Het boek begint met
een verhandeling over de dood waarbij de lezer meteen de diepte in gaat en even
op het verkeerde been wordt gezet. Er zit veel inhoud in zijn compacte
vertelstijl. Op een bepaald moment schakelt hij als vanzelf over naar zijn
eigen situatie en neemt je mee in zijn verhaal. Dit doet hij op een heel
natuurlijke manier. Met vlagen is het gĂȘnant, omdat je weet dat het puur
autobiografisch is en de mensen om hem heen en hijzelf er niet altijd even goed
vanaf komen. Maar juist dat pure en rauwe is de kracht van het boek.
Hij snijdt met een grote vanzelfsprekendheid thema’s aan als
de werking van het geheugen, liefde en afstand
binnen het gezin, jeugdliefdes,
eenzaamheid en de zoektocht naar woorden van hemzelf als schrijver. De roman
waar hij mee bezig was voordat hij aan deze serie begon, beschrijft hij zodanig
dat je denkt: maar goed dat die niet is uitgegeven. Het zou een nogal heen en weer
slingerend verhaal zijn. Toch is ‘Vader’ ook niet vrij van een zekere onvaste
hand van de schrijver.
Hij weet je als lezer overwegend goed mee te nemen in het
verhaal van zijn leven, alleen op sommige momenten vervalt hij onnodig in
details. Dit gebeurt met name wanneer hij met zijn broer het huis van hun oma
opknapt, nadat hun vader er daar een puinhoop van heeft gemaakt en overleden
is. Wellicht zijn koken en schoonmaken voor deze man bijzondere werkzaamheden, maar
globale verwijzingen daarnaar zouden wat mij betreft wel volstaan. Toch is het
over het geheel genomen een indrukwekkend verhaal. Een verhaal waar je
tijdelijk in kunt ‘wonen’. Toch heb ik even adempauze nodig voordat ik het
volgende deel zou willen lezen. Het verhaal grijpt in. Je wordt deelgenoot van
een zekere zwaarte in het leven van de schrijver.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten