zaterdag 24 juni 2017

Een vlucht regenwulpen

Eerder las ik van Maarten ’t Hart Dienstreizen van een thuisblijver, wat een amusante verzameling autobiografische verhalen was, waarin hij figureert als de zonderlinge schrijver. De laatste tijd verschijnt soms een filmpje van hem waarin hij met een mix van nuance en ironie een boek van één van zijn collega-schrijvers bespreekt. Het lijkt alsof hij minder wereldvreemd is dan in zijn beginjaren, de jaren ’70. Een vlucht regenwulpen is uit die tijd. Daarin verschijnt een Maarten, die veel weg heeft van ’t Hart, toen ook nog actief als bioloog. Ik vond het een heerlijk boek over een eenling die worstelt met de wereld om hem heen en het geloof dat hij van huis uit heeft meegekregen.

De Maarten in het verhaal heeft een passie voor zijn vak, de biologie, en vooral hoe het kleine tot iets groots kan leiden, zoals bij het reproduceren van cellen. Zijn wetenschappelijke status brengt hem naar Zwitserland waar hij op een congres zal spreken. Dat is zijn kunde en hij weet dat hij met de nodige humor met succes zijn verhaal voor het voetlicht kan brengen. Al het andere baart hem zorgen. Het contact met zijn vakgenoten, de reis naar Zwitserland, de uren in de stad waar hij een vlam van vroeger meent te herkennen. Hij wordt geplaagd door de dwanggedachte dat hij binnenkort dood zal gaan en door de vrees voor grote, lege pleinen. Het lijkt of de reis voor een doorbraak zorgt en hij zijn angsten overwint. Toch blijft hij een buitenstaander maar wel een die gelukkig kan zijn.

De schrijver toont zijn romantische ziel door zijn eeuwige verlangen naar een meisje uit zijn jeugd te beschrijven. Uiteindelijk verlangt hij naar het verlangen, meer nog dan naar de vervulling ervan. Hij ervaart gevoelens voor een collega waarvan hij later beseft dat het wel verliefdheid moet zijn. Als zij naar een ander toe trekt weet hij zichzelf weer de zonderling, die balanceert tussen normaliteit en gekte en geen partij is voor haar. Het in zijn puberteit afgezworen geloof komt bij bepaalde ervaringen met de natuur weer bovendrijven. Er lijkt een hogere hand in het spel. Zo ziet hij bij het overlijden van zijn moeder een vlucht regenwulpen, een uniek fenomeen. Het ergste en het mooiste met elkaar verenigd in een moment. Zo wisselen ook passie en rationele afstand elkaar af in dit persoonlijke relaas.    

zondag 18 juni 2017

Pijn

Misschien ben ik niet romantisch genoeg om het geloofwaardig te vinden dat een vrouw na dertig jaar weer bijna als vanzelf in de armen van haar vroegere geliefde valt. Dat is precies wat gebeurt in Pijn van Zeruya Shalev. De vrouw, Iris, heeft een man, dochter en zoon en een goede baan als directeur van een school. Ze woont in Jeruzalem en heeft een aanslag overleefd, die haar leven sterk heeft beïnvloed. Haar kinderen wilde ze haar pijn besparen waardoor er tussen hen afstand is ontstaan. Haar man is ze getrouwd als makkelijk alternatief voor haar vroegere liefde die haar na de dood van zijn moeder aan de kant zette. Het hele stervensproces hebben ze samen intensief doorgemaakt en hij wil haar vervolgens niet meer zien omdat ze hem aan zijn moeder doet denken. Zijn pijn wordt haar pijn. Nog meer als ze zwaar gewond raakt door de aanslag.

Het is juist die aanslag die hen uiteindelijk weer op elkaars pad brengt. Iris moet naar het ziekenhuis voor controle van haar lijf en treft haar vroegere geliefde aan als arts. Een stormachtige affaire ontvouwt zich. Shalev neemt je mee in de obsessieve liefde van Iris voor haar ex. Het avontuur neemt het over van het dagelijkse leven dat minderwaardig lijkt in haar perceptie. De schrijfster voert een vriendin van Iris op die haar rationeel tegenwicht biedt. Dat geeft het heftige liefdesverhaal wat meer lucht.

Als de dochter van Iris en haar man onder invloed raakt van een duistere man, grijpt Iris dit aan om zich daar met haar hele wezen op te storten. Uit een diepgeworteld schuldgevoel en een magische manier van denken stelt ze de affaire op het tweede plan. Het is bijna gênant om haar in de rol van de overbezorgde moeder te zien en hoe onbeholpen ze haar dochter probeert te helpen. Uiteindelijk zit er toch beweging in de situatie die zich ten goede lijkt te keren. Een dweperig verhaal van een liefde tegen de achtergrond van het hedendaagse Jeruzalem.

zaterdag 10 juni 2017

Vals licht

Vals licht wilde ik altijd nog eens lezen, het was de laatste roman van Joost Zwagerman die ik nog niet kende. Ik trof ‘m aan in een minibieb en was er heel blij mee. Na zijn Boekenweekgeschenk in 2010 volgde er helaas geen fictie meer van de schrijver. Non-fictie des te meer. Hij bezag en beschouwde, dichtte en stelde samen. Hij liet een schat aan woorden na die getuigen van een scherpzinnig brein. Alweer bijna twee jaar geleden verloren we een groot schrijver.

Zwagerman voert in Vals licht Simon ten tonele die vanuit zijn ouderlijk huis naar de grote stad gaat om te studeren. Hij ontmoet er een jonge prostituee. Wat volgt is een onmogelijke relatie tussen een jongen die gefascineerd raakt door Lizzie terwijl zij een vernuftig spelt speelt met ‘het leven’ en de waarheid. Beide zogenaamde studenten verliezen zich in elkaar en staan steeds meer buiten de dagelijkse realiteit. De zogenoemde ‘onderwaterkamer’ van Lizzie vormt een schemerig decor van hun schaduwbestaan.

Hoe meer Simon bij Lizzie betrokken raakt, hoe meer hem onduidelijk wordt over haar leven. Net als je denkt het geheim van Lizzie ontdekt te hebben, voert Zwagerman een volgende wending in het  verhaal op. Hij zet het dwingende karakter van Lizzie met al haar eigenaardigheden en verzinsels goed neer en vertelt het verhaal in een natuurlijke stijl met levensechte dialogen. Hij bezwijkt gelukkig niet voor de verleiding van een happy end.

Vals licht was Zwagermans derde roman, die verscheen na het succesvolle Gimmick! over de hippe kunstenaarsscene in de jaren ’80. Hij was pas halverwege de twintig toen hij hiermee doorbrak en achteraf beschouwd al op de helft van zijn leven. Op 9 september 2015, de dag na zijn dood, schreef ik een stukje over hem met de titel ‘Onvermogen’. De conclusie dat we moeten leven voor twee onderschrijf ik nog steeds. Ik zag dat ik de verhalenbundel Kroondomein nog niet gelezen heb. Die houd ik nog tegoed.       

donderdag 1 juni 2017

Ons element

Aarde draagt ons
aardig zijn wij
aardig donker
en dicht
bij de grond
nu en dan verlicht
door luchtspiegelingen, vuurgevechten
Wassend water werpt ons
telkens terug
op onze eigen grond
aardedonker
en dichter
bij onze oorsprong
verder van elkaar
stil en gedragen
aan weerszijden van ons ravijn
in de diepte starend
de aard van ons
samen zijn