De hoge begroeiing met riet en sigaren is neergemaaid en
ligt er op de oever stil bij. Ruimte voor iets nieuws en vrij zicht op het
water. Fijn voor de spotter van watervogels, die zijn hier genoeg. De vogels,
bedoel ik. Spotters doorgaans ook trouwens, die kennen ze allemaal bij naam. Ik
blijf altijd steken bij de fuut, waarbij ik steeds moet denken aan Brigitte
Kaandorp die na de fuut een giek op zich af ziet komen. Binnenpretje om deze
telkens terugkerende associatie.
De mestlucht die er hangt is doordringend aanwezig, alsof de
passerende wandelaars en fietsers van de vruchtbaarheid van de polder overtuigd
moeten worden. Hier gaat van alles groeien straks, pas op! De koeien kijken er
niet van op en staan loom te herkauwen wat ze al eerder kauwden. Nieuwsgierig
volgen ze mijn gang. Totdat die wel erg voorspelbaar wordt (rechtdoor, met het
pad mee), dan haken ze af, blik op het groene gras.
Sommige zandpaadjes en kleine weggetjes hebben de eer
gekregen een naambordje te dragen. Tussen de ludieke namen zou Zuiderzeeweg
niet hebben misstaan. Welke gemeenteambtenaar zou zich hierover gebogen hebben,
of is het een provinciale aangelegenheid? Andere paadjes zijn gewoon zichzelf gebleven
zonder poespas. Je zou denken dat in zo’n gebied van nature alles vanzelf gaat,
maar niets is minder waar. Er worden hekken geplaatst, paadjes aangelegd,
vlonders over een moeras gelegd, zelfs een uitkijkpunt is er gemaakt.
Dat is een geval apart. Aan de rand van het grote
geasfalteerde pad zie je ineens een metalen trapje in de berm staan. Het loopt
schuin omhoog en leidt naar het luchtledige tussen wat boomtoppen. Maar als je
erop klimt kun je vanuit de hoogte het dijkje langs het water zien lopen. Waar
je overigens als je iets verder loopt ook gewoon zo overheen kunt lopen. Als je
daar even om je schouder kijkt heb je zicht op een geweldig mooie trap.
Ik loop richting de plas. Het idee van een wat groter water
met een strandje erbij heeft iets romantisch, zelfs op een dag met onbestemd
weer als vandaag. Of misschien wel juist. Ten teken dat het ooit ook een andere
aanblik heeft, zoals tijdens de topdrukte in de zomer. Geef mij maar de rust
van vandaag. Eén hond te zien, met baasje, zonder lijn. Ik hoor het gesputter
van een sportief rijdende scooter iets verder langs het water. Speeltuin
verlaten, snackbar voor de zoveelste keer beklad.
Het baasje zegt dag, het gesputter sterft weg, het water ligt stil. Ik maak pas op de plaats en overzie het geheel. Bomen laten wat gekleurd blad los. Er piept voorzichtig wat licht achter een wolk vandaan. Ik adem eens heel diep in en laat de lucht langzaam weer gaan. Deze plek is mij welgezind. Alles is er en mijn hart klopt gerustgesteld.
Het baasje zegt dag, het gesputter sterft weg, het water ligt stil. Ik maak pas op de plaats en overzie het geheel. Bomen laten wat gekleurd blad los. Er piept voorzichtig wat licht achter een wolk vandaan. Ik adem eens heel diep in en laat de lucht langzaam weer gaan. Deze plek is mij welgezind. Alles is er en mijn hart klopt gerustgesteld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten