vrijdag 16 november 2018

Routine


Al die jaren kruisten onze wegen
zich dagelijks op het centraal station 
Nu staan we iedere ochtend en avond
samen op hetzelfde perron













donderdag 8 november 2018

Vruchtbare grond


Even weg van alles loop ik in de polder die geen polder is, maar er veel van weg heeft, vanwege de relatieve leegte en weidse vlakte die het omvat. De leegte stemt me rustig en wordt bevestigd doordat ik geen andere wandelaars zie voor zover ik kan kijken, en dat is ver. Voor de horizon liggen vele weilanden, een riviertje, sloten en met groen begroeide stukken. Daarachter ligt nog een plas, maar die is vooralsnog ver weg en buiten beeld.

De hoge begroeiing met riet en sigaren is neergemaaid en ligt er op de oever stil bij. Ruimte voor iets nieuws en vrij zicht op het water. Fijn voor de spotter van watervogels, die zijn hier genoeg. De vogels, bedoel ik. Spotters doorgaans ook trouwens, die kennen ze allemaal bij naam. Ik blijf altijd steken bij de fuut, waarbij ik steeds moet denken aan Brigitte Kaandorp die na de fuut een giek op zich af ziet komen. Binnenpretje om deze telkens terugkerende associatie.

De mestlucht die er hangt is doordringend aanwezig, alsof de passerende wandelaars en fietsers van de vruchtbaarheid van de polder overtuigd moeten worden. Hier gaat van alles groeien straks, pas op! De koeien kijken er niet van op en staan loom te herkauwen wat ze al eerder kauwden. Nieuwsgierig volgen ze mijn gang. Totdat die wel erg voorspelbaar wordt (rechtdoor, met het pad mee), dan haken ze af, blik op het groene gras.

Sommige zandpaadjes en kleine weggetjes hebben de eer gekregen een naambordje te dragen. Tussen de ludieke namen zou Zuiderzeeweg niet hebben misstaan. Welke gemeenteambtenaar zou zich hierover gebogen hebben, of is het een provinciale aangelegenheid? Andere paadjes zijn gewoon zichzelf gebleven zonder poespas. Je zou denken dat in zo’n gebied van nature alles vanzelf gaat, maar niets is minder waar. Er worden hekken geplaatst, paadjes aangelegd, vlonders over een moeras gelegd, zelfs een uitkijkpunt is er gemaakt.

Dat is een geval apart. Aan de rand van het grote geasfalteerde pad zie je ineens een metalen trapje in de berm staan. Het loopt schuin omhoog en leidt naar het luchtledige tussen wat boomtoppen. Maar als je erop klimt kun je vanuit de hoogte het dijkje langs het water zien lopen. Waar je overigens als je iets verder loopt ook gewoon zo overheen kunt lopen. Als je daar even om je schouder kijkt heb je zicht op een geweldig mooie trap.

Ik loop richting de plas. Het idee van een wat groter water met een strandje erbij heeft iets romantisch, zelfs op een dag met onbestemd weer als vandaag. Of misschien wel juist. Ten teken dat het ooit ook een andere aanblik heeft, zoals tijdens de topdrukte in de zomer. Geef mij maar de rust van vandaag. Eén hond te zien, met baasje, zonder lijn. Ik hoor het gesputter van een sportief rijdende scooter iets verder langs het water. Speeltuin verlaten, snackbar voor de zoveelste keer beklad. 

Het baasje zegt dag, het gesputter sterft weg, het water ligt stil. Ik maak pas op de plaats en overzie het geheel. Bomen laten wat gekleurd blad los. Er piept voorzichtig wat licht achter een wolk vandaan. Ik adem eens heel diep in en laat de lucht langzaam weer gaan. Deze plek is mij welgezind. Alles is er en mijn hart klopt gerustgesteld.   

zaterdag 3 november 2018

Gang naar de rivier


Alle zakken
van je regenjas
zwaarbeladen
met grijze stenen
het vertrouwde paadje
naar de rivier
de bekende gang
duurt niet lang
maar is eindig
deze keer

Opbollende rugpanden
laatste luchtbellen
een rimpeling
je laat het leven

Je woorden
hebben we nog
gedrukt staan
ongelogen
maar wie weet
wat we hadden gehad
als je het changement
tussen de bedrijven
het hoofd had kunnen bieden
je ook deze overgang
weer had doorstaan
we weten niet
wat we missen
want jij wist
dat je voor de laatste keer
naar de rivier moest gaan

Beeld: Saatchi Art

zondag 28 oktober 2018

Geboorte


Mijn ei bescherm ik
met heel mijn lijf
dat wat uit mij voortkomt
moet groeien
zich om en om draaien
uitbotten keren
vorm aannemen
voor het verschijnt


Maar wee de ekster
die al voor de geboorte
wil getuigen 
van de glans
van een nieuw wezen
en ernaar pikt
de belofte wil ontmaskeren
voor die levensvatbaar is

overwint deze rover
dan wordt het nieuwe
nooit geboren

Dus laat mij met rust
laat het broeden begaan
dan verschijnt er
op enig moment
een nieuwe vrucht 
op aarde



maandag 22 oktober 2018

Zachte zonde


Er is geen zoetere onschuld

dan onze zachte zonde
geen zachtere zonde
dan een zoen op onze wonden

Dus laat ons dansen 
tot het zeer doet 
aan onze leden 
we gewond zijn 
en ons lijf gloeit
van de passie binnenin
tot we neervallen 
van vermoeidheid
en overnieuw beginnen

Almaar weer 
die zachte zonde
en de zoen op onze wonden

Laat ons dansen
tot het zeer doet
en steeds weer 
overnieuw beginnen

Op foto: Sergei Polunin 


vrijdag 19 oktober 2018

Groener gras

Ik zie je staan 
voor je raam
terwijl ik langsloop
met vrouw en kind

Je lange haren
in de wind
de glimlach
om je lippen

Je knikt me toe
ik zwaai terug
mijn vrouw kijkt op
kruist je blik
heel vlug

En kijkt naar mij
onderzoekend
mijn blik sust haar  
mijn ogen even toe
het is goed

Wij zijn hier
jij bent daar
wij met ons drieën
een gezin
jij alleen
daar binnen

Ik voel me tevreden
en compleet
maar hoe graag 
was ik niet
even jou

Alleen en jou
jou alleen 


maandag 8 oktober 2018

Zomerslaap


De herfst had zich al lang en breed aangekondigd voordat hij officieel werd binnengehaald door de weermannen. Gekleurd blad was gevallen en bedekte de paden in het park. Roos werd wakker van het verre geruis van het ochtendverkeer en besloot dat de zomer voorbij was. Hoe later het licht werd hoe vroeger ze opstond. De buiten donkerende dag trok haar het bed uit. Het voelde alsof haar huis een zachte winterjas aan had waarbinnen het goed toeven was. 

In haar onesie zat ze op de bank met haar kop koffie. De grijsheid van buiten stelde haar van binnen gerust. De kat mauwde eigenwijs voor het raam alsof hij naar buiten wilde. Ze wist dat het niet zo was. Eenmaal buiten wist hij niet hoe snel hij weer binnen moest komen.

De gaskachel stond laag en ruiste rustig. Het ochtendnieuws klonk alarmerend en vertrouwd tegelijkertijd. Het bevestigde haar in het thuis willen zijn. De klok tikte rustig en lokte haar naar haar schrijfwerk. Ze trok haar laptop op schoot. Ze voelde de woorden komen die getuigden van een nieuw seizoen, een nieuw begin. Haar witte vingers bewogen over het toetsenbord, amper zon gezien. Haar haar lichtte zomers niet meer op sinds haar jonge jaren over waren en ze de zomer niet langer omarmde.

De zomer waarin Menno het leven liet markeerde het keerpunt. Hij was haar alles, het hele leven. Nu was ze teruggeworpen op zichzelf. Alleen, maar niet eenzaam. Haar laptop en kat waren haar dierbaar. In zijn vlucht voor het leven had Menno een sprong in de diepte gemaakt. In de woorden van de wetenschap was zijn poging geslaagd. 

De cursor flikkerde ongeduldig op haar scherm. Het was weer tijd om alles in woorden te vatten, de dag te boetseren tot een verhaal. Ze was weer ontwaakt uit haar zomerslaap.