De jongens komen in een pension te wonen waar Oeroeg zich ontwikkelt als een steeds meer Europees gerichte jongen. De ik-figuur realiseert zich steeds meer hun onderlinge verschillen. Deze verschillen hebben beiden de laatste tijd al gevoeld, maar waren taboe om over te spreken. De jongens pasten zich telkens aan aan de omstandigheden. Dan wordt Oeroeg te vrijgevochten en moet elders gaan wonen. Daar komt hij in contact met een Indische jongen en kleedt hij zich weer enigszins traditioneel. Als de ik-figuur naar Nederland vertrekt om te gaan studeren en afscheid van hem neemt, voelt hij zich al sterk van hem verwijderd. Oeroeg ziet hem nu als tegenstander, niet langer als vriend. Dit komt hard aan.
Hella Haasse zet het landschap en de sfeer van het koloniale Indië goed neer als mysterieus en ongrijpbaar. Het zijn de natuur van dat land en zijn jeugdherinneringen die de ik-figuur binden aan die plaats. Des te wranger is zijn terugkomst na de oorlog als blijkt hoe weinig er over is van het Indië van zijn jonge jaren. Hij hoort er thuis maar is er tegelijkertijd niet welkom. Een inlander bedreigt hem met een pistool, omdat hij niets te zoeken heeft in zijn land. De ik-persoon vlucht weg. Was het Oeroeg? Hij weet het niet, net zoals hij zijn geboorteland niet meer herkent. Een indringend en wezenlijk verhaal over het verschil tussen culturen en tussen rangen en standen. Hoe goede bedoelingen en naïviteit tot een bitter einde kunnen leiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten