De ik-figuur en haar man hebben twee kinderen, waarvan de oudste onbevangen vragen stelt over het leven, die het verhaal telkens weer even relativeren. Overigens noemen ze hem de middelste, want dat heeft hij graag. Zo zijn er meer irrationele keuzes die de ik-figuur in het verhaal maakt. Ze vertelt in korte stukjes over haar vroegere happy-go-lucky verleden met allerhandje vriendjes en een huis waar ze eigenlijk nooit thuis was maar uitwisselde met anderen als slaapplaats. Nu leeft ze met man en kinderen iets georganiseerder of in elk geval met iets meer rust.
In hun onderkomen lijkt een geest aanwezig te zijn, die ook gevoeld wordt door de kinderen. Het is geen kwade geest, eerder één die gerust stelt. Soms denkt de schrijfster dat ze het zelf is, dan weer lijkt het de schrijver Gilberto Owen te zijn. De schrijfster verstrengelt hun levens op zo’n manier dat het een enkel mensenleven klein maakt en deel van een groter geheel, en zo dat het elementen van voorgangers met zich meedraagt. Zo verbindt het verhaal heden en verleden op een onnadrukkelijke manier. De losse toets maakt het heel leesbaar en tegelijkertijd bergt het meer in zich dan je op het eerste gezicht zou denken. Een mooi boek dat de zwaarte van het leven relativeert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten