vrijdag 31 oktober 2014

Bowie, De biografie

David Bowie, nu 67 jaar, heeft zich altijd in nevelen gehuld. Door weinig prijs te geven over zijn persoon en zich in verschillende gedaanten te presenteren voedt hij de geheimzinnigheid rond zijn persoon. Maar nu is er dan de biografie van Wendy Leigh, die belooft de man achter de mythe te onthullen. Dat klinkt goed, al klinkt het wel wat pretentieus om over ‘de’ biografie te spreken, terwijl er toch meer zijn, die elk proberen dichterbij Bowie te komen. De zanger viert momenteel dat hij 50 jaar in het vak zit en half november komt een compilatiealbum uit met de titel ‘Nothing has changed’. Een goed moment dus om nu met deze biografie te komen.

Wendy Leigh beschrijft hoe Bowie vanaf zijn jonge jaren, overtuigd van zijn talent, aan de weg timmert als muzikant. Hij voelt zich een buitenstaander en heeft sympathie voor outlaws. Leigh grijpt dit aan om zijn seksuele escapades uitgebreid te beschrijven. Dit is even leuk, maar wordt vermoeiend als blijkt dat deze het grootste deel van het boek beslaan. De biografe lijkt elke sekspartner van hem aan het woord te willen laten, wat banale citaten oplevert, zoals: ‘Soms liep hij naakt door de flat en zwaaide zijn lange, zware penis als de pendule van een klok heen en weer.’ Dat is jammer, want als lezer wil je weten wat hem dreef, hoe hij het zo lang volhield eer hij doorbrak, wat hem inspireerde om zijn nummers te schrijven.

Het beeld dat van Bowie oprijst in dit verhaal is dat van een aardige, sympathieke, maar ook uitgekookte en arrogante man. Er zal wel veel waarheid in schuilen, maar het blijft onduidelijk of met dit beeld recht wordt gedaan aan de ware persoon Bowie. We lezen over zijn contacten met Mick Jagger, Iggy pop en Lou Reed, maar ook deze worden overwegend beschreven in termen van seks en drugs.

Er wordt zijdelings genoemd dat Bowie intelligent is en veel leest, maar wat dan en hoe dat zijn denkbeelden heeft beïnvloed blijft onduidelijk. Wel noemt de biografe op een bepaald moment zijn geloof in karma, maar dat werkt ze helaas niet verder uit. De band met zijn halfbroer wordt niet eenduidig beschreven. Bowie is bij hem betrokken vanwege zijn psychische aandoening en zijn angst om zelf iets dergelijks te krijgen, maar laat hem ook in een inrichting zitten onder armoedige omstandigheden.

Het laatste hoofdstuk van de biografie schetst een beeld van Bowie in de afgelopen jaren. Hij is nu samen met zijn tweede vrouw, Iman. Net zoals er in het leven van Bowie rust lijkt te zijn gekomen, komt de biografe nu meer met achtergrondinformatie en relationele banden. Hierbij worden ook quotes van Bowie zelf aangehaald, wat het een stuk geloofwaardiger maakt, hoewel hij natuurlijk toch ongrijpbaar blijft. Want Leigh sprak iedereen, behalve de zanger zelf. Maar dat ze er een smeuïg verhaal van heeft willen maken, dat staat vast. De lezer krijgt een beeld, maar mist de essentie van Bowie. Door niets los te laten, houdt hij dit zelf ook wel in stand.

zaterdag 25 oktober 2014

Hotel du Nord

Remco Campert is halverwege de 80 maar schrijft nog gestaag door. Zijn productiviteit mag dan wat minder zijn, de kwaliteit van zijn werk is dat zeker niet. Met ‘Hotel du Nord’ levert hij een schijnbaar lichtvoetig verhaal af, dat toch de diepte niet schuwt. Hij  hanteert nog steeds zijn losse, makkelijk leesbare stijl, waarmee hij en passant veel zinnigs zegt. Over de rol van kunst, of die moet schuren en verwarren of enkel vermaken. Over het verlangen van een bekend persoon om onzichtbaar te zijn, terwijl de herkenning alweer lonkt. Over de rol van de journalistiek en hoe deze zich kan verlagen.

We maken kennis met schrijver Walter Manning die na een filmfestival in Berlijn verdwijnt uit de zichtbare wereld. Hiermee laat hij de filmregisseur en actrice waarmee hij voor een film samenwerkte in onzekerheid achter. De actrice is zijn jongere vriendin. Hij trekt zich terug in een Frans kustdorp. Daar denkt hij na over zijn leven en heft hij zijn zelfopgelegde alcoholverbod op, wat hem een bevrijd gevoel geeft. Hij raakt in gesprek met de hoteleigenaresse, waarmee hij zijn verleden deelt. Hij is wees en is in pleeggezinnen opgegroeid en daarvan vaak weggelopen. Wat hij nu dus eigenlijk weer doet. Een pleegvader had tegen hem gezegd dat hij het verder zelf maar moest uitzoeken. Misschien dat hij dat nu pas echt aan het doen is, denkt hij, alles op een rijtje zetten. Hij droomt veel en hecht daar veel betekenis aan.  


Als hij een plaatselijke journalist ontmoet, blijkt deze een lijntje naar Nederland te hebben. Zijn ontdekking is voor hem de tijd om terug te keren. Maar wel met nieuwe energie en realiteitszin. Met zijn nieuwe activiteiten (broodschrijven en dichten) worden zowel zijn hoofd als zijn hart weer bediend. Hij pakt de draad van zijn leven weer op. Een mooi rond verhaal. En nu maar hopen dat Campert nog lang door mag schrijven.    

vrijdag 17 oktober 2014

Mijn valse verleden

Alex Bakker is een man, dat is van het begin af aan helder in dit boek. Hij begint zijn verhaal dan ook in het heden, als zijn uiterlijk al geruime tijd aan zijn  innerlijk is aangepast. Dat doet hij goed, want zo krijg je als lezer gelijk een goed beeld van hem. Als hij dan teruggaat naar zijn verleden ben je inderdaad verbaasd dat hij borsten krijgt. Vervolgens duurt het nog tot zijn dertigste voor hij de stap naar het fysiek van een man durft te maken.

Ik vond het een indrukwekkend verhaal. Zo lang heeft deze man met zijn geheim rondgelopen en zo lang heeft hij gedacht dat het een kwestie van accepteren was. ‘Niet klagen, maar dragen’, was het devies vanuit de gereformeerde kerk. Gelukkig waren zijn ouders niet zo streng in de leer. Toen hij eindelijk tot zijn fysieke transformatie besloot, waren zijn ouders niet verbaasd. Eigenlijk waren er achteraf in zijn jeugd allerlei signalen geweest. Maar net als hij wilden ze er niet echt aan.

Wat ik zo mooi vind aan dit verhaal is dat Alex Bakker heel open en eerlijk is zonder dramatisch te worden. Sommige zaken noemt hij slechts zijdelings, zoals bijvoorbeeld zijn vroegere angsten. Daar gaat het hem nu niet om. Hij beschrijft zijn enorme weerstand tegen de onderkenning dat hij ook lichamelijk een man wil zijn. Vervolgens duurt het nog eens vijftien jaar eer hij hierop bewust kan terugblikken, waarvan dit boek de weerslag vormt. 


Hij doet dit aan de hand van een aantal dozen met spullen uit zijn verleden die hij meerdere malen heeft meeverhuisd zonder ze ooit te willen openen. Op zijn 45e is het dan zo ver. Hij duikt erin en doet verslag. Het fijne van zijn boek is dat het geschreven is door iemand die al tekstschrijver en redacteur was voor hij zijn verhaal, dat door de bibliotheek gelijk als ‘waargebeurd’ wordt bestempeld, optekende. Dit maakt het én echt én leesbaar. Het perspectief schakelt van vroeger naar nu en resulteert uiteindelijk in het feit dat hij nu weer een verleden heeft. Hij heeft zijn herinneringen weer terug en kan nu volop verder met de rest van zijn leven. Met een lichaam dat hij vertrouwt.   

zaterdag 11 oktober 2014

Nultijd

Van Juli Zeh las ik eerder ‘Speeldrift’ waarin ze vertelde over een ingenieus spel dat leerlingen speelden met hun leraar. Dat was het boek waarmee ze in 2006 doorbrak. Ook ‘Nultijd’, dat afgelopen jaar in het Nederlands verscheen,  is een spannend verhaal, waarbij tot het laatst onduidelijk blijft hoe het nu precies is gelopen. Om het boek onder de noemer van literaire thrillers te scharen doet het verhaal naar mijn idee tekort.  Wat het daar bovenuit tilt, is denk ik de doordachte psychologische achtergrond die Zeh al haar personages meegeeft. Daarmee heeft het een degelijke geloofwaardigheid en diepgang.

Nultijd is een term uit de duikwereld die aangeeft hoe lang je veilig onder water kunt blijven bij bepaalde omstandigheden. Dit leert Sven aan het Duitse stel dat hem heeft ingehuurd om hen het duiken bij te brengen. Jola en Theo geven hun relatie een laatste kans met deze duikvakantie. Zij is als actrice gebrand op een rol waarbij het personage goed kan duiken en hij is een gemankeerde schrijver die op haar zak teert. Sven is een jurist die Duitsland de rug heeft toegekeerd nadat hij bij zijn afstuderen gekleineerd is.

Sven heeft zich op een Canarisch eiland gevestigd met Antje, die gek op hem is en hem nu eenmaal goed kan ondersteunen bij zijn duikschool. Hij is vastbesloten overal buiten te blijven, zelfs buiten de liefde. Maar Jola is een flirt en speelt machtsspelletjes met Theo, waar Sven in meegetrokken wordt. Voor hij het weet staat zijn hele rustige leventje totaal op zijn kop en raakt hij al zijn zekerheden kwijt.     

De schrijfster voert de spanning steeds meer op. Je weet dat er iets heftigs staat te gebeuren, maar de ontknoping volgt tergend laat. Je weet ook dat het niet Svens dood is waar het verhaal naar toe leidt, want hij vertelt zelf voor een groot deel het verhaal. De rest wordt verteld via Jola’s dagboek dat zijn eigen waarheid kent. Als lezer ontdek je langzamerhand hoe beide verhalen in elkaar grijpen. Zeh zet de beweegredenen van haar personages zeer overtuigend neer en leidt je door het ingenieuze spel dat ook dit verhaal behelst. Een boeiende psychologische roman.

zaterdag 4 oktober 2014

Spiegelbeeld en schaduwspel

Dit jaar verscheen ‘Spiegelbeeld en schaduwspel’, een boek over het leven van Hella Haasse aan de hand van haar oeuvre. Niet voor niets kiest schrijfster Margot Dijkgraaf voor deze insteek. Hella Haasse verwees vaak naar haar boeken als mensen naar haar persoonlijke leven vroegen. Haar eigen leven was niet interessant, vond ze. Al het wezenlijke van haarzelf zat in haar boeken.

Het leek me interessant om dit boek over Haasse te lezen, vooral omdat ik me realiseerde dat ik van haar nog maar zo weinig gelezen had, terwijl ze toch zo’n groot oeuvre heeft opgebouwd. In 1994 las ik ‘Transit’, één van de drie Boekenweekgeschenken die ze schreef. Ik was onder de indruk van het pakkende verhaal van een jonge vrouw dat ze daarin vertelde. Dit was een schrijfster van haar tijd. Toch duurde het tot vorig jaar dat ik eindelijk ‘Oeroeg’ las, haar prozadebuut van 1948. Daarin verwerkte ze haar Indische ervaringen in de vriendschap tussen twee jongens, een inlander en een blanke, beiden zoekend naar  hun identiteit. Hierin maakt ze invoelbaar hoe moeilijk het kan zijn om je ergens thuis te voelen als je geboorteland en het land van herkomst van je ouders beide niet voelen als de plek waar je hoort.    

Het is een waar genot om het boek van Margot Dijkgraaf over Haasse te lezen. Ze deelt haar werk in op thema en verwerkt er ook informatie in die ze verkreeg uit jarenlange gesprekken met de grote schrijfster. Dit doet ze met groot respect voor haar persoon, die het buiten haar boeken eigenlijk niet over haarzelf wil hebben. Ze komt over als een intelligente vrouw, die zeer gericht is op haar werk en een mentaliteit heeft van niet zeuren maar doen. De indruk wordt gewekt dat ze niet gelukkig was in haar huwelijk, maar ook dat ze vond dat je zo’n band niet zomaar kon verbreken.

Net zoals ik verrast was door haar werk, werd Haasse tijdens haar leven misschien niet helemaal naar waarde geschat. Ze hoorde niet bij de grote drie, maar zat op haar eigen vrouwelijke eiland. Ze heeft toch verhalenderwijs tal van actuele thema’s aangesneden. Over de rol van de vrouw, over kleine en grote geschiedenis, over Indië. Haar werk was haar leven en haar leven zat in haar werk. Dijkgraaf heeft de daarbij passende titel ‘Spiegelbeeld en schaduwspel’ gekozen, ook verwijzend naar ‘Schaduwbeeld’ dat in één van haar titels voorkomt. Het geeft aan hoe Haasse vaak verweven zit in haar personages, man of vrouw. Omdat het boek uitgaat van de thema’s en drijfveren van Hella Haasse is het een organisch verhaal geworden, dat haar leven beschrijft zonder een chronologische opsomming te worden. Haar leven vanuit de woorden van Dijkgraaf vormt een boeiend verhaal dat uitnodigt tot meer werk van Haasse te lezen.