zaterdag 21 februari 2015

Het feest der onbeduidendheid

Is het leven een feest? Draait het om een goed humeur? Is het één grote grap of is dat te makkelijk gedacht? Milan Kundera maakt met zijn filosofische roman dat ik weer zin krijg hier iets te schrijven, hoe onbeduidend  dat ook moge zijn. Hij voert vier vrienden ten tonele in het Parijs van nu. Alain is gefascineerd door de navel, Ramon wordt door een oud-collega voorgelogen over een vermeende ziekte en Charles en Caliban verzorgen cocktailparty’s. Caliban spreekt op de feestjes altijd een zelfverzonnen Pakistaans in een poging zichzelf te mystificeren. Heeft hun leven gewicht of is het banaal?

De mannen banen zich een weg door het bestaan en vragen zich meer dan eens af waarom ze doen wat ze doen. De oud-collega verbaast zich om zijn eigen leugen dat hij kanker zou hebben. De verteller zegt daarover: ‘Zelfs nu het een simpele herinnering was geworden, bleef de kanker hem gezelschap houden als het licht van een klein gloeilampje dat hem op raadselachtige wijze in verrukking bracht.’ Zo lijkt ongeluk diepte te kunnen verlenen aan het leven.

Ze beschouwen het onderlinge contact tussen mensen en erkennen de waarde van zowel praten als stilte, met name bij het maken van een goede indruk op een vrouw. ‘Als iemand die schittert een vrouw probeert te versieren, heeft zij het gevoel dat ze een wedstrijd moet aangaan. Ze voelt zich verplicht om ook te sçhitteren,’ laat Kundera Ramon zeggen.

De verteller introduceert Stalin met een grappige anekdote die hij ooit verteld zou hebben aan zijn kameraden. Gebeurtenissen uit het verleden integreren in het leven van nu. De geschiedenis bepaalt mede het heden en kan niet afgedaan worden met een grap. Maar in het dagelijkse leven is humor wel onontbeerlijk. Zo kocht Alain een mooie fles drank die hij ter ere van ‘de zeer grote dichter die omwille van zijn nederige verering van de poëzie had gezworen nooit één vers te schrijven.’

Ramon denkt dat het enig mogelijke verzet tegen de wereld is deze niet serieus te nemen. ‘Maar 
ik constateer dat onze grappen hun macht hebben verloren.’ Volgens Hegel, die Ramon van zijn bedenker heeft moeten lezen, is echte humor ondenkbaar zonder een eindeloos goed humeur. Van daaruit kun je lachen om de domheid van mensen.

Is het goede humeur iets nastrevenswaardigs? Of vormt het aanspreken van een goede fles drank een goed doel in dit leven? Of het ontwijken van de banale rij voor het Louvre als opium voor het volk? Moet je je vasthouden aan de rol die je in het begin van je leven hebt meegekregen? Contacten zijn vaak opportunistisch en individualiteit een illusie. Maar we spelen allemaal onze rol in het schouwspel van het leven. Zeer waarschijnlijk een onbeduidende. Wat een feest! 

maandag 2 februari 2015

Mijn tijd ver vooruit

Met mijn to do list van dinsdag ben ik de maandag ervoor al zo goed als klaar. Als ik dan dinsdag aan het werk ga wil ik nog het liefst alles wat dan weer op mijn bordje ligt al af hebben voor ik er aan begin. Het zijn wegwerkklussen, afvinktaken, werk dat af moet zijn zodra het binnen komt. De tijd jaagt door mijn hoofd. Ik jakker door mijn werkzaamheden. Opzij opzij opzij. Ik heb een ongelofelijke haast. Geen tijd voor praatjes, geen tijd voor koffie, ik moet door, het einde is nog niet in zicht. En zo gaat het de hele week door.

Eenmaal thuis hetzelfde verhaal. Alvast mijn biebboeken terugbrengen, alvast een film in huis halen, nu schoonmaken voor het bezoek van morgen, boodschappen vandaag nog in huis halen, morgen regent het misschien wel, me nu inlezen voor de cursus time-management, straks kom ik er misschien niet meer toe. Omfietsen voor de Hema-wijn, nu in de opruiming kleding scoren, terwijl ik altijd weer thuiskom met de nieuwe collectie voor de volle mep.  

Na mijn bezoek kan ik nog net een filmpje afvinken en op gezette tijden ga ik verplicht ontspannen tijdens de yoga-les of het lezen van een boek. Lees nu een doorploeterboek, maar laat me niet van de wijs brengen en ga ermee door tot het bittere einde.  Voor het einde duikt er natuurlijk alweer een nieuw boek op dat gelezen moet worden, want nieuw en juichende recensies en beschikbaar. Ik loop hard tot hijgen aan toe, dat is immers goed voor lichaam en geest.

Mijn hoofd doet zeer, mijn hart dat jaagt, ik raak buiten adem, uitgeteld, op. Mijn dokter heeft maar tien minuten tijd en zegt dat ik mijn gemak moet houden. Maar hoeveel orde ik ook aanbreng in mijn bezige bestaan, alles gaat maar door en dient zich aan. Waar stopt het in dit moderne mensen bestaan?