En Erwin Mortier, de vertaler, schrijft er ook nog eens een
dusdanig imponerend voorwoord bij, dat je duidelijk bij voorbaat laat merken
dat dit een groot werk is dat ook als zodanig beschouwd moet worden, voor zover
je dat al niet van plan was. Want hoe moeiteloos maakt Virginia Woolf van een
groep van mensen die bijeen is op een landgoed vlak voor de Tweede Wereldoorlog
een soort van gezamenlijke hoofdpersoon, met meer stemmen die het verhaal
dragen. Hoe vluchtig en wezenloos beweegt de onbekende vertelster tussen de
personages door om hun woorden en bewegingen voor de lezer te vangen. Met wat
een gemak gaan de gedachtestromen leven voor de lezer. Ook weet de schrijfster
de aanstaande oorlog voelbaar te maken middels het gezelschap.
Ik dacht altijd dat ik debuten las om te zien hoe deze beginnende
schrijvers het doen. Nu denk ik dat het misschien vooral een veilige manier is
om te kijken hoe je het zou kĂșnnen doen voor een eerste keer, op zo’n manier dat
het de moeite waard is. Terwijl het lezen van een klassieker het gevaar in zich
draagt je eigen schrijven sterk minderwaardig te vinden en je de neiging voelt
opkomen om ermee te stoppen. Maar misschien schrijf ik dan op geen enkele
manier ‘Woolfiaans’, maar dan toch wel op mijn eigen manier. Want ik blijf
schrijven, hoe dan ook. zaterdag 22 juni 2013
Gevaarlijke literatuur
Nu ik het laatste boek van Virginia Woolf aan het lezen ben, terwijl ik bezig
ben met mijn eigen verhaal, realiseer ik me hoe gevaarlijk het is als je tegelijkertijd
zo’n klassieker leest. Want valt mijn eigen schrijven daarbij niet automatisch
in het niet? Heeft het wel zin om mijn eigen verhaal vorm te geven als je
zoiets groots leest? Zo groot en tot voor kort alleen nog bekend onder de naam ‘Between
the acts’ en nu vertaald in het nog
onwennige ‘Tussen de bedrijven’?
Vertaald door een Belg die er mooi Nederlands van heeft gemaakt.
dinsdag 11 juni 2013
Leesvoer
Ik lees en ik lees en ik lees. Na ‘Pure waanzin’ ook ‘Meermin’ en ‘Trance’.
Allemaal getuigenissen van de gekte die een normaal mens kan bevangen. En ook
bewijzen van hoe dun de scheidslijn tussen beide statussen van zijn kan zijn.
Elke gek heeft zijn eigen logica, alleen
begrijpt niet iedereen die direct. Gekken onderling kunnen echter tot grote
hoogten stijgen als het gaat om onderling
begrip. Exemplarisch hiervoor is de volgende conversatie: ‘Ik hou niet
van madammen in een bontjas.’ ‘Nee, ik schaak ook liever.’ Het is maar net wat
je als uitgangspunt neemt.
Ook de motorrijder in ‘Zen en de kunst van het
motoronderhoud’ geeft een inkijkje in zijn eigen gekte. Hij houdt deze op
veilige afstand door zijn vroegere ik een andere naam te geven en over hem te schrijven
in de derde persoon. Achteraf probeert hij diens logica te duiden en om te
smeden in een beschouwende visie op het leven zelf en de benadering daarvan. In
deze poging blijkt dat zijn oude ik een hoop zinnige dingen heeft bedacht, ook
al is hij eertijds enigszins door de bocht gevlogen. Zijn logica werd te
individueel, niemand kon hem meer volgen. Was hij gek of geniaal?
In mijn verhaal raakt de helft van een stel in de war. De
vraag is hoe de andere helft daarop reageert en in hoeverre hun relatie deze
gekte kan verdragen. Ik heb geloof ik al eerder verklapt dat dit verhaal geen eenduidig
happy end kent. Maar wat dan wel?
zondag 2 juni 2013
Schrijven over schrijven
Zoals A.F.Th. van der Heijden zei in Collegetour dat hij zijn
schrijversambities tijdens zijn studie vooralsnog stil hield, zo moet ik misschien nu voorlopig mijn mond houden over mijn verhaal en het eerst
maar eens afschrijven. Want het gevaar van het schrijven over het schrijven is dat het oorspronkelijke
verhaal op de achtergrond raakt. Het meta-gewauwel op de weblog wordt belangrijker
dan het eigenlijke verhaal waar het feitelijk om draait. Maar dat wil niet
zeggen dat ik er helemaal niks meer over mag zeggen. Toch? Als ik maar wel blijf
schrijven, op beide fronten, met de nodige zwaarte op het oorspronkelijke werk.
Het lezen van de achtergronden voor mijn verhaal is meer
naar de achtergrond geweken en ik ben weer meer daadwerkelijk aan het verhaal
aan het schrijven. Saillant detail hierbij
is dat mijn docent en schrijfclubje andere opvattingen hebben over het perspectief
van het verhaal. Betekent dus dat ik hierin gewoon mijn eigen keuze moet maken.
Vanaf een cruciaal punt in het verhaal wijzigt het
perspectief van de vrouwelijke hoofdpersoon naar de mannelijke hoofdpersoon. Hiermee
hoop ik in beeld te brengen hoe hun werelden verschillen vanaf dat moment. Het is
nog een beetje zoeken naar zijn toon, maar gaandeweg krijg ik die wel te
pakken. Dan is het een kwestie van het stel uit elkaar laten drijven, hoe close
ze eens ook waren. Geen happy end dus, maar wel een nieuw begin in twee verschillende
levens.
Abonneren op:
Posts (Atom)