woensdag 26 april 2017

Parijs is een feest

Het copyright voor dit boek van Hemingway gaat terug tot 1964. Het is postuum uitgegeven en vaker herzien. Zoon en kleinzoon geven vooraf een verantwoording voor de gemaakte keuzes waardoor je een beeld krijgt hoe subjectief die zijn. Toen de schrijver overleed had hij geen inleiding en laatste hoofdstuk naar zijn zin geschreven. Als je de bundeling schetsen vervolgens leest is het wonderlijk hoe die toch een samenhangend geheel vormen. Het zijn losse verhalen gebaseerd op de tijd van Hemingway in Parijs. Hij geeft zelf aan dat waarheid en fictie vaak moeilijk te scheiden zijn. Want wat als je herinnering je bedriegt of je hart oneerlijk is? In 2016 zorgde Arie Storm voor een nieuwe vertaling van ‘A moveable feast’ in het Nederlands.

Hemingway geeft een beeld van het Parijs begin vorige eeuw. De schrijvers, de kunstenaars, de salons bij Gertrude Stein. De gewoonte om vakantie te vieren in het buitenland, veel wijn te drinken bij de maaltijden en te gokken bij de paardenraces. Hij vertelt het verhaal van een beginnend schrijver die eerst zijn journalistiek niet los kan laten om van te kunnen leven. Als hij dat toch doet stort hij zich helemaal op het schrijven van fictie. Wat hij hier schrijft lijkt de soepele weerslag van een gedreven leven. Hij schrijft ook over de moeilijkheid van het schrijven en de afleiding van alledag.

Hij gaat behendig om met waarheden die hij te persoonlijk vindt. Dan vermeldt hij bijvoorbeeld dat hij en zijn vrouw ‘iets geheims’ tegen elkaar zeiden. Of dat de zaken niet zo mooi verliepen en hij er niet te diep op in wil gaan toen het geval was dat hij en zijn vrouw niet meer samen waren, maar er ineens een derde persoon in het spel was, een zo meedogenloze vrouw dat die wel moest ‘winnen’. Hij is een charmante verteller en kan het allemaal net een slagje mooier maken zoals blijkt uit het nawoord van Gustaaf Peek. Maar de verhalen zijn er niet minder om. Eerst lezen, dan naar Parijs!    

woensdag 19 april 2017

Quarantaine

Het romandebuut van Wytske Versteeg dateert al van 2012. Daarna volgden Boy en in 2015 Quarantaine. En blijkbaar moest het eerst toch 2017 worden voor ik iets van haar las. Haar sterke bijdrage aan de voorlaatste Revisor in de vorm van een verhaal geïnspireerd op AFTh van der Heijden pleitte er nogmaals voor, na alle overwegend goede recensies. Het werd Quarantaine en ik was aangenaam verrast.

Versteeg zet een plastisch chirurg neer die  het hele verhaal vertelt. Hij is een van de weinige overlevenden na de uitbraak van een dodelijke ziekte en blikt vanuit zijn ledige wereld terug op de loop van zijn leven. De schrijfster kruipt overtuigend in zijn huid. Het is een ambitieuze en statusgerichte man die niet veel goeds over heeft voor zijn eenvoudige ouders en andere losers. Hij heeft als kind een brandwond in zijn gezicht opgelopen en denkt daarmee het vertrouwen te kunnen winnen van potentiele klanten voor zijn praktijk. Hij heeft zijn vrouw getrouwd bij gebrek aan beter maar heeft uiteindelijk grote afkeer van haar. Zijn leven hangt van opportunisme aan elkaar.

Het verhaal lijkt met plezier geschreven. Soms herstelt de chirurg zijn eigen gedachtegang, als de verbeelding met hem op de loop gaat. Hij neemt je mee in een leven dat telkens op zoek is naar vooruitgang, zelfs als de wereld verlaten lijkt. Versteeg sleept je tot het einde mee in het verhaal, de verteller is op dreef. Na de hele rit met zijn redeneertrant bekend te zijn geraakt, volgt aan het einde toch een keerpunt. De grote man blijkt ook nog een kleine jongen in zich te dragen met menselijke behoeften. In een desolate wereld komt uiteindelijk zijn ware aard naar boven. Met recht een mooi boek dat vraagt om meer.

woensdag 12 april 2017

Melancholie van de onrust

‘Melancholie van de onrust’ is de titel van het essay van de Maand van de Filosofie door Joke J. Hermsen. Zij grijpt het thema rust aan om de onrust in de samenleving nader te beschouwen. Van melancholie bestaat een ziekelijke variant en een positieve variant, waaruit creativiteit en onderlinge verbinding kan voortkomen. De ziekelijke maakt alles zwart en levenloos. Melancholie is een ouderwets woord en tegenwoordig zouden we het eerder over depressie hebben. Maar melancholie heeft een grotere gevoelswaarde en dient zijn eigen betekenis, de melancholie, de weemoed. Hermsen vindt het belangrijk dat deze term niet alleen vanuit de individuele psychiatrie beschouwd wordt, maar juist ook vanuit een breder filosofisch perspectief. Daarmee kun je onze samenleving duiden. 

Het lijkt of de ziekelijke melancholie in de huidige tijd overheerst. Er worden tegenstellingen geschapen om de eigen achtertuin te beschermen. Groepen mensen komen tegenover elkaar te staan in plaats van naast elkaar. Populistische partijen roepen om hun grote gelijk zonder oog te hebben voor enige andere opvatting. Kunst is een linkse hobby en levert niks op. Terwijl kunst juist mensen op een ander pad kan brengen en hen onderling verbinden. Hermsen benadrukt verder het belang van het open debat, waarin op inhoud wordt gediscussieerd. Als het enkel om mediagenieke oneliners gaat is er geen wezenlijke uitwisseling en daarmee wordt de democratie niet gediend.

Aan de hand van tal van denkers van vroeger en nu maakt Hermsen duidelijk hoe belangrijk het is niet alles vanuit economisch perspectief te bezien. Dat reduceert de wereld tot een liefdeloze optelsom van nuttige en efficiënte zaken waarin geen ruimte is voor compassie met je medemens of creatieve ideeën, die vaak pas ontstaan op momenten waarop je er niet op voorzien was, maar onbewust even aan het mijmeren geslagen was. Visies op de jaren voor de Tweede Wereldoorlog vertonen schrikbarende overeenkomsten met de status van de huidige wereld. Hermsen ziet een belangrijke rol voor de politiek om de melancholie van de samenleving weer in een positieve te laten veranderen.

Hermsen haalt een indrukwekkende lijst van denkers aan. Ook Joost Zwagerman komt aan bod met ‘De stilte van het licht’. Opvallend is de overeenkomst met de titel van haar eigen boek. Alleen de onrust is daarin bepaald, de melancholie niet. Die heeft verschillende kanten en ook een mooie, zelfs als niet alles altijd alleen maar ‘leuk’ is. Ook tegenslag hoort bij het leven, daarmee raakt het doorleefd. Zolang je telkens het mogelijke nieuwe blijft zien en je onderdeel voelt van een groter geheel blijft het leven de moeite waard en kun je ook eens buiten je eigen tuintje treden. 

woensdag 5 april 2017

Dinsdag

Een oude man in de nadagen van zijn leven wordt ten tonele gevoerd. Hij heeft twee vrouwen verloren, aan de dood en de ouderdom. Eenzaam leeft hij in het achtergebleven huis waarin hij slaapt op zolder om door de kieren van het dak het contact met de wereld buiten te voelen. Zijn huis is genomineerd om gesloopt te worden maar hij vertikt het om er weg te gaan. En al helemaal niet naar een verzorgingshuis zoals zijn hulp oppert. Een man waarmee je mededogen voelt totdat blijkt hoe meedogenloos en opportunistisch hij in zijn leven is geweest. Elvis Peeters vertelt gedoseerd over het leven van de man. Dinsdag verwijst naar een willekeurige dag in zijn leven. Steeds meer blijkt dat het gaat om het totaal van dagen dat een mensenleven uitmaakt.

Elvis Peeters schrijft zijn boeken samen met zijn vrouw Nicole van Bael. In Dinsdag geven ze een rauw beeld van een leven in vergrijpen, geleid door eigenbelang. We maken eerst kennis met de huidige huiselijke situatie van de oude man. Hij stelt zichzelf taken voor de dag zodat hij deze ook weer rustig doorkomt. Steeds meer blijkt dat hij een gewelddadig verleden heeft en aan diverse kanten heeft gevochten in Congo, voormalige Belgische kolonie. De aanleiding dat hij daar al op jonge leeftijd terecht kwam was een straf van zijn vader.

Op zijn negentiende verkracht hij met een paar kameraden een meisje op een stille landweg in België. Zodra zijn vader er van hoort stuurt hij hem naar zijn zus die in Congo woont. Daar volgt een rusteloos bestaan van de ene onbevredigende plek naar de ander in tal van baantjes die om handenarbeid vragen. Zijn eigen gewin en genot zijn hierbij leidend. Hij zal zich nooit lang  binden, hij gebruikt telkens de optie om weer verder te trekken, tot in de gevechten in het land aan toe. Hij vecht aan verschillende zijdes, samen met de bevolking die hij steevast de zwarten noemt. Ze zijn mogelijk nog gewelddadiger dan hij zelf maar het laat hem onverschillig.  

Zijn hele avontuurlijke en onrustige leven brengt hem uiteindelijk net als de meesten in een eenzame situatie die het einde inluidt. De enige vlucht die hem dan nog rest is die in zijn verbeelding. Hij hoort de natuur zijn gang gaan als hij zich klaarmaakt voor de nacht zodat de dromen kunnen komen. Een indringend verhaal over een hoofdpersoon die steeds minder sympathiek lijkt. Of hoe geweld in alledaagsheid kan eindigen.