De titel heeft Hemmerechts ontleend aan het werk van haar
overleden man, de dichter Herman de Coninck. Hij schreef de mooie regels: ‘De
dood heeft mij een aanzoek gedaan / Ik
werd wit van het blozen. / (Ik bloosde als witte rozen.)’ De schrijfster lijkt
echter niet te hoeven blozen, gezien haar openhartigheid in dit dagboek dat
bijna een jaar van haar leven beslaat. Ze noemt het ‘een project’.
Op de eerste pagina schrijft Kristien Hemmerechts: ‘Het
project bestaat uit het zoeken naar een antwoord op de vraag: waarom wil ik
mijn leven afronden?’ Gelijk gevolgd door de vraag hoe ze zichzelf van deze afronding
af kan houden. Dit kan lijken op koketteren met haar dood, maar de rest van dit
boek maakt duidelijk dat ze op bepaalde momenten wel degelijk een zekere
zwaarte voelt in haar leven. Ze heeft dan ook twee zoons verloren en de
genoemde De Coninck.
Ze beschrijft vele doden en misstanden uit de actualiteit
die het idee van zinloosheid oproepen. Waar is het allemaal goed voor?
Tegelijkertijd kan ze soms enige afstand nemen door een cynische benadering
ervan. Met deze mengeling voorkomt ze dat het een klaagzang wordt, terwijl het
nu een interessant egodocument is, wat ook een teken van de tijd is. Daarom
vind ik het jammer dat de dagen en maanden waarop ze schrijft wel genoemd
worden, maar het jaartal niet.
Vele facetten van leven en dood komen in dit relaas aan bod.
Ook krijg je een inkijkje in het (gewezen) leven van de ouders van de
schrijfster en hoe zij daar zelf een plaats in heeft. Als lezer vond ik het
prettig om de meanderende gedachten van Hemmerechts te volgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten