Daan Heerma van Voss was amper halverwege de 20 toen dit debuut verscheen. Hij verplaatst zich bewonderenswaardig goed in de gedachten en manier van doen van de hoofdpersoon die zo rond de 50 zal zijn. Hij beschrijft hoe de geruststellende sleur van de dagelijkse gang van zaken qua werk en relatie van Oscar doorbroken worden door de val van diens vrouw. ‘De val heeft de dingen onuitputtelijk vermoeiend gemaakt’ vormt dan ook de eerste zin van het verhaal. Oscar realiseert zich dat hij zijn vrouw en haar achtergrond maar slecht kent en gaat op zoek naar haar familie. Familie Zondag, dus is hij dan op een andere manier toch nog een zondagsman. Zijn stiefdochter woont nog bij hem in huis, maar hij vraagt zich af wat hun band nog is nu de verbindende factor ontbreekt.
Het is de triestheid van een man die uit zijn gangbare rol is geraakt en geen houvast meer heeft in zijn leven, die maakt dat je als lezer met Oscar meeleeft. Behalve treurnis weet de schrijver ook de nodige humor in het verhaal te brengen dat het enigszins relativeert en behapbaar maakt. Als Ellen uit haar coma ontwaakt en in apathische staat weer thuiskomt, doet Oscar eerst tegen beter weten in zijn best om het haar naar de zin te maken. De gevierde arts heeft echter niets meer over in zijn leven, hij blijft berooid achter. Zonder het kader van een identiteit weet hij er niets van te maken. Dan probeert hij op dramatische wijze een einde aan de situatie te maken. Een zwaar verhaal met toch een lichte verteltrant en een mooi debuut!