In het begin van het verhaal wordt Beth geïntroduceerd als dienares in een meditatiecentrum. Dit houdt in dat ze in het huishouden helpt tegen kost en inwoning en ook de meditatiesessies bij mag wonen. Ooit is ze begonnen met een tiendaagse retraite maar nu is ze er alweer negen maanden lang blijven hangen. Ze lijkt een doorsnee jonge vrouw, maar al gauw blijkt dat ze veel moeilijke situaties heeft meegemaakt in haar leven. Ze was zangeres met wilde gewoontes, had liefdesproblemen en haar onbesuisde gedrag heeft tot een ongeluk geleid, waarvoor ze zich schuldig voelt.
Tim Parks blijkt bijzonder goed in de huid van deze jonge vrouw te kunnen kruipen. Haar vaak cynische, maar ook onzekere gedachten geeft hij geloofwaardig vorm. Hij beschrijft hoe de dagelijkse taken haar afleiden van haar voorgaande leven, maar haar ook niet veel verder helpen. Dan vindt ze een dagboek van een mannelijke bezoeker van het centrum, wat haar confronteert met dringende vragen uit haar eigen leven.
Parks vertelt hoe Mi Nu, een van de geestelijk leiders, de jaloezie opwekt van Beth. Ze zou ook zo stil en puur willen zijn. Dan ontdekt ze dat de Boeddha stilte afhankelijk is van diens omgeving. ‘De Boeddha zit daar zo stil, zo sereen, omdat de wereld om hem heen een chaos is.’ De schrijver biedt mooie filosofische overpeinzingen in Beth’s zoektocht naar zin in haar leven.
Nadat ze een abnormaal lange tijd in de meditatieruimte is blijven stilzitten, op een ongebruikelijke manier toenadering zoekt tot Mi Nu, op ouderwetse wijze flirt met de dagboekschrijver en besluit dat ze voortaan als Lisa door het leven gaat, lukt het haar om de knoop door te hakken en een nieuwe start te maken in haar leven. De symbolische negen maanden in het centrum zijn daarvoor zeker van belang geweest. Een prettig leesbaar boek over de loutering van een jonge vrouw, waar je je eigen gedachten aan kunt spiegelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten