zondag 29 januari 2017

God sta het kind bij

Een blanke vrouw krijgt een donkere dochter met alle ongemakkelijke situaties die dat met zich meebrengt. Vooral de moeder heeft er moeite mee. Zij kan haar dochter geen onvoorwaardelijke liefde bieden. De dochter, die zich Bride noemt, ziet kans een succesvol leven op te bouwen. Ze heeft een eigen goedlopende zaak en kleedt zich op deskundig advies altijd in het wit. Dit zou maken dat haar flamboyante verschijning haar huidskleur overstemt. Als kind heeft ze een docent in ernstige moeilijkheden gebracht, alleen maar om de liefde van haar moeder te winnen. Nu heeft haar man haar verlaten en lijkt alles mis te gaan.

Toni Morrison schrijft op zo’n manier dat het makkelijk leest. Nu eens vanuit het perspectief van de moeder, dan weer vanuit dat van de dochter of een ander personage. Het lijkt een eenvoudig verhaal maar er staat meer dan er staat. Bride gaat op zoek naar haar man die haar verlaten heeft. Na een auto-ongeluk vangt een zelfvoorzienend en onthecht stel haar op. Zij blijken een meisje in huis te hebben dat ook een traumatische jeugd heeft gehad. Noodgedwongen neemt Bride tijdelijk afstand van haar gangbare luxe en onafhankelijke leven. Vervolgens strandt ze bij een bekende van haar man. De vrouw heeft vele mannen gehad maar woont nu alleen tussen hun foto’s in een geïmproviseerd huis. Bride’s man blijkt ook zo zijn door het verleden ingegeven redenen te hebben gehad om haar te verlaten.

Een gemankeerde jeugd vormt voor de meeste personages het hoofdthema. Van daaruit handelen ze in hun verdere leven, wat hen verder kan brengen maar ook opbreken. ‘God sta het kind bij’ is een verzuchting die Bride’s moeder slaakt en die op alle gewezen en toekomstige kinderen uit  het verhaal van toepassing lijkt. Bride en haar man vinden elkaar weer in eerlijkheid maar het is zeker niet gezegd dat zij happy ever after verdergaan met hun leven. Een boek dat tot nadenken stemt over hoe je leven loopt, hoe je verleden je heden bepaalt en hoe eerlijk je daarover bent tegenover de mensen om je heen.

zaterdag 14 januari 2017

Naar de overkant van de nacht

Ondanks alle positieve berichten was het er nog steeds niet van gekomen om een boek van Jan van Mersbergen te lezen. Nu heb ik dan ‘Naar de overkant van de nacht’ gelezen. Wat een intens en robuust verhaal! Je zou denken dat er over een enkele carnavalsnacht niet veel te vertellen valt en zeker niet een verhaal met enige diepgang. Toch is dat wat Van Mersbergen met dit boek voor elkaar heeft gekregen. De banaliteit van een nacht doorzakken verweven met de zin van het bestaan.

De ik-figuur gaat alleen de koude carnavalsnacht in waarin hij tal van medefeestgangers ontmoet die hij op zijn tocht door de nacht telkens weer tegenkomt. Al naar gelang de hem onderweg toebedeelde attributen bij zijn uitdossing verandert hij van veerman tot kraanvogel. Als veerman brengt hij mensen die hij tijdelijk onder zijn hoede neemt naar de overkant en als kraanvogel maakt hij klapwiekende bewegingen. Zijn de types die je speelt een rol of een uitvergroting van jezelf?

De schrijver maakt een nacht vol drank waarbij de biertjes geteld worden tot een louterend proces van een man die op een moeilijk punt in zijn leven is beland. Hij heeft een relatie met een vrouw die vier kinderen heeft. Gedurende de nacht reflecteert de hoofdpersoon op zijn leven met haar. Heeft hij teveel gegeven? Of heeft zij hem ook iets te bieden? Zijn zijn gevoelens voor haar en haar kinderen zuiver?

De ik-figuur is een stoere maar ook gevoelige man. Hij beleeft de nacht intens en met een caleidoscoop aan gedachten en overpeinzingen. Sommige associaties komen op een bijna bezwerende manier telkens terug. De zinnelijkheid van de nacht leidt hem uiteindelijk tot een plaats om te slapen. Vervolgens kan hij uitgerust verdergaan met het leven waarnaartoe de nacht hem de weg heeft gewezen. Een boeiend verteld verhaal.  

zaterdag 7 januari 2017

De dyslectische hartenclub

Het tweede boek van Hanneke Hendrix is een levensechte roadnovel. Zet drie vrouwen met brandwonden bij elkaar in een bewaakte ziekenhuiskamer en het avontuur kan beginnen. Ze weten aanvankelijk weinig over elkaar maar dat verandert als ze samen op de vlucht slaan. De vlucht was geen vooropgezet plan maar ingegeven door de situatie. Hendrix maakt het verhaal spannend door gedoseerd telkens een beetje meer informatie over het drietal prijs te geven. Als lezer word je meegesleept in een bizarre tocht met de nodige hindernissen. De drie vrouwen hebben samen het doel om weg te komen en ergens te kunnen overleven, maar uiteindelijk lijkt het toch ieder voor zich.

De schrijfster zet de drie types goed neer en je merkt dat zodra je meer over hen weet je geneigd bent ze in een hokje te plaatsen. Dit wilden ze tegenover elkaar voorkomen maar ze vormen toch een verbond tijdens hun vlucht. De drie karakters vullen elkaar aan en schamen zich in eerste instantie als er meer over hun verleden bekend wordt, maar realiseren zich dat iedereen wel wat heeft.

Hendrix hanteert een lichte stijl met karakteristieke dialogen. Ze vertelt het verhaal vanuit het perspectief van één van de drie zodat we samen met haar steeds meer te weten komen over de andere twee. Het eindpunt van hun tocht blijkt een illusie en slechts één van de drie haalt het. Na de slopende tocht en het verlies van haar bewustzijn lijkt ze weer terug bij af. Maar dan met de liefdevolle herinnering aan de gezamenlijke zoektocht. En met de constatering dat ieder mens zijn leven leeft terwijl de tijd verstrijkt. ‘Dat we alleen zijn en dat we alleen maar onszelf hoeven te vergeven voor alles.’ Een bijna happy end van een verhaal vol ongeluk. Als het leven zelf.