zaterdag 25 november 2017

X&Y

Nog steeds geen roman gelezen van Franca Treur, maar dit boekje met korte stukjes is misschien net het duwtje wat ik nodig heb. Ze zijn eerder verschenen in NRC en vorig jaar gebundeld in X&Y. De letters in de titel staan voor personen uit het dagelijks leven die jij of ik zouden kunnen zijn. De situatieschetsen zijn heel alledaags en herkenbaar. Op een of andere manier lukt het de schrijfster om zelfs aan deze heel korte verhaaltjes een leuke draai te geven. Ik betrapte me er meermalen op dat ik aan het eind van een stukje hardop zat te lachen. Het kleine boekje is ook nog eens mooi geïllustreerd door Olivia Ettema.

Treur laat zich inspireren door de wereld om haar heen, maar zoekt het in haar verhalen niet altijd dicht bij huis. Zo speelt het zich ook af op een paradijselijk eiland. Het gaat merendeels over hoe mensen met elkaar omgaan, zich goed willen voordoen, geliefd willen zijn. De setting is niet alleen fysiek maar ook digitaal. Hoe ontstaat een virtuele liefde? Wat vult de een voor de ander in?

Erg grappig vond ik het verhaaltje over de jongen die De Schrijfbijbel van zijn nieuwe vriendin krijgt en zich hierdoor goed gekend voelt in zijn diepe wens tot schrijven. Totdat blijkt dat zij bij de eerste de beste volgende verjaardag een vriend precies hetzelfde cadeau geeft. Hoe bijzonder is hij eigenlijk voor haar?

Zo treft de schrijfster in ieder verhaaltje de drijfveren van haar personages en de vaak onhandige manier waarop deze zich manifesteren. Rake psychologische portretjes van de mens van nu.    

‘Hoor nu mijn stem’ is haar nieuwste en derde roman. Een welluidende titel voor een verhaal over een vrouw uit een sterk gelovig milieu die in haar jonge jaren nooit gehoord werd en nu, als radiopresentator van zich laat horen. Waarschijnlijk wordt dit de eerste roman die ik van haar ga lezen. Qua thema in het verlengde van ‘Dorsvloer vol confetti’ maar acht jaar later misschien gegroeid in haar manier van schrijven. Wordt vervolgd! 

vrijdag 17 november 2017

Strak blauw

Dit jaar kwam het derde boek uit van Renée van Marissing, Parttime astronaut. Toevallig zag ik haar vorige boek met de titel Strak blauw in de bieb op een thematafel liggen. Het zou gaan over wat er met je kan gebeuren als je teveel prikkels krijgt. Omdat ik daar wel een beeld bij heb, was ik benieuwd hoe zij dit zou verwoorden. En ik werd aangenaam verrast.

In het begin ging het lezen een beetje stroef. Lag het aan mij of de manier van schrijven, ik weet het niet goed. Maar eenmaal op gang was het een sterk verhaal. Niet eens zozeer qua inhoud, maar vooral door de manier van beschrijven van iets dat eigenlijk vrij abstract en ongrijpbaar is. Het gaat over een jonge fotografe die zich heeft afgekeerd van een groot deel van de wereld en nog een overzichtelijk contact aanhoudt met twee hechte vrienden. En die zijn haar soms zelfs nog teveel.

Haar hoofd raakt overvol en ze kan haar eigen gangen niet langer volgen. Ze dwaalt door de stad en heeft ontmoetingen die ze zich later niet goed kan herinneren. De schrijver treft heel goed de dolende ziel van de fotografe. Het lijkt een dwangmatig afhouden van alle soorten van input, alles is teveel, haar hoofd wil dat haar wereld te behappen is.

Zelfs het contact met haar vriendin, bij wie ze is ingetrokken, is haar op zeker moment teveel. Ze vlucht naar het platteland waar ze in alle rust alleen met zichzelf is. In het huis voor haar alleen sluit ze de wereld zoveel mogelijk buiten. De schrijver vindt goede woorden om het verloren gevoel van de hoofdpersoon uit te drukken. Ze beschrijft een kleine wereld zonder houvast, en met gedachten die zogenaamd onbegrijpelijke acties logisch maken. Zo komt het verhaal tot een heftig en onherroepelijk einde, terwijl de fotografe het idee heeft de draad van haar leven weer eenvoudigweg op te pakken. Een heel mooi verhaal, ben benieuwd naar haar nieuwste boek. 

zaterdag 11 november 2017

Astronaut

Pieter Kranenborg is 23 jaar en debuteerde dit jaar met Astronaut. Het is een verzameling lange en korte verhalen die getuigen van een scherpe geest en een goed observatievermogen. Ook al gebeurt er soms niet veel in de verhalen, ze gaan toch ergens over. Veelal over de omzwervingen van een jonge hoofdpersoon met het niet zo ambitieuze streven naar meer of beter, maar vooral naar anders. Een zoeken naar essentie met veel interessante zijpaden. Een beschouwing van het leven door een twintiger van nu voor wie het digitale leven een gegeven is.

Zo kan het gebeuren dat een personage op reis naar Japan in zijn hotelkamer series op zijn laptop zit te kjken. De vraag naar het waarom van reizen dringt zich op. Gaat het om wat je ziet, hoe je je voelt, wie je ontmoet, om hoeveel foto’s je ter verantwoording kunt overleggen? De schrijver stelt de vraag en laat je erover nadenken.

Ook gaat het over een jongen die verbaasd aanziet dat zijn leeftijdsgenoten zich binden en settelen terwijl hij nog volop op zoek is naar nieuwe ontdekkingen. De buitenstaander die aan de zijlijn staat maar alles ziet en registreert, de positie die een schrijver vaak inneemt. Een happy-go-lucky personage dat eropuit gaat en openstaat voor wat zich aandient. Ook voor nieuwe contacten die met een onderzoekende houding worden aangegaan. De vluchtige contacten onderweg lijken vaak wezenlijker dan die met het thuisfront, voor zover aanwezig.

Wat Kranenborg soms mooi doet is verwijzen naar zijn eigen tekst, waarmee hij zijn oorspronkelijke verhaal enigszins op losse schroeven zet. Dat biedt een relativering en een kritische noot op het eerst zo vanzelfsprekende verhaal. Hij heeft een volwassen manier van schrijven over de verwondering van een jonge sterveling. Ik kijk uit naar wat hij nog meer zal schrijven. 

vrijdag 3 november 2017

Liefde is een rebelse vogel

Vorig jaar kwam ‘Liefde is een rebelse vogel’ van Mounir Samuel uit, nu las ik het eindelijk. Op het eerste gezicht lijkt het een liefdesverhaal, maar het is ook een verhaal over keuzes maken, vluchten en identiteit. We maken in elkaar afwisselende hoofdstukken kennis met een psychologe en een succesvolle schrijfster die ervoor kiest anoniem te blijven. In alles  lijken zij elkaars tegendeel, maar ze trekken steeds meer naar elkaar toe.

In het begin van het verhaal gaan sommige ontwikkelingen naar mijn idee wel erg snel om geloofwaardig te zijn, maar vervolgens las ik een goed geschreven verhaal dat je meeneemt tot het einde. Samuel zet beide hoofdpersonen goed neer. De psychologe met haar ordelijk leven en de eeuwig zeurende vraag: is dit alles? En de schrijfster Zetá die een bewogen leven heeft gehad en nu de luwte van het anonieme schrijverschap zoekt.

Na een paar vluchtige toevallige ontmoetingen lijken zij voorbestemd om met elkaar in contact te komen. Wat volgt, na wat omtrekkende bewegingen, is een gecompliceerde relatie. De psychologe ontdekt steeds meer over het verleden van Zetá die bijna als vanzelf bij haar intrekt. Zetá heeft een zoektocht naar haar afkomst ondernomen en onderweg in armoedige en onveilige situaties verkeerd. Nu is zij als succesvolleschrijver goed bedeeld, maar draagt nog steeds een soort onrust in zich die haar uiteindelijk wegdrijft van de psycholoog. Maar wel met achterlating van hun gezamenlijk verhaal.

Het lijkt een mooi rond einde, alleen laat Samuel de psycholoog een keuze maken als was ze Zetá, en in de lijn van haar persoonlijkheid, lijkt het een onmogelijkheid dat deze goed uitpakt. Maar in elk geval een open einde en vooral een niet happy end. Want dat ze vroeg of laat elkaar weer zouden verliezen hing vanaf het begin in de lucht. Dat liefde een rebelse vogel is die zich niet laat temmen is een toepasselijk citaat uit Carmen, de opera die de vrouwen samen zagen in Parijs.