zaterdag 24 februari 2018

De hele dag bleef het bij me


De hele dag bleef het bij me,

de geur van naderend gevaar,
om wat ik droomde dat ik je zei.

Kwam dreigend onheil dichtertbij
[van welke omvang en van waar?]
door wat ik droomde dat je zei?

Achter elke meubel dacht ik dat
mijn duistere belager zat.

En opgezwiept tot razernij
verliet tenslotte doodsangst mij:
ik sloeg de kamer kort en klein.

Op wat ik droomde dat je zei
kwam een verrassend antwoord vrij.

Ik mat de schade en ik zag
in het gebroken spiegelglas
wie al die tijd de vijand was
voor wie je me gewaarschuwd had.

Neeltje Maria Min

zondag 18 februari 2018

De wafelfabriek



De tweede roman van Roman Helinski is een verhaal met een boodschap. Ging het in zijn eerste roman nog over een vader-en-zoonrelatie, nu richt hij zich op een hele groep mensen en hoe die in zijn geheel functioneert. Je zou denken dat dit het verhaal minder persoonlijk maakt, maar met pakkende dialogen en bepaalde typeringen is het toch een levendig geheel. Centrale thema is de werking van een groep, waarvan de leden erbij willen blijven horen, niet willen afwijken en liefst een leider volgen, zonder zichzelf te hoeven uitspreken.

De schrijver situeert de groep in een wafelfabriek. Het zijn overwegend vrouwelijke werknemers die voor de wafelproductie zorgen. Zij beginnen vroeg, de directeur komt later in zijn grote auto en alles gaat aan de lopende band zijn gangetje. Het is niet goed of slecht, maar wel vertrouwd. De fabriekswerkers vormen een groep, een van hen noemt ze vaak ‘een familie’.

Dan veranderen er dingen binnen de organisatie van de fabriek. De onderlinge verhoudingen verschuiven. De ovenmeester wordt ontslagen en een charismatische man doet zijn entree in de fabriek. Hij is groot, aanwezig en goed gebekt en wordt al gauw leider van de groep. Tegelijkertijd zoekt hij aansluiting bij de directeur. Hij drijft beide partijen uit elkaar en brengt de fabriekswerkers tot bizarre daden.
 
  
In een vrij nuchtere stijl met af en toe een passende metafoor zet de schrijver de absurde ontwikkelingen op een geloofwaardige manier neer. Zo lees je over het meeslepende effect van de groep en het gemak waarmee deze te beïnvloeden is, nu eens de ene, dan weer de andere kant op. De nieuwe leider kan zijn volgers eigenlijk niet serieus nemen en begint menige toespraak met ‘domme, domme mensen’ waar uit onmacht dan maar om gelachen wordt. Het einde lijkt bijna te rond, maar wordt versterkt door een kleine verwijzing naar de toekomst. Een waarschuwing voor de groep, een samenleving. Zinnig verhaal.

vrijdag 9 februari 2018

Probeer om te keren



Altijd fijn om een debuut te lezen. Hoe doet de ‘nieuwe’ schrijver het en wat is er blijkbaar voor nodig om een verhaal gepubliceerd te krijgen? ‘Nieuw’ is natuurlijk een relatief begrip, de meeste schrijvers schrijven al van jongs af aan. Je kunt je zelfs afvragen of aanvankelijk niet iedereen een schrijver was maar de meesten zich uiteindelijk op iets anders zijn gaan richten. Marijn Sikken is in elk geval nieuw in de zin van jong. Ze is vóór dit debuut al met diverse verhalen succesvol naar buiten gekomen.

Haar debuut draagt de naam ‘Probeer om te keren’, de irritante TomTom-stem als je weer eens niet goed of eigenwijs anders bent gereden. Een hedendaagse zin die vaker terugkomt in het verhaal over een kleine dorpsgemeenschap, waar bijna iedereen elkaar kent en alles zijn gangetje gaat. Als een soort Hotel California moet je er als jongere op tijd weg zien te komen, wil je er niet voor altijd vast blijven zitten. Dit lijkt te gebeuren met de jonge Eline en Michelle.

Het verhaal volgt naast deze twee personages verschillende dorpsbewoners vanuit het perspectief van een beschouwende derde persoon. Het werkt goed dat er geen ik-persoon met een oordeel spreekt. Een akelig voorval uit het verleden heeft gemaakt dat Michelle niet meer helemaal ‘bij’ is. Eline begeleidt haar door haar klusjes te laten doen in de winkel waar ze werkt. Een dorpswinkel waar alle inwoners langskomen.


Het vroegere voorval met Michelle is leidend in het verhaal, dat zijn climax bereikt op het feest van het 100-jarig bestaan van het dorp. Alles wat je verwacht dat mis zal gaan, gaat ook mis. De schrijver voert de spanning aan het einde van het verhaal op. Dan, zoveel jaar later, lijkt dat wat zorgelijk en onveranderlijk leek, ineens te verbeteren. En dat wat veelbelovend leek, lost de belofte niet in. Het loslaten van het oude geeft het nieuwe vleugels. Maar ‘sommige vogels komen niet van de grond.’ Mooi!