zaterdag 27 oktober 2012

Een kamer in Rome

De kamer in Rome uit de titel komt aan het eind van het boek pas in beeld als Daniël,  de hoofdpersoon, daar met een vriend uit Nederland vakantie gaat vieren. Hun verhaal op die plek lezen we niet. Maar wel het verhaal van Daniël wat hij daaraan voorafgaand beleefde. Sipko Melissen heeft voor dit boek (2012) een bijzondere constructie gekozen. Met verhalen in verhalen, feiten en fictie die elkaar inhalen en tal van verwijzingen naar de literatuur. De werkelijkheid lijkt een verhaal zonder schrijver, denkt Daniël, die literatuurwetenschap studeert. ´Een verhaal zonder schrijver, zonder lezer. De verhaalfiguren deden soms verwoede pogingen te achterhalen wat de bedoeling van dit alles was. Ze zouden willen loskomen van het papier om te zien welke naam er op het omslag stond en óf er wel een naam op stond.´ 

Als de vriendin van Daniël aangeeft dat hij volgens haar niet genoeg in de realiteit leeft en een punt achter  hun relatie zet, besluit hij alleen naar Italië te reizen. Hij stelt zich ten doel de schrijver van een vergeten novelle op te sporen. Via via komt hij hem op het spoor, maar hij is niet meer goed aanspreekbaar. Wel ontdekt hij dat de novelle van deze schrijver sterk autobiografisch is. Ook vindt hij de plaats waar het verhaal zich afspeelde. Het ging over een dagelijks treffen tussen een oudere dichter en een jonge jongen. Net als Daniël denkt dat hij weet hoe het zit, komt hij iemand tegen die zijn aannames volledig onderuit haalt. Is de vermeende schrijver wel de schrijver? Is de novelle wel in grote getale gedrukt?

Behalve over het waarheidsgehalte van een boek of de werkelijkheid, gaat dit  boek ook over het ontdekken van de liefde. Daniël ervaart op zeker moment warme gevoelens voor een jongen die hij tijdens zijn tocht ontmoet. Melissen weet dit heel naturel te vertellen. Hij laat je als lezer achter met de vraag naar het autobiografische gehalte van zijn verhaal, terwijl dat er tegelijkertijd niet toe doet. Maar hij sleept je ook mee. In deze duizelingwekkende tocht van  Daniël die 25 jaar is en zijn leven lijkt te beginnen, terwijl Keats op zijn 25e stierf. Een intrigerend verhaal wat knap in elkaar steekt.

zaterdag 20 oktober 2012

Amsterdam - Delphi

Fijn, weer een nieuw boek van Rosita Steenbeek. Dat betekent een vleugje romantiek, een vleugje oude Grieken en Romeinen, een vleugje waarheid en een vleugje drama. Ze verstaat de kunst om uit haar eigen leven mooie verhalen te destilleren. De ene keer over iets wat haar overkomt, zoals in Intensive care, waarin ze over haar auto-ongeluk vertelt, en de andere keer zoals in dit verhaal, over een reis die ze maakt om verslag van te doen. Hoewel de term ‘verslag’ geen recht doet aan haar overwegend boeiende verhaal. 

Het boek Amsterdam – Delphi (2012) heeft als ondertitel ‘Op de fiets naar het orakel’ meegekregen. Met haar Armeense vriend Art, die een verwoed fietser en fotograaf is, onderneemt ze deze tour de force. Al eerder heeft hij zeer waarschijnlijk model gestaan voor een van de hoofdpersonen van de novelle ‘De trein naar Oefa’ (2010), waarin hij met een kunstenares naar zijn Armeense familie reist. De tegenstellingen tussen beide hoofdpersonen breken hun liefde uiteindelijk op, wat tot een abrupt en onbevredigend einde leidt.

Maar in de fietstocht naar Delphi heeft de schrijfster voor een autobiografische insteek gekozen. Zij en Art zijn aan elkaar gewaagd, getuige de vele woordenwisselingen en lieve woorden over en weer. Hij kan poeslief, maar ook erg driftig zijn. Op het eerste gezicht zet Steenbeek zichzelf en Art nogal stereotype neer. Zij met haar roze fietsje met stuk voor stuk benoemde roze onderdeeltjes en hij met zijn technisch inzicht en stoere, mannelijke beharing. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen zoals wanneer ze elkaar kwijtraken en zij rustig verder fietst in het vertrouwen dat ze elkaar wel weer zullen vinden en hij die op een bepaald moment  total loss aan de kant van de weg gaat zitten en niet meer verder wil.  

Op de tweeënveertigste dag bereiken ze Delphi. Steenbeek schrijft: ’Hier voel je je nietiger dan ooit maar tegelijkertijd word je opgetild, deelgenoot gemaakt van iets ontzagwekkends.’ Het aankomen bij het orakel vormt het bereiken van het doel, maar ook het einde van de intensieve reis ernaartoe. In een nuchtere epiloog vertelt de schrijfster over een latere terugkeer naar Griekenland, waaruit de negatieve gevolgen van de crisis en andere rampspoed zich heeft geopenbaard aan de mensen die ze eerder tegenkwamen. Ook zelf krijgt ze na de reis fysiek de rekening gepresenteerd. Ze eindigt met de sterrenhemel boven een demonstratie van de Grieken; de natuur gaat altijd haar eigen gang.


 

  

zondag 14 oktober 2012

Tonio


Dit boek van A.F.Th. van der Heijden (2011) is een burcht. Je kunt erin wonen, je erin verschuilen. Hoe meer ik het einde naderde, hoe langzamer ik ging lezen, omdat ik niet wilde dat het verhaal was afgelopen. De schrijver moet dat zelf ook hebben gehad. Zolang hij schreef over het verlies van zijn zoon, Tonio, aan een verkeersongeluk, hield hij de gedachte aan hem levend. Het voelde als een verplichting aan Tonio om hem te eren met het requiem wat dit boek uiteindelijk werd. Overigens kon Van der Heijden niet anders. De dag na het ongeluk was dag één in zijn planning van zijn volgende boek. Maar van daaraan gaan werken kon geen sprake zijn. Alle urgentie daarvoor was verdwenen. En het schrijven over Tonio ging vanzelf. Hij moest het doen, om schijnbaar grip op de situatie te krijgen.

Zo heeft de schrijver samen met zijn vrouw, Mirjam Rotenstreich, het ongeluk en de avond ervoor, gereconstrueerd. Ze spreken met vrienden van Tonio om een beeld te krijgen van de gebeurtenissen. De avond lijkt van toevalligheden aan elkaar te hangen. Als hij na het stappen  wat langer had blijven staan kletsen met zijn vrienden, dan was het niet gebeurd of als hij geen omweg had genomen om shoarma te halen…   

Van der Heijden huilt niet hardop, zoals zijn vrouw, maar van binnen, waar het nu eens sijpelt en dan weer gutst. Hij had Tonio een verhaal over zijn leven beloofd wat hij op zijn achttiende zou krijgen.  Eenmaal zo oud had de schrijver het verhaal nog  niet af. En nu lijkt het ineens rond. ‘Wat ik hem in het vooruitzicht had  gesteld, was een boekje met een open einde. Het dreigt nu overcompleet te worden.’

Het treurige verhaal wordt breed uitgesponnen en alle herhalingen erin bevestigen het verdriet van de ouders die hun enig kind verliezen. De kracht van Van der Heijden is dat hij dit weet te doen op zo´n manier dat het nergens sentimenteel wordt, maar dat het je wel diep raakt. Ook is het knap dat hij een voor velen bekend verhaal  zo vertelt dat het toch iets nieuws biedt en zelfs met een waardig en ontroerend slot komt.

zaterdag 6 oktober 2012

De ochtend valt


In deze geheimzinnige novelle (2012) laat Manon Uphoff de oudste zoon van een man waarvan de vrouw verdwenen is, aan het woord. De jongen, Michael, denkt gezien te hebben dat zijn vader zijn moeder heeft vermoord, maar hij wil er niet aan. Zijn vader beweert dat ze weg is gegaan en dat ze fout zat. ‘Er waren problemen’, zegt hij, waarmee hij zichzelf vrijpleit en haar verdwijning in vage nevelen hult.

Als zijn moeder weg is, krijgt Michael een heel zwaar gevoel. ‘Mijn hoofd is massief als lood. Vol ijzeren gedachten.’ Als oudste zoon neemt hij de verantwoordelijkheid op voor zijn broertje en zusje. In hun slaap ziet hij hen omringd door engelen, die smiespelen en nieuwsgierig zijn en hem enige troost bieden. Michael praat en filosofeert als een volwassene, een door de omstandigheden te vroeg rijpe jongen.

Met simpele dialogen weet Manon Uphoff het broertje en zusje te portretteren als kleine kinderen, waar Michael boven staat. Hij begrijpt hen. Maar hun vader niet. Wat doet die de hele dag? En de zogenaamde kinderen, worden ze niet ongemerkt volwassener, ook al probeert hij ze op te voeden als kleine kinderen?

Uphoff laat Michael zich realiseren dat hij graag een normaal gezin wil hebben, terwijl hij zich beseft dat hij dit niet heeft. Het wordt een streven voor hem, een toekomstdroom. Maar de kinderen hebben wel iets van de gekte van hun ouders… Een poëtisch en sfeervol verhaal.