donderdag 8 november 2018

Vruchtbare grond


Even weg van alles loop ik in de polder die geen polder is, maar er veel van weg heeft, vanwege de relatieve leegte en weidse vlakte die het omvat. De leegte stemt me rustig en wordt bevestigd doordat ik geen andere wandelaars zie voor zover ik kan kijken, en dat is ver. Voor de horizon liggen vele weilanden, een riviertje, sloten en met groen begroeide stukken. Daarachter ligt nog een plas, maar die is vooralsnog ver weg en buiten beeld.

De hoge begroeiing met riet en sigaren is neergemaaid en ligt er op de oever stil bij. Ruimte voor iets nieuws en vrij zicht op het water. Fijn voor de spotter van watervogels, die zijn hier genoeg. De vogels, bedoel ik. Spotters doorgaans ook trouwens, die kennen ze allemaal bij naam. Ik blijf altijd steken bij de fuut, waarbij ik steeds moet denken aan Brigitte Kaandorp die na de fuut een giek op zich af ziet komen. Binnenpretje om deze telkens terugkerende associatie.

De mestlucht die er hangt is doordringend aanwezig, alsof de passerende wandelaars en fietsers van de vruchtbaarheid van de polder overtuigd moeten worden. Hier gaat van alles groeien straks, pas op! De koeien kijken er niet van op en staan loom te herkauwen wat ze al eerder kauwden. Nieuwsgierig volgen ze mijn gang. Totdat die wel erg voorspelbaar wordt (rechtdoor, met het pad mee), dan haken ze af, blik op het groene gras.

Sommige zandpaadjes en kleine weggetjes hebben de eer gekregen een naambordje te dragen. Tussen de ludieke namen zou Zuiderzeeweg niet hebben misstaan. Welke gemeenteambtenaar zou zich hierover gebogen hebben, of is het een provinciale aangelegenheid? Andere paadjes zijn gewoon zichzelf gebleven zonder poespas. Je zou denken dat in zo’n gebied van nature alles vanzelf gaat, maar niets is minder waar. Er worden hekken geplaatst, paadjes aangelegd, vlonders over een moeras gelegd, zelfs een uitkijkpunt is er gemaakt.

Dat is een geval apart. Aan de rand van het grote geasfalteerde pad zie je ineens een metalen trapje in de berm staan. Het loopt schuin omhoog en leidt naar het luchtledige tussen wat boomtoppen. Maar als je erop klimt kun je vanuit de hoogte het dijkje langs het water zien lopen. Waar je overigens als je iets verder loopt ook gewoon zo overheen kunt lopen. Als je daar even om je schouder kijkt heb je zicht op een geweldig mooie trap.

Ik loop richting de plas. Het idee van een wat groter water met een strandje erbij heeft iets romantisch, zelfs op een dag met onbestemd weer als vandaag. Of misschien wel juist. Ten teken dat het ooit ook een andere aanblik heeft, zoals tijdens de topdrukte in de zomer. Geef mij maar de rust van vandaag. Eén hond te zien, met baasje, zonder lijn. Ik hoor het gesputter van een sportief rijdende scooter iets verder langs het water. Speeltuin verlaten, snackbar voor de zoveelste keer beklad. 

Het baasje zegt dag, het gesputter sterft weg, het water ligt stil. Ik maak pas op de plaats en overzie het geheel. Bomen laten wat gekleurd blad los. Er piept voorzichtig wat licht achter een wolk vandaan. Ik adem eens heel diep in en laat de lucht langzaam weer gaan. Deze plek is mij welgezind. Alles is er en mijn hart klopt gerustgesteld.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten