedeelde gedachten, het afscheid. Ditmaal voorgoed? We weten het niet.    

zaterdag 14 oktober 2017

Zwemmen in de oceaan

Ik was heel benieuwd naar de verhalen van Miriam Rasch over onze postdigitale wereld en werd aangenaam verrast. Ze verstaat de kunst om vanuit een persoonlijke invalshoek dingen die algemeen gelden te belichten. Met haar achtergrond van literatuurwetenschap en filosofie zegt ze hier interessante dingen over. Ze is van een ‘overgangsgeneratie’ die het overwegend offline leven nog heeft meegemaakt, maar zich nu volop online beweegt, zoals de meesten van ons. Ze biedt niet alleen een kritisch geluid, maar belicht ook de positieve kanten van onze nieuwe wereld en het onomkeerbare karakter ervan.

De term ‘postdigitaal’ verwarde me even, maar al gauw verklaart de schrijver deze nader. Postdigitaal verwijst niet naar een tijdperk na een digitale periode, maar omvat de vanzelfsprekendheid van de huidige digitale werkelijkheid. ‘De digitale wending is volbracht.’ Sociale en andere media maken dat de wereld binnen handbereik is. De vertraging in informatievoorziening en onderlinge communicatie is niet meer van deze tijd. Dit heeft zijn weerslag op onze manier van leven en werken.

In de muziek en de kunst hebben postdigitale uitingen al gestalte gekregen, in de literatuur ligt dit nog redelijk open, stelt Rasch. Ze noemt Knausgard als uitzonderlijk voorbeeld, vanwege zijn zoektocht naar de ‘harde werkelijkheid’ in zijn persoonlijke reeks onder de noemer ‘Mijn strijd’. Aan de hand van meer literatuur en films verkent ze de postdigitale wereld. Ondanks alle techniek en big data houdt de schrijver vast aan haar geloof in het mysterie van het individu, dat niet kenbaar is door al die gegevens. 

De neiging om negatieve ervaringen en emoties niet te uiten via social media komt ook aan bod, gerelateerd aan The circle van Dave Eggers. De essays belichten verder met een filosofische inslag zaken als transparantie, afleiding en algoritmen die bepalend zijn voor wat we zien. Stof tot nadenken en content om over te communiceren!

zaterdag 7 oktober 2017

Queer

Op de tafel met nieuwe boeken in de bieb stuitte ik op Queer. In dit boek een bundeling van verhalen die elk op hun eigen wijze blijk geven van seksuele diversiteit. Nienke van Leverink, redacteur in de uitgeverswereld, heeft hiervoor een selectie gemaakt uit de naoorlogse literatuur uit Nederland en Vlaanderen. De teksten en gedichten verschillen in de mate waarin ze expliciet zijn. Vooral in de gedichten is meer ruimte voor een brede interpretatie. Er komen belangrijke thema’s aan bod zoals aids, onbegrip voor en veroordeling van seksuele geaardheid. Het geheel wil ruim baan maken voor een dimensie ver weg van de hetero-normatieve dominantie. Ik denk dat dat goed is gelukt.

Het mooie van de bundel is dat diverse bekende en minder bekende schrijvers aan bod komen van nu en even geleden. De tijd waarin verhalen spelen klinkt er in door. Tijdens lezing merkte ik hoezeer je geneigd bent om schrijvers in gangbare hokjes te plaatsen, terwijl de werkelijkheid vaak veel meer schakeringen behelst. De natuurlijkheid waarmee de verhalen dit verbeelden is lovenswaardig. Ze vertellen over genegenheid, liefde en seksualiteit. Veelal komt het aftasten van de nieuwe liefde aan bod, of de fascinatie voor diens fysiek, maar ook de onderlinge communicatie binnen een jarenlange relatie. Eigenlijk alles wat het leven en de liefde omvatten.    

In het voorwoord schrijft Xandra Schutte dan ook dat het winst is te noemen dat homoseksuele personages zijn doorgedrongen tot de literatuur. Ook al vertegenwoordigen ze geen anti-establishment meer zoals voorheen, wat Komrij er in 2008 toe bracht om de homoseksualiteit dood te verklaren. In de jaren vijftig was je als homoseksueel nog een rebel, later is de status ervan vertrut in de optiek van Komrij. Schutte spreekt dit tegen door te zeggen dat personages in goede literatuur nooit heel gewoon zijn, homo, hetero of wat ze dan ook zijn. In die zin biedt literatuur met personages die homo- of biseksueel zijn evengoed verhalen over de liefde.  

dinsdag 26 september 2017

Er gebeurde dit, er gebeurde dat

Aanvankelijk dacht ik dat dit boek in zijn geheel ging over de periode dat Kristien Hemmerechts borstkanker had gehad. Dit bleek echter alleen het eerste verhaal te betreffen. Dat is wel het langste in de verzameling verhalen die dit boek bergt, en het meest recente, samen met het amusante slotverhaal over het geven van etentjes. De titel ‘Er gebeurde dit, er gebeurde dat’ is kenmerkend voor de manier waarop Hemmerechts schrijft. Het gaat allemaal over ogenschijnlijk banale zaken uit het dagelijks leven, maar ondertussen vertelt ze toch op bijna terloopse wijze over essentiële thema’s van het leven. Dat is haar kracht. Ze maakt grote zaken tot leesbare verhalen en het gewone bijzonder.

Ze put veel uit haar eigen leven. Zo ook met het verhaal over borstkanker. Als om zichzelf te beschermen loopt ze op de zaken vooruit door van het ergste uit te gaan. Ze denkt over de dood en speelt met dat idee, zonder dat ze er op een pathetische manier mee koketteert. Het is een reële mogelijkheid waar ze rekening mee moet houden. Ze overdenkt de dingen op nuchtere wijze, maar kan ook heel overgevoelig uit de hoek komen als mensen op haar ziekte reageren op een manier die haar niet aanstaat. Eigenlijk is de schrijver een toonbeeld van menselijkheid, met alle onhebbelijkheden die daarbij horen. Zelf zegt ze: ‘Gek dat ik ook nu schrijfster blijf, meer aan de zinnen loop te denken die ik over de ziekte zal noteren, dan aan de ziekte zelf.’

Waar ze verder over schrijft varieert van haar jeugdige armoede, de verschillen tussen werken met je hoofd en met je handen, het verloop van relaties in een mensenleven, de veranderende tijdgeest. Allemaal op zo’n manier dat je het wegleest alsof het niks is en je je achteraf realiseert hoeveel het inhoudt en dat de essentie beklijft. Een kunst die de schrijver verstaat als geen ander. Lees Hemmerechts! Alsnog of nogmaals.   

zaterdag 16 september 2017

Superleuk, maar voortaan zonder mij

Oorspronkelijk heette dit verhaal van David Foster Wallace A supposedly fun thing to do I’ll never do again en was een verslag van een cruise geschreven voor een glossy. In uitgebreide vorm verscheen het in 1997 als boek en pas na zijn zelfmoord in 2008 werd het in het Nederlands vertaald. Hij doceerde Engelse literatuur en zijn werk werd hoog gewaardeerd. De indrukwekkende voorstelling van Wunderbaum op theaterfestival de Boulevard bracht me op dit bijzondere boek.

De titel laat al enigszins doorschemeren dat het een verhaal met een kwinkslag betreft. Het is relatief makkelijk om als dertiger met enige afstand over een zevendaagse verwencruise te schrijven waar vooral ouderen aan deelnemen, maar de schrijver spaart in dit verhaal zichzelf ook niet. Dit levert een amusant betoog op dat van het ene superlatief in het andere valt, gelardeerd met de nodige persoonlijke preoccupaties. Als relatieve buitenstaander probeert hij zich te mengen onder het publiek en wetenswaardigheden los te krijgen bij het personeel, wat vaak tot kolderieke situaties leidt.

Hij neemt de lezer mee in de verwennerij van het leven op het cruiseschip, waarvan hij merkt dat het zijn standaard verlegt. Oorspronkelijke luxe verwordt soms tot ergernis dat het niet nog beter is. De zogenaamd ingesleten dienstbaarheid van het personeel leidt tot ongemakkelijke situaties. Het aanmeren naast een ander cruiseschip leidt tot enige jaloerse gedachten dat het daar vast nog beter toeven is.

Het schijnbaar objectief beschrijven van de reis en het schip bergt uiteraard de nodige ironie in zich. Hij laat zich verrassen en meenemen door het leven aan boord en beschrijft zijn eigen onhandigheden. Zo heeft hij uit een soort baldadigheid geen smoking meegenomen om zich vervolgens doodongelukkig te voelen in zijn sterk uit de toon vallende oude tweed jasje. Zijn fantasie leidt tot creatieve ideeën zoals dat het vacuüm rioolsysteem hem mee zou kunnen zuigen de afvoer in. Al met al een hilarisch verhaal, met een irritant aantal voetnoten, dat constant op een hoogtepunt lijkt te verkeren, waardoor je een zucht van verlichting slaakt als je het uit hebt. Waarschijnlijk net zo’n zucht als hij slaakte toen hij eenmaal weer voet aan wal zette. 

zaterdag 9 september 2017

Bermuda

De hoofdpersoon in het tweede boek van Basje Boer heet heel toepasselijk Meis. Het is een meisjesachtige jonge vrouw die zich makkelijk voegt naar haar omgeving. Ze is nogal op zoek naar wie ze eigenlijk is en lijkt zich daarbij vaak te verliezen in aspecten van de buitenkant. Na haar verjaardagsfeestje dat haar vriendin Elfriede voor haar heeft georganiseerd met al haar eigen vriendinnen omdat Meis er geen heeft, en een veel te groot en ongewenst cadeau, vlucht Meis haar leven uit. Het lijkt een veelbelovend keerpunt.

Maar wat volgt is een lange trage opsomming van wat de eenzame Meis meemaakt als ze al haar pasjes en mobiel heeft weggegooid, door de stad zwerft en in een hotel verblijft tot het geld op is. De details van het leven van de einzelgänger zijn er teveel in aantal om lang te kunnen boeien. Als lezer ben je blij dat ze op een bepaald moment weer andere mensen ontmoet. Daarmee brengt de schrijver weer meer vaart in haar verhaal.

Ze laat Meis belanden in een soort rijkeluisstudentenhuis waar ze zich weer aan de anderen aanpast en opgaat in een klein geheel. Totdat ze daar om onduidelijke redenen genoeg van heeft en belandt bij haar alter-ego, een door haar bewonderde kunstenares.   

De schrijver geeft een beeld van de hoofdpersoon als iemand die onpeilbaar is en duistere beweegredenen heeft. Ze houdt ervan als haar leven op een film lijkt en diverse films worden dan ook in het verhaal betrokken. Schijn, werkelijkheid, dromen, gedachten en realiteit lopen door elkaar heen. De ultieme drijfveer van Meis lijkt het eeuwig willen vluchten te zijn, waarmee het verhaal ook eindigt. Ze belandt weer op een eigen plek in haar eentje. Of ze ditmaal haar eigen identiteit zal vinden is de vraag. 

zaterdag 2 september 2017

Gebarsten wit

Gebarsten wit is geschreven door Corina Engelbrecht. Zij is journalist en letterkundige, en schreef eerder een novelle. Gebarsten wit gaat over een man van halverwege de vijftig, Zeggelaar, die weet dat hij binnenkort zal sterven. Voordat hij de rust heeft om dat te laten gebeuren wil hij nog wat zaken uit zijn eigen leven en dat van zijn vader ophelderen. Beide mannen leefden met een geheim.

De schrijfster zet de laatste tijd van Zeggelaars leven neer als een relatief drukke periode van deze eenzame man, in een beeldende taal. Soms gebruikt ze veel staccato zinnen achter elkaar, wat me enigszins stoorde tijdens het lezen, maar haar taalgebruik is meestal trefzeker. Zeggelaar heeft zijn baan opgezegd en krijgt onverwacht contact met zijn jonge opvolger, die hij bij gebrek aan intimi,  de naleving van zijn testament toevertrouwt.

Je ziet Zeggelaar in een oude man veranderen. Hij loopt met een stok en krijgt hulp in huis. Maar ook wordt hij van een formele, degelijke man een wat opener persoon, die meer kan genieten, maar evengoed boos kan zijn. Bijvoorbeeld als zijn ex-vrouw hem onverwacht komt bezoeken en zich met hem wil bemoeien. Zijn jonge hulp daagt hij uit om samen iets te ondernemen en hij voelt zich heel even jonger, en als een vader. Eindelijk is hij er aan toe om in het dagboek van zijn vader te lezen over zijn oorlogsverleden en hem daarmee wat beter te begrijpen. Hij lijkt nog meer een zoon van zijn vader met zijn driften en ingehouden emoties. 

Het geheim van Zeggelaar zelf wordt langzaamaan duidelijk en hij kiest ervoor het mee te nemen in zijn graf. Voordat het kleine clubje mensen om hem heen hun eigen visie op zijn leven zullen geven bij zijn begrafenis, laat hij zijn eigen woorden die dan uitgesproken moeten worden bij de notaris vastleggen. De doorbroken onschuld van het gebarsten wit maakt plaats voor het zwarte wezen van de dood. 

zaterdag 26 augustus 2017

Wanneer wordt het eindelijk weer zoals het nooit is geweest

Joachim Meyerhoff schrijft in deze autobiografische roman over zijn bijzondere jeugd. Hij groeide op bij een psychiatrische inrichting, waarvan zijn vader directeur was. Hun huis stond op het terrein ervan. Er waren diverse gebouwen waarin kinderen waren opgenomen, maar soms ook volwassenen die er bleven omdat ze zo goed als hun hele leven daar al hadden doorgebracht. Voor Joachim was het een soort paradijs met muren eromheen. Daarbuiten leek alles in zijn ogen minder gewoon. De schrijver laat mooi zien hoe normaal gek kan zijn in de ogen van een kind, dat tussen de ‘gekken’ opgroeit.

Juist in de ‘normale’ wereld heeft hij moeite om zich staande te houden. Hij vindt het lastig om zich aan te passen, heeft problemen met leren en woedeaanvallen. Zijn twee oudere broers jutten hem wel eens op met de opmerking dat hij eigenlijk een psychiatrisch patiënt is. Dat maakt hem erg onzeker. Ook hoe intimiteit en afstand binnen een gezin hun plek kunnen hebben vormt een thema van dit verhaal. De broers pesten hem, maar ze zijn ook nauw met elkaar verbonden. Ook tussen de ouders van de jongens blijken afstand en nabijheid elkaar af te wisselen, getuige de positie van hun bedden.

De broers worden ouder, Joachim vliegt uit naar Amerika en lijkt daar volwassen te worden. De idyllische plek van zijn jeugd is er niet meer. Scheiding, ziekte en dood lijken het gezin, dat vooral achteraf zo hecht leek, uit elkaar te scheuren. Joachim kijkt met heimwee terug naar een gewone jeugd die dat eigenlijk nooit geweest is. Het opgroeien van een kind naar volwassene ontneemt hem de vroegere onbevangenheid. De schrijver ontdekt dat hij zijn eigen waarheid kan bedenken. Dat wat hij niet meer weet, verzint hij erbij en gaandeweg komen herinneringen weer boven. Hij verlangt niet alleen terug naar een voormalig paradijs, maar realiseert zich dat dit feitelijk nooit bestaan heeft. Meyerhoff schrijft in een zeer beeldende stijl, die maakt dat je het verhaal helemaal voor je ziet. 

zaterdag 19 augustus 2017

Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf

In de bibliotheek kwam ik een boek tegen dat ik jaren geleden op mijn lijstje had staan, het boek van Joris van Casteren over schrijvers die het niet meer lukte om nog een volgend boek uit te laten geven. Ik las het alsnog. De titel ‘Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf’ is een uitspraak van een van de voor dit boek geïnterviewde schrijvers. Van Casteren sprak hiervoor eenentwintig schrijvers van na de oorlog tot 2000 die aanvankelijk succesvol waren, maar gaandeweg in de vergetelheid raakten. Van slechts drie ervan heb ik ooit iets gelezen. Ook komen soms schrijvers om de hoek kijken die nu nog steeds succesvol zijn, als vriend of familie van de geïnterviewden. Jaloezie en wrok zijn nooit ver weg. Maar ook gelatenheid is een optie na een gestrande schrijverscarrière.

Aanvankelijk lijkt het een beetje een freakshow te worden, maar uiteindelijk is het toch een lezenswaardige terugblik van gewezen succesvolle schrijvers. Sommigen zijn in een ander beroep terechtgekomen zoals in de reclame, vertaler van gebruiksaanwijzingen of postbode. Afhankelijk van hoe het leven verder gelopen is, zitten enkelen er nu warmpjes bij, terwijl anderen het niet breed hebben. Op een of andere manier is in de schrijfstijl van Van Casteren in dit boek de ironie toch nooit ver weg. Ik vraag me dan ook af of de geïnterviewden vooraf inzage hebben gehad in het uiteindelijke verhaal.

Sommige schrijvers schrijven door, voor zichzelf of voor uitgave in eigen beheer. Anderen zien geen meerwaarde van schrijven nu er geen publiek meer voor hen is. Als het wantrouwen, de boosheid en de verontwaardiging over hoe het is gelopen de overhand nemen, is het leven niet meer zo prettig. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor gewezen schrijvers. Dat is het mooie van dit boek, het gaat over mensen en hoe zij omgaan met hoe hun leven verloopt. En dat juist schrijvers vaak een hang naar het duistere hebben maakt het des te interessanter.      

zaterdag 12 augustus 2017

In het buitengebied

Nadat hij een tijdje in Parijs heeft gewoond en al weer even in Nederland verblijft is Adriaan van Dis  neergestreken ergens op het platteland. De verbindende figuur in de ‘roman in verhalen’ (mooie vondst!) is een man op leeftijd die zijn weg op het voor hem nog vrij onbekende buitengebied probeert te vinden en alle grappige en gênante situaties waarin hij belandt. Nadrukkelijk wijst de schrijver er ten overvloede op dat hij niet samenvalt met de ik-figuur. En dat hij niet de onaangename aandoening van de hoofdpersoon heeft. Ondanks deze schijnbare gêne schrijft hij in deze verhalenroman heel vrijmoedig over de man die alleen woont.  

Uiteindelijk is dat ook waar het over gaat: alleen zijn en een goede weg zien te vinden tussen het aangaan van contact en je afzonderen. Met het eerste verhaal heeft Van Dis mij nog het meest verrast, over een jonge Japanse vrouw die de ik-figuur gezelschap  komt houden. Heel actueel en inventief. Ook goed gevonden is de binnenstem (in het buitengebied) die de hoofdpersoon terechtwijst of veroordeelt. Het lijkt de welbekende stem van een calvinistische en doe-maar-normaal-mentaliteit die in ons nederige land wijdverbreid is.

Ook de verschillen in opvattingen, gewoonten en cultuur binnen ons land met oude, nieuwe, rijke en minder bedeelde mensen vormt een belangrijk thema. Waar hoort hij bij, wil hij daar wel bij horen, voor wie doet hij zijn best en wordt dat wel gewaardeerd? En hoe worden goede bedoelingen soms ingehaald door de kwade blik van de realiteit?

Een van de verhalen gaat over een vroegere liefde uit Parijs. De tijd van jonge onbezonnenheid komt weer naar boven. De oudere man weet zich welgesteld, soms tot misnoegen van zijn binnenstem. In de ene situatie probeert hij het te verbergen, in de andere confronteert de welvaart van anderen hem met zijn eigen situatie. Van Dis laat met dit boek zien dat hij zeker nog meetelt en veel te vertellen heeft. Niet alleen persoonlijke belevenissen, maar ook de wereld van nu heeft in deze verhalen een prominente plaats. Zwaarte en luchtigheid houden elkaar in evenwicht. Al met al een aanrader! 

zaterdag 5 augustus 2017

Peachez, een romance

Tien jaar geleden al schreef Ilja Leonard Pfeijffer over Second Life, een virtuele wereld waarin je een andere gedaante aan kunt nemen. Zo kroop hij in de huid van een verleidelijke vrouw. Het was een sprookjesachtige parallelle wereld die soms veel van de ware weg had. Ook in zijn nieuwste roman heeft hij het over een virtuele wereld, te weten een ontluikende liefde via internet. Van het begin af aan hangt er een dreigende schaduw boven deze romance, maar waar deze precies uit bestaat wordt gaandeweg pas duidelijk. Het eindigt catastrofaal, hoewel de hoofdpersoon daar ondanks alles anders over denkt.

De schrijver introduceert een gerespecteerd letterkundige die als kroon op zijn werk een internationaal congres wil organiseren. Het is een man alleen die zich altijd op zijn vak heeft gericht en daarnaast weinig van de geneugten van het leven heeft geproefd. Een man van de inhoud. De mail die hij ontvangt van een mooie jonge vrouw uit Las Vegas verrast hem aangenaam. De aanvankelijk onschuldige correspondentie tussen de twee zal uiteindelijk zijn leven ontwrichten.

Pfeijffer zet de wetenschapper met verve neer. Gelardeerd met de nodige Latijnse spreuken en zijn didactische houding is hij een waarachtig personage. Ook het meisje, met haar heel eigen jeugdige idioom, weet de schrijver goed tot leven te wekken. De mailconversaties tussen beiden zijn een amusante uitwisseling van romantische hoogdravendheid en platte rechttoe rechtaan-taal. De ware aard van deze mysterieuze liefde wordt pas laat in het verhaal duidelijk.

Het is mooi hoe de schrijver de mythologie koppelt aan het wezen van de liefde. Worden wij niet allen verliefd op een beeld, zoals Pygmalion op zijn gebeeldhouwde Aphrodite? Ook filosofeert hij over hoe benijdenswaardig het leven van de letterkundige eigenlijk is. ‘Er is een vorm van meemaken die niets meemaakt.’ De man aanbidt zijn geliefde en maakt haar zo meer aanwezig voor zichzelf. Zij vertelt over haar woonplaats waar nep echt verdringt. Hij hangt aan zijn beeld van haar en ook als dat in duigen valt stelt hij dat liefde bestaat bij de gratie van het geloof erin. Zijn gevoel was oprecht. Hij verdedigt haar tot de laatste snik. Een mooi actueel verhaal in een lyrische stijl.  

vrijdag 28 juli 2017

Malva

‘Malva’ is het romandebuut van Hagar Peeters. Eind jaren ’90 brak zij door met haar gedichten en in 2015 verscheen deze eerste roman. Zij won hiermee de Fintro Literatuurprijs en ontving daarnaast diverse nominaties. Het mooie van het gegeven van het boek is dat de geschiedenis van de hoofdpersoon Malva raakvlakken heeft met de achtergrond van de schrijfster zelf. Om deze met elkaar te verbinden en recht te doen, vond de schrijfster de vorm van deze roman.

Malva was de dochter van de dichter Pablo Neruda en zijn eerste vrouw, die een Nederlandse achtergrond had. In 1934 werd Malva geboren en aanvankelijk was Neruda verguld van blijdschap. Toen bleek dat zij een waterhoofd had, keerde hij zich echter van haar af. Na een paar jaar liet hij dochter en vrouw alleen om met een ander verder te gaan en zijn carrière als dichter voorrang te geven.

De vader van Hagar Peeters was als journalist bij de begrafenis van de dichter en had de eerste jaren ook nauwelijks contact met zijn dochter. Malva verzoekt nu vanuit haar vergunde eeuwig leven de schrijfster om haar verhaal te vertellen. Dit vormt het bouwwerk van het verhaal. In het begin schemert de constructie er nog veel doorheen, maar gaandeweg vindt het verhaal zijn weg en neemt het je mee in Malva’s kritische overdenkingen.

Deze zijn aan Peeters besteed die aan het genegeerde kind graag recht wil doen. Ze onderzoekt de eufemistische benamingen van de aandoening van Malva en de symbolische kanten van haar naam, die naar een bloem verwijst. Malva neemt via de schrijfster het dappere en definitieve laatste woord na het stilzwijgen van haar vader. Ze breekt hiermee een lans voor alle kinderen in de kunstgeschiedenis waarvan de vader zijn carrière verkoos boven zijn kind omdat hij de wereld nu eenmaal grootse werken moest bieden. Dat zij hiermee wegkwamen noemde een filosoof ‘moral luck’.

Het mooie van dit verhaal is dat de schrijfster zich helemaal inleeft in de gesteldheid van Malva en met de nodige verbeelding en passende metaforen haar leven neerzet. Hier komt haar poëtische kant naar voren. Ook wekt ze de andere doden waaronder Malva verkeert op mooie wijze tot leven. Tot een gesprek tussen Socrates en Neruda aan toe, waarbij de dichter scherp aan de tand wordt gevoeld. In haar verbeelding ziet Malva zich alsnog erkend door haar vader. Een schamele troost voor een leven dat maar acht jaar mocht duren, maar misschien wel het hoogst haalbare. Dit verhaal bewijst hoe de verbeelding het leven kan reconstrueren en het verleden een weldenkende stem kan geven.       

zaterdag 22 juli 2017

Onheilig

Roos van Rijswijk is al langere tijd actief met schrijven, interviewen, recenseren en andere werkzaamheden rondom het geschreven woord. Na diverse verhalen is vorig jaar haar romandebuut ‘Onheilig’ verschenen. Ik las het en was erg onder de indruk. Ze verplaatst zich moeiteloos in haar twee hoofdpersonages en geeft hen elk een eigen, natuurlijke stem. Het is een verhaal waarin tegen menig heilig huisje wordt geschopt, zoals bijvoorbeeld de zogenaamd vanzelfsprekende liefde tussen moeder en zoon. Miguel is zijn moeder ontvlucht en in een verlaten plaatsje in Duitsland neergestreken met de symbolische naam Nieheim. Ze hebben lange tijd geen contact gehad, totdat blijkt dat Miguels moeder niet lang meer te leven heeft. Dan voelen ze allebei een soort noodzaak elkaar nog eens op te zoeken.

De schrijfster is heel goed in het suggereren van dingen die op een later moment pas bevestigd worden. Zo krijgt Miguel een jongen in huis waarvan je als lezer gelijk denkt dat er een steekje bij hem los zit en pas later weet je dit zeker. De twee hebben een basaal contact van weinig woorden en een eenvoudig leven met de fysieke arbeid die zich aandient. Miguel is altijd een buitenstaander geweest en is zonder vader opgegroeid. Zijn moeder hield niet van hem wat zij soms op harde wijze kenbaar maakt. Hij leeft met een droombeeld van zijn Mexicaanse vader die hij telkens voor zich ziet in een grote zandvlakte. We leven met zijn leventje mee.

Zijn moeder moet het vanwege vakantie even zonder haar hulpverlener doen, maar doet haar schriftelijk verslag van al haar bevindingen. Ze neemt hierbij zeker geen blad voor de mond wat soms tot rauwe bekentenissen leidt. Ze heeft het over seks, de afwezige liefde voor een kind, de illusie van het droomgezinnetje waarbinnen ze haar hulpverlener plaatst. Ze is zo eerlijk dat het pijn doet, ze heeft niets meer te verliezen. De schrijfster maakt van haar een echte vrouw van wat oudere leeftijd met een daarbij passend verleden. Ze is cynisch geworden, levensmoe, een versleten ziel. Het unhappy end, ingegeven door het gebrek aan communicatie tussen moeder en zoon, past goed bij dit verhaal. Ik kijk uit naar het volgende!  

vrijdag 14 juli 2017

Art. 285b

In 2006 debuteerde Christiaan Weijts met Art. 285b. Hij verdiende er twee literaire prijzen mee en een nominatie. Het is dan ook een verhaal dat indruk maakt. Hij heeft hiervoor geput uit zijn eigen ervaring met een verbroken relatie. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Sebastiaan, de vermeende stalker. Het hele boek is eigenlijk zijn eigen verdediging als hij moet voorkomen. Het beschrijft de twee gelijktijdige recent verloren relaties van Sebastiaan. De ene een twintiger die in de prostitutie werkt, de ander een Italiaans tienermeisje dat hij pianoles geeft. Ze lijken elk een appèl te doen op een andere kant van hem. De wilde wereldwijze en de kleine onschuldige. Beiden wonen in een andere stad en de twee werelden vullen elkaar prima aan in zijn beleving. Totdat deze elkaar raken.

Van het begin af aan weet je als lezer dat de oudste van de twee hem aan zal klagen voor stalking. De schrijver neemt je mee in hun relatie die zowel intimiteit als afstand in zich bergt. Het niet fysieke is voor Vicky een groot goed, terwijl Sebastiaan verlangt naar seksueel contact. In wereldwijsheid is zij zijn meerdere. Tegenover Rosetta is hij degene met meer ervaring. Het is mooi om te lezen hoe de hoofdpersoon balanceert tussen berekendheid en verlangen. Hij behelst zowel de romanticus als de obsessief claimende minnaar.

Door Sebastiaan pianist te maken kan de schrijver zijn liefdesperikelen mooi koppelen aan ontdekkingen die hij doet in de klassieke muziek. Zijn verbeelding brengt hem tot een theorie die een meisje uit het publiek naderhand met een woord ontkracht. Het is wel juist deze fantasie die zijn leven op een hoger plan tilt. Het is dan ook de romantische notie die de hoofdrol speelt in zijn verdediging. Hij probeert zichzelf vrij te pleiten en plaatst Vicky in een psychisch gemankeerd hokje. Komt hij hiermee weg?     

zaterdag 8 juli 2017

Woorden zonder muziek

Waar ik op hoopte kwam uit. De autobiografie van Philip Glass is geen technisch verhaal over muziek, maar een bevlogen geschiedenis van een kunstenaar die veel reist, meemaakt en denkt. Dat alles komt terug in de stukken die hij componeert. Het is zijn manier van leven. Hij verwacht er dan ook tot het einde aan toe mee door te gaan, voor zover mogelijk. Dat kenmerkt de ware kunstenaar, stelt hij.

Bij oppervlakkige lezing van zijn levensverhaal kan het lijken alsof hij een geluksvogel is en alles hem in de schoot is geworpen. Toch is dat niet helemaal waar. Dat deze indruk wordt gewekt komt door zijn positieve kijk op het leven en zijn doorzettingsvermogen om dat na te jagen wat hem inspireert. Hij ging vroeg studeren en leek zijn eenvoudige afkomst te ontgroeien. Toen hij vervolgens een muziekopleiding volgde, werd hij daarin niet echt gestimuleerd door zijn moeder. Want hoe kun je daarvan leven? Glass had dan ook bijbaantjes tot hij begin veertig was. Hij werkte om muziek te kunnen maken en brak pas door na een groots optreden waarmee hij zich achteraf in de schulden bleek te steken.

Als lezer krijg je een beeld van de kunstscene in New York, maar dat is meer een indruk, vooral omdat Glass volwassener lijkt dan zijn leeftijdgenoten en een bredere horizon zoekt. Hij reist met zijn eerste vrouw naar India en ontmoet daar veel wijze mannen die hem inspireren. Hij schrijft hier gedreven over en vervalt soms in details, maar blijft altijd interessant om te lezen.

Zijn eerste vrouw lijkt hem overkomen en door zijn tweede wordt hij overrompeld. Hij kan haar niet loslaten en stapt met moeite uit zijn huwelijk dat zo lang zijn basis vormde. Met zijn tweede vrouw is hem echter niet veel tijd gegund. Na tien jaar samen verliest hij haar aan de dood. Dat heeft een grote impact. Toch schrijft hij bedachtzaam over de dood, als onvermijdelijk onderdeel van het leven. Uit zijn enthousiaste beschrijving van haar kunstwerken blijkt hoezeer hij haar bewonderde.

Na de aanvankelijk slechte ontvangst van zijn vrijzinnige muziek breekt hij na jarenlang doorzetten eindelijk door. Hij componeert voor zijn ensemble, maar ook voor theater en film. Het mooie is dat hij zich niet beperkt tot de muziek maar zich ook bezighoudt met alles daaromheen. Decorbouw, opstelling, het maken van instrumenten en bij de film met het verhaal. Lees het verhaal van deze veelzijdige kunstenaar en geniet van zijn muziek!   

zaterdag 1 juli 2017

Language is a virus

Paradise
is exactly like where you are right now
only much much
better

I saw this guy on the train

and he seemed to have gotten stuck
in one of those abstract trances
and he was going: ‘Ugh… Ugh… Ugh… '
And Fred said:
l think he's in some kind of pain. I think it's a pain cry
and I said: Pain cry?
Then language is a virus

Language, it's a virus

Well I was talking to a friend

and I was saying:
I wanted you
and I was looking for you
but I couldn't find you. I couldn't find you
and he said: Hey!
are you talking to me?
or are you just practicing
for one of those performances of yours?
Huh?

Language, it's a virus


He said: I had to write that letter to your mother

and I had to tell the judge that it was you
and I had to sell the car and go to Florida
because that's just my way of saying (it's a charm)
that I love you. And I (it's a job)
had to call you at the crack of dawn (why?)
and list the times that I've been wrong
‘cause that's just my way of saying
that I'm sorry (it's a job)

Language, it's a virus


Paradise

is exactly like
where you are right now
only much much (it's a shipwreck)
better (it's a job)

(...)

Laurie Anderson

zaterdag 24 juni 2017

Een vlucht regenwulpen

Eerder las ik van Maarten ’t Hart Dienstreizen van een thuisblijver, wat een amusante verzameling autobiografische verhalen was, waarin hij figureert als de zonderlinge schrijver. De laatste tijd verschijnt soms een filmpje van hem waarin hij met een mix van nuance en ironie een boek van één van zijn collega-schrijvers bespreekt. Het lijkt alsof hij minder wereldvreemd is dan in zijn beginjaren, de jaren ’70. Een vlucht regenwulpen is uit die tijd. Daarin verschijnt een Maarten, die veel weg heeft van ’t Hart, toen ook nog actief als bioloog. Ik vond het een heerlijk boek over een eenling die worstelt met de wereld om hem heen en het geloof dat hij van huis uit heeft meegekregen.

De Maarten in het verhaal heeft een passie voor zijn vak, de biologie, en vooral hoe het kleine tot iets groots kan leiden, zoals bij het reproduceren van cellen. Zijn wetenschappelijke status brengt hem naar Zwitserland waar hij op een congres zal spreken. Dat is zijn kunde en hij weet dat hij met de nodige humor met succes zijn verhaal voor het voetlicht kan brengen. Al het andere baart hem zorgen. Het contact met zijn vakgenoten, de reis naar Zwitserland, de uren in de stad waar hij een vlam van vroeger meent te herkennen. Hij wordt geplaagd door de dwanggedachte dat hij binnenkort dood zal gaan en door de vrees voor grote, lege pleinen. Het lijkt of de reis voor een doorbraak zorgt en hij zijn angsten overwint. Toch blijft hij een buitenstaander maar wel een die gelukkig kan zijn.

