donderdag 17 mei 2018

Een verhaal uit de zonnestad



Een verhaal uit de zonnestad lijkt op het eerste gezicht een liefdesverhaal, maar op de achtergrond speelt steeds meer de grimmige realiteit mee van Damascus, hoofdstad van Syrië. John-Alexander Janssen schreef deze debuutroman geïnspireerd op een reis die hij in 2009 maakte naar Syrië. Zijn achtergrond in de geschiedenis en filosofie is hem van pas gekomen bij het schrijven van dit boek. Maar het vertelt toch vooral het persoonlijke verhaal van een Syrische jongen die in zijn gang naar volwassenheid het leven en de liefde ontdekt. En uiteindelijk de realiteit van de politieke situatie in zijn land en de consequenties daarvan voor hem persoonlijk.  

Het boek begint met twee motto’s waarvan de eerste van Rutger Kopland, die gelooft dat het land van herkomst vooral in je hoofd ligt en je omgeving je vreemd voor kan komen (naar Pessoa). In het tweede stelt Milan Kundera dat je niet de schrijver verbanden en toevalligheden in zijn verhaal kan verwijten, maar eerder de mens in zijn dagelijks leven, die deze toevalligheden niet ziet en daardoor de schoonheid van het leven mist. Beide motto’s verwijzen naar de manier van leven van hoofdpersoon Hamza.

De schrijver laat hem zijn ouderlijk gezin ontstijgen als hij gaat studeren. Tegelijkertijd verliest hij langzaam maar zeker zijn vader. Ook dat maakt hem volwassener en vrijer in zijn keuzes. Het toeval is hem goedgezind als hij het meisje van zijn dromen terugvindt. Alle omstandigheden lijken in zijn voordeel te werken, maar op een bepaald moment keren zijn kansen zich. Zijn onschuldige gang in het leven van alledag brengt hem uiteindelijk in moeilijkheden.

Janssen laat zien hoe de aanvankelijke naïviteit van Hamza overgaat in realiteitszin. Maar niet zonder dat hij zijn romantische inslag verliest. Het einde van het najagen van zijn droom vormt het begin van een nieuw pad. Dat wat op je pad komt leidt altijd weer tot een volgend pad. Maar het pad is niet oneindig.         

Geen opmerkingen:

Een reactie posten