De schrijver toont zijn romantische ziel door zijn eeuwige verlangen naar een meisje uit zijn jeugd te beschrijven. Uiteindelijk verlangt hij naar het verlangen, meer nog dan naar de vervulling ervan. Hij ervaart gevoelens voor een collega waarvan hij later beseft dat het wel verliefdheid moet zijn. Als zij naar een ander toe trekt weet hij zichzelf weer de zonderling, die balanceert tussen normaliteit en gekte en geen partij is voor haar. Het in zijn puberteit afgezworen geloof komt bij bepaalde ervaringen met de natuur weer bovendrijven. Er lijkt een hogere hand in het spel. Zo ziet hij bij het overlijden van zijn moeder een vlucht regenwulpen, een uniek fenomeen. Het ergste en het mooiste met elkaar verenigd in een moment. Zo wisselen ook passie en rationele afstand elkaar af in dit persoonlijke relaas.    

zondag 18 juni 2017

Pijn

Misschien ben ik niet romantisch genoeg om het geloofwaardig te vinden dat een vrouw na dertig jaar weer bijna als vanzelf in de armen van haar vroegere geliefde valt. Dat is precies wat gebeurt in Pijn van Zeruya Shalev. De vrouw, Iris, heeft een man, dochter en zoon en een goede baan als directeur van een school. Ze woont in Jeruzalem en heeft een aanslag overleefd, die haar leven sterk heeft beïnvloed. Haar kinderen wilde ze haar pijn besparen waardoor er tussen hen afstand is ontstaan. Haar man is ze getrouwd als makkelijk alternatief voor haar vroegere liefde die haar na de dood van zijn moeder aan de kant zette. Het hele stervensproces hebben ze samen intensief doorgemaakt en hij wil haar vervolgens niet meer zien omdat ze hem aan zijn moeder doet denken. Zijn pijn wordt haar pijn. Nog meer als ze zwaar gewond raakt door de aanslag.

Het is juist die aanslag die hen uiteindelijk weer op elkaars pad brengt. Iris moet naar het ziekenhuis voor controle van haar lijf en treft haar vroegere geliefde aan als arts. Een stormachtige affaire ontvouwt zich. Shalev neemt je mee in de obsessieve liefde van Iris voor haar ex. Het avontuur neemt het over van het dagelijkse leven dat minderwaardig lijkt in haar perceptie. De schrijfster voert een vriendin van Iris op die haar rationeel tegenwicht biedt. Dat geeft het heftige liefdesverhaal wat meer lucht.

Als de dochter van Iris en haar man onder invloed raakt van een duistere man, grijpt Iris dit aan om zich daar met haar hele wezen op te storten. Uit een diepgeworteld schuldgevoel en een magische manier van denken stelt ze de affaire op het tweede plan. Het is bijna gênant om haar in de rol van de overbezorgde moeder te zien en hoe onbeholpen ze haar dochter probeert te helpen. Uiteindelijk zit er toch beweging in de situatie die zich ten goede lijkt te keren. Een dweperig verhaal van een liefde tegen de achtergrond van het hedendaagse Jeruzalem.

zaterdag 10 juni 2017

Vals licht

Vals licht wilde ik altijd nog eens lezen, het was de laatste roman van Joost Zwagerman die ik nog niet kende. Ik trof ‘m aan in een minibieb en was er heel blij mee. Na zijn Boekenweekgeschenk in 2010 volgde er helaas geen fictie meer van de schrijver. Non-fictie des te meer. Hij bezag en beschouwde, dichtte en stelde samen. Hij liet een schat aan woorden na die getuigen van een scherpzinnig brein. Alweer bijna twee jaar geleden verloren we een groot schrijver.

Zwagerman voert in Vals licht Simon ten tonele die vanuit zijn ouderlijk huis naar de grote stad gaat om te studeren. Hij ontmoet er een jonge prostituee. Wat volgt is een onmogelijke relatie tussen een jongen die gefascineerd raakt door Lizzie terwijl zij een vernuftig spelt speelt met ‘het leven’ en de waarheid. Beide zogenaamde studenten verliezen zich in elkaar en staan steeds meer buiten de dagelijkse realiteit. De zogenoemde ‘onderwaterkamer’ van Lizzie vormt een schemerig decor van hun schaduwbestaan.

Hoe meer Simon bij Lizzie betrokken raakt, hoe meer hem onduidelijk wordt over haar leven. Net als je denkt het geheim van Lizzie ontdekt te hebben, voert Zwagerman een volgende wending in het  verhaal op. Hij zet het dwingende karakter van Lizzie met al haar eigenaardigheden en verzinsels goed neer en vertelt het verhaal in een natuurlijke stijl met levensechte dialogen. Hij bezwijkt gelukkig niet voor de verleiding van een happy end.

Vals licht was Zwagermans derde roman, die verscheen na het succesvolle Gimmick! over de hippe kunstenaarsscene in de jaren ’80. Hij was pas halverwege de twintig toen hij hiermee doorbrak en achteraf beschouwd al op de helft van zijn leven. Op 9 september 2015, de dag na zijn dood, schreef ik een stukje over hem met de titel ‘Onvermogen’. De conclusie dat we moeten leven voor twee onderschrijf ik nog steeds. Ik zag dat ik de verhalenbundel Kroondomein nog niet gelezen heb. Die houd ik nog tegoed.       

donderdag 1 juni 2017

Ons element

Aarde draagt ons
aardig zijn wij
aardig donker
en dicht
bij de grond
nu en dan verlicht
door luchtspiegelingen, vuurgevechten
Wassend water werpt ons
telkens terug
op onze eigen grond
aardedonker
en dichter
bij onze oorsprong
verder van elkaar
stil en gedragen
aan weerszijden van ons ravijn
in de diepte starend
de aard van ons
samen zijn










woensdag 24 mei 2017

Liefde in tijden van cholera

Eindelijk dan eens de tijd genomen om de klassieker ‘Liefde in tijden van cholera’ te lezen van Gabriel García Márquez. Het verhaal speelt in Zuid Amerika rond 1900. Het is de tijd waarin er veel slachtoffers vallen door de cholera en de eerste ballonvaart door de hoofdpersoon en haar man wordt gemaakt. Zij hebben dan ook de nodige status. Hij is arts en zij, Fermina Daza, heeft haar aanzien verworven door hem te trouwen. Marquez vertelt een liefdesverhaal tegen de achtergrond van Colombia rond de voorlaatste eeuwwisseling. Een tijd waarin de arts nog rondgereden werd in een koets.

De schrijver zet je als lezer eerst op  het verkeerde been door de arts uitgebreid te introduceren en je het idee te geven dat hij de hoofdpersoon is. Maar al gauw komt hij te overlijden door een banaal ongeluk. Dan gaat het verhaal terug in de tijd met Fermina Daza en haar liefdesperikelen vanaf haar dertiende. Florentino Ariza had zijn zinnen op haar gezet maar was in de optiek van haar vader geen goede partij. Haar huwelijk met de arts is een verstandshuwelijk dat in de praktijk voldoende houdbaar lijkt en tevreden stemt. De liefde van Florentino is echter van heel andere aard, hij is een romantische ziel met een levenslange passie voor Fermina. Na de dood van haar man benadert hij haar opnieuw en ditmaal met succes, al blijft het aan het einde ongewis hoe lang zijn droom nog voort kan duren.

Márquez haalt in zijn verhaal het thema van levensgeluk aan. In hoeverre is dit te sturen en in hoeverre is het de uitkomst van pure passie? Ook de liefde op latere leeftijd komt aan bod als blijkt dat de directe omgeving van Fermina en Florentino hun toenadering later in hun leven ongepast vindt. De schrijver vertelt met respect over hun voorzichtige toenadering met alle onzekerheden van de ouderdom die daarbij komen kijken. Een conventioneel verhaal met uitweidingen, details en achtergronden dat je meesleept tot het einde.  

woensdag 17 mei 2017

Het leven is elders

Jaromil is een jongen in Tsjechoslowakije die klein is voor zijn leeftijd en onder de plak zit van zijn moeder. Zijn vader is niet in beeld en zijn moeder wil dat niets haar en haar zoon uit elkaar drijft. Milan Kundera schetst een beeld van het na-oorlogse Tsjechoslowakije en de opkomst van het communisme. Jaromil wordt naar de dwingende wens van zijn moeder dichter. Hij hoopt door zware onderwerpen als de dood aan te snijden in zijn poëzie, dat hij serieuzer wordt genomen en als volwassene beschouwd. Hij lijkt echter altijd een zonderlinge eenling te blijven en als hij dan wat meer contacten krijgt, dienen deze vaak een ander doel dan de verbinding met hem.

Het verlangen naar volwassenheid, erkenning en normaal te zijn, drijft hem voort in zijn jonge leven. Hij krijgt een relatie met een meisje dat zijn tweede keus is. Hij grijpt deze toch aan omdat hij daarmee deel uitmaakt van de wereld. Voor haar, een iel meisje van eenvoudige komaf, versimpelt hij zijn gedichten tot romantische cliché-verzen, die zij ook kan verstaan. Haar slaafse gedrag maakt dat hij steeds meer een sadistische macht op haar uitoefent. Om applaus te scoren draagt hij gedichten voor voor de politie. In zijn naïeve blik groeit hij als persoon. In zijn ijver om rechtvaardig te zijn geeft hij zijn vriendin aan. De situatie die volgt maakt een treurig eind aan zijn leven.

‘Het leven is elders’ verwijst naar een uitspraak van Rimbaud. Het echte leven gaat gepaard met drama en uitzinnigheid. Jaromil schept met zijn poëzie een andere wereld en schrijft verhalen over zijn would be-dubbelganger, die van droom naar droom leeft en alles durft. In zijn eigen leven gaat hij roemloos ten onder voordat hij goed en wel op gang is gekomen. Het enige elders waar hij nog kans op maakt zou de hemel kunnen zijn. Maar dit lijkt geen optie voor de schrijver die het onvervulde leven van deze jongen en zijn moeder genadeloos en realistisch neerzet.     

maandag 15 mei 2017

Neeltje Maria Min

Kom heiland, wijze minnaar, blijf.
Voltooi haar. Wees haar toeverlaat
maar slacht haar speelgoedbeesten af.

Ontken haar vrees en strijk haar plooien glad.
Ruk splinters uit haar bleke jeugd en luister
naar wat haar ongeduld beveelt.

Haar kinderlijke drift is niet gespeeld.

Zij zal niet slapen voor zij is gekruisigd. 









woensdag 10 mei 2017

Strikt

Minke Douwesz schreef met Strikt een ogenschijnlijk eenvoudig verhaal. Maar door het leven van Idske, die psychiater is, vanuit verschillende invalshoeken te beschrijven, krijg je als lezer een rijk beeld van haar persoon. Idske is nog in opleiding en de contacten die zij daardoor heeft met haar analyticus, supervisor, analysanten en andere patiënten, maken dat haar leven van diverse kanten kan worden belicht. Zo lijkt ze vaak een sterke vrouw, maar kan ze ook erg onzeker zijn. Zo begripvol ze voor haar patiënten is, zo streng kan ze zijn voor zichzelf. Als ze toevallig Judith ontmoet wordt ze hevig verliefd. Judith is echter op zoek naar een man om kinderen mee te krijgen. Het begin van een hectische tijd waarin Idske heen en weer geslingerd wordt tussen haar gevoel en verstand. 

De psychiater is van Amsterdam naar een dijkhuis in de Betuwe verhuisd en geniet van het werken in en rond haar huis. Alleen voor veel van haar contacten en voor de betere films moet ze toch steeds terug naar haar vorige woonplaats. Ook Judith ontmoet ze daar. Douwesz beschrijft op herkenbare wijze hun onhandige contact en vooral ook hoe Idske vaak ten onrechte veronderstelt dat Judith wel aanvoelt wat zij wil. Het is het spel van aantrekken en afstoten met alle tobberige gedachten van Idske daarbij. De tegenstelling tussen de georganiseerde Idske en de chaotische Judith en de daaruit voortvloeiende aantrekkingskracht komt goed naar voren.

In meer dan 800 pagina’s zet de schrijver een boeiend verhaal neer. De moeite die ik soms heb met dikke boeken maakte hier plaats voor spijt toen ik het uitgelezen had. De stijl is heel naturel. Het verhaal moet het vooral hebben van de uitweidingen van Idske in haar gedachten of op de sofa bij haar analyticus. Daarin komt haar wereldvisie aan bod waardoor hij haar een boeiende analysant vindt. Ook mooi is de verbeelde glijdende schaal tussen gekte en normaal zijn. De psychiater heeft ook zo haar onhebbelijkheden en dwingende gewoonten. Al met al een mooi liefdesverhaal. 

woensdag 3 mei 2017

Magic man

Of de magic man de hoofdpersoon is of zijn ex-man wordt niet duidelijk. Bruno, de ik-figuur, tovert in elk geval met zijn leven en slaat nieuwe wegen in zonder al teveel na te denken vooraf. Dit maakt dat hij een verrassend leven leeft, maar soms ook met onaangename verrassingen. Het einde is open en onbepaald. Het leven kent geen happy end, lijkt de boodschap, maar moet telkens verdiend worden. Je maakt irrationele keuzes en je komt op onbetreden paden. Het leven in handen van een romantische ziel die soms ook op ongeluk stuit.

Bruno vlucht nadat zijn vriend doodging naar zijn vroegere thuis in de bergen. Hij voegt zich heel makkelijk naar het leven van zijn familie die een hotel runt. Dat stemt hem tevreden. Maar tevreden zijn is voor hem nooit genoeg. Er is meer. Er komt een stel in het hotel waarvan de vrouw hem het hoofd op hol brengt. Het is de eerste keer in zijn leven dat een vrouw dat bij hem veroorzaakt. Het is mooi hoe Oscar van den Boogaard Bruno kennis laat maken met de stereotype mannelijke blik op het leven, waarvan hij zich eerder nooit bewust is geweest. Als vanzelf komt hij in een ander leven terecht waarin hij naar Zuid-Amerika verhuist, de verleidelijke vrouw achterna, en zelfs een kind krijgt. Maar er komt een kink in de kabel. Zo rolt hij een romantisch leven in, zo staat zijn leven op losse schroeven.

De schrijver schrijft suggestief en voelt zich niet gebonden door chronologie of strenge logica. Het verhaal ontvouwt zich zoals het leven van Bruno, met passie en zonder angst voor het nieuwe. Hij gaat het aan en het presenteert zich. Even is hij bang dat het verleden hem tot de orde roept maar hij komt er ongeschonden doorheen. Een verhaal dat je meeneemt met iemand die niet bang is het leven aan te gaan.

woensdag 26 april 2017

Parijs is een feest

Het copyright voor dit boek van Hemingway gaat terug tot 1964. Het is postuum uitgegeven en vaker herzien. Zoon en kleinzoon geven vooraf een verantwoording voor de gemaakte keuzes waardoor je een beeld krijgt hoe subjectief die zijn. Toen de schrijver overleed had hij geen inleiding en laatste hoofdstuk naar zijn zin geschreven. Als je de bundeling schetsen vervolgens leest is het wonderlijk hoe die toch een samenhangend geheel vormen. Het zijn losse verhalen gebaseerd op de tijd van Hemingway in Parijs. Hij geeft zelf aan dat waarheid en fictie vaak moeilijk te scheiden zijn. Want wat als je herinnering je bedriegt of je hart oneerlijk is? In 2016 zorgde Arie Storm voor een nieuwe vertaling van ‘A moveable feast’ in het Nederlands.

Hemingway geeft een beeld van het Parijs begin vorige eeuw. De schrijvers, de kunstenaars, de salons bij Gertrude Stein. De gewoonte om vakantie te vieren in het buitenland, veel wijn te drinken bij de maaltijden en te gokken bij de paardenraces. Hij vertelt het verhaal van een beginnend schrijver die eerst zijn journalistiek niet los kan laten om van te kunnen leven. Als hij dat toch doet stort hij zich helemaal op het schrijven van fictie. Wat hij hier schrijft lijkt de soepele weerslag van een gedreven leven. Hij schrijft ook over de moeilijkheid van het schrijven en de afleiding van alledag.

Hij gaat behendig om met waarheden die hij te persoonlijk vindt. Dan vermeldt hij bijvoorbeeld dat hij en zijn vrouw ‘iets geheims’ tegen elkaar zeiden. Of dat de zaken niet zo mooi verliepen en hij er niet te diep op in wil gaan toen het geval was dat hij en zijn vrouw niet meer samen waren, maar er ineens een derde persoon in het spel was, een zo meedogenloze vrouw dat die wel moest ‘winnen’. Hij is een charmante verteller en kan het allemaal net een slagje mooier maken zoals blijkt uit het nawoord van Gustaaf Peek. Maar de verhalen zijn er niet minder om. Eerst lezen, dan naar Parijs!    

woensdag 19 april 2017

Quarantaine

Het romandebuut van Wytske Versteeg dateert al van 2012. Daarna volgden Boy en in 2015 Quarantaine. En blijkbaar moest het eerst toch 2017 worden voor ik iets van haar las. Haar sterke bijdrage aan de voorlaatste Revisor in de vorm van een verhaal geïnspireerd op AFTh van der Heijden pleitte er nogmaals voor, na alle overwegend goede recensies. Het werd Quarantaine en ik was aangenaam verrast.

Versteeg zet een plastisch chirurg neer die  het hele verhaal vertelt. Hij is een van de weinige overlevenden na de uitbraak van een dodelijke ziekte en blikt vanuit zijn ledige wereld terug op de loop van zijn leven. De schrijfster kruipt overtuigend in zijn huid. Het is een ambitieuze en statusgerichte man die niet veel goeds over heeft voor zijn eenvoudige ouders en andere losers. Hij heeft als kind een brandwond in zijn gezicht opgelopen en denkt daarmee het vertrouwen te kunnen winnen van potentiele klanten voor zijn praktijk. Hij heeft zijn vrouw getrouwd bij gebrek aan beter maar heeft uiteindelijk grote afkeer van haar. Zijn leven hangt van opportunisme aan elkaar.

Het verhaal lijkt met plezier geschreven. Soms herstelt de chirurg zijn eigen gedachtegang, als de verbeelding met hem op de loop gaat. Hij neemt je mee in een leven dat telkens op zoek is naar vooruitgang, zelfs als de wereld verlaten lijkt. Versteeg sleept je tot het einde mee in het verhaal, de verteller is op dreef. Na de hele rit met zijn redeneertrant bekend te zijn geraakt, volgt aan het einde toch een keerpunt. De grote man blijkt ook nog een kleine jongen in zich te dragen met menselijke behoeften. In een desolate wereld komt uiteindelijk zijn ware aard naar boven. Met recht een mooi boek dat vraagt om meer.

woensdag 12 april 2017

Melancholie van de onrust

‘Melancholie van de onrust’ is de titel van het essay van de Maand van de Filosofie door Joke J. Hermsen. Zij grijpt het thema rust aan om de onrust in de samenleving nader te beschouwen. Van melancholie bestaat een ziekelijke variant en een positieve variant, waaruit creativiteit en onderlinge verbinding kan voortkomen. De ziekelijke maakt alles zwart en levenloos. Melancholie is een ouderwets woord en tegenwoordig zouden we het eerder over depressie hebben. Maar melancholie heeft een grotere gevoelswaarde en dient zijn eigen betekenis, de melancholie, de weemoed. Hermsen vindt het belangrijk dat deze term niet alleen vanuit de individuele psychiatrie beschouwd wordt, maar juist ook vanuit een breder filosofisch perspectief. Daarmee kun je onze samenleving duiden. 

Het lijkt of de ziekelijke melancholie in de huidige tijd overheerst. Er worden tegenstellingen geschapen om de eigen achtertuin te beschermen. Groepen mensen komen tegenover elkaar te staan in plaats van naast elkaar. Populistische partijen roepen om hun grote gelijk zonder oog te hebben voor enige andere opvatting. Kunst is een linkse hobby en levert niks op. Terwijl kunst juist mensen op een ander pad kan brengen en hen onderling verbinden. Hermsen benadrukt verder het belang van het open debat, waarin op inhoud wordt gediscussieerd. Als het enkel om mediagenieke oneliners gaat is er geen wezenlijke uitwisseling en daarmee wordt de democratie niet gediend.

Aan de hand van tal van denkers van vroeger en nu maakt Hermsen duidelijk hoe belangrijk het is niet alles vanuit economisch perspectief te bezien. Dat reduceert de wereld tot een liefdeloze optelsom van nuttige en efficiënte zaken waarin geen ruimte is voor compassie met je medemens of creatieve ideeën, die vaak pas ontstaan op momenten waarop je er niet op voorzien was, maar onbewust even aan het mijmeren geslagen was. Visies op de jaren voor de Tweede Wereldoorlog vertonen schrikbarende overeenkomsten met de status van de huidige wereld. Hermsen ziet een belangrijke rol voor de politiek om de melancholie van de samenleving weer in een positieve te laten veranderen.

Hermsen haalt een indrukwekkende lijst van denkers aan. Ook Joost Zwagerman komt aan bod met ‘De stilte van het licht’. Opvallend is de overeenkomst met de titel van haar eigen boek. Alleen de onrust is daarin bepaald, de melancholie niet. Die heeft verschillende kanten en ook een mooie, zelfs als niet alles altijd alleen maar ‘leuk’ is. Ook tegenslag hoort bij het leven, daarmee raakt het doorleefd. Zolang je telkens het mogelijke nieuwe blijft zien en je onderdeel voelt van een groter geheel blijft het leven de moeite waard en kun je ook eens buiten je eigen tuintje treden.