zaterdag 28 december 2013

De verborgen geschiedenis

Twintig jaar terug was het debuut van Donna Tart, ‘De verborgen geschiedenis’ een grote hype. Ik wilde daar toen niet aan meedoen. Tien jaar geleden verscheen van haar hand ‘De kleine vriend’. Die ben ik wel gaan lezen, maar viel me een beetje tegen. Nu dan weer veel te doen over ‘Het puttertje’ en het eerste boek als midprice uitgave. Tijd om ‘De verborgen geschiedenis’ alsnog te gaan lezen.

De verteller van het verhaal is Richard, een jongen uit Californië die in het oosten van de VS gaat studeren. Na de middelbare school kan hij nog alle kanten op en kiest voor een universiteit ver bij zijn ouders vandaan, waarmee hij niet zo’n goede band heeft. Aangetrokken door de excentrieke docent schrijft hij zich in voor Grieks. Het zijn min of meer toevallige keuzes, die na verloop van tijd zijn leven wezenlijk zullen gaan bepalen.

De studenten Grieks blijken een selecte groep te vormen die niet alleen onderling een nauwe band heeft, maar ook met zijn docent. Voor sommigen is hij als een vader. Aanvankelijk kijkt Richard tegen zijn medestudenten op en hij is dan ook dankbaar als hij in hun groep lijkt te worden opgenomen. Toch zijn er soms zaken waar ze hem buiten houden. Op een bepaald moment stuit hij op hun verborgen geschiedenis. Vanaf dat moment raakt hij daarbij betrokken en is hij medeverantwoordelijk voor de acties die erop volgen.

Donna Tart weet de lezer van het begin tot het eind te boeien. In het voortkabbelende begin wordt opeens terloops een moord genoemd zonder dat ze daar op dat moment verder op in gaat, wat de nieuwsgierigheid van de lezer wekt. Als de toedracht zich ontvouwt, blijft het vervolgens toch spannend vanwege de vraag hoe de politie en hun medestudenten zullen reageren.

Tart zet de groep studenten met al hun liederlijkheden en zelfingenomenheid geloofwaardig neer. Henry, die zich als vanzelf opwerpt als hun leider, wordt eerst vooral als wijze beschouwd, maar na verloop van tijd meer en meer als schuldige. Door hun acties verliest de groep studenten het vertrouwen van hun docent, wat hard aankomt. Henry neemt zijn verantwoordelijkheid op heftige wijze en de groep valt uit elkaar. Richard voelt zich bezwaard door de geheimen van de groep waar hij deel van is geworden. Hij gaat weer alleen zijn toekomst tegemoet, net als een paar jaar geleden, maar ditmaal met een belast geweten.

zondag 22 december 2013

Het Stockholm Octavo

‘Het Stockholm Octavo’ heb ik gewonnen en is een boek dat ik zelf niet snel zou kiezen. Toch was het wel een amusant verhaal. Het is een historische roman en het speelt in de 18e eeuw in Zweden. Een jonge vrijgezelle secretaire, Emil Larsson, is de hoofdpersoon. Hij maakt kennis met de uitbaatster van een goklokaal die hem naast het gewone kaarten inwijdt in het Octavo. Deze kaartlegging maakt van zijn leven een zoektocht naar onder anderen zijn metgezel, zijn leermeester en zijn sleutel, elk door een kaart vertegenwoordigd.

Ook leert hij een dame van stand kennen, madame de Uzanne, die het bezit en gebruik van waaiers tot een kunst verheft die van grote invloed kan zijn, zelfs op de loop van de geschiedenis! Toch mislukt haar eerste poging om de koning te doden en vallen er wel andere slachtoffers tijdens het testen van de dodelijke poeders door haar hulpje Johanna. Zij maakt het hoofd van Emil op hol, maar lijkt onbereikbaar.

Het verlies van een waaier van de Uzanne bij een kaartspel leidt tot een grimmig spel, waarbij de spelers elkaar niet kunnen vertrouwen en Emil een bepalende rol speelt. De uitbaatster van het goklokaal ontdekt dat niet alleen zijn Octavo, maar ook dat van Stockholm bepalend is voor de loop der dingen. Emil moet het Stockholm Octavo in kaart brengen. Uiteindelijk vindt de koning toch de dood. De spelers in het land moeten weer een nieuwe positie vinden nu de hertog de macht heeft overgenomen.

Een aanstekelijk verhaal dat blijft boeien, hoe fantastisch soms ook. De schrijfster is Amerikaans en heeft een aantal jaren in Zweden gewoond. ‘Het Stockholm Octavo’ is haar debuut dat in 2012 verscheen. Wie weet wat voor meeslepende verhalen nog volgen!

zaterdag 14 december 2013

Oeroeg

In wat later de geschiedenis in zal gaan als haar eerste proza, schetst Hella Haasse in 1948 een beeld van een in Indië opgroeiende jongen, zoon van Nederlandse ouders. Deze jongen is de ik-persoon van waaruit het verhaal verteld wordt. Oeroeg is zijn grote vriend van jongs af aan, ook al is hij een inlander. De vader van Oeroeg is bediende in het witte huishouden en de moeders van de jongens hebben onderling contact. De ouders van de Hollandse jongen hebben geen hechte band met hun zoon. Zijn vader moet veel op pad voor zijn werk en zijn moeder gaat er vandoor met zijn huisleraar. Beiden lijken blij met het contact dat hun zoon heeft met Oeroeg. Voor de ik-figuur is Oeroeg zijn jeugd en zijn leven. Totdat de omstandigheden hen uit elkaar drijven.

De jongens komen in een pension te wonen waar Oeroeg zich ontwikkelt als een steeds meer Europees gerichte jongen. De ik-figuur realiseert zich steeds meer hun onderlinge verschillen. Deze verschillen hebben beiden de laatste tijd al gevoeld, maar waren taboe om over te spreken. De jongens pasten zich telkens aan aan de omstandigheden. Dan wordt Oeroeg te vrijgevochten en moet elders gaan wonen. Daar komt hij in contact met een Indische jongen en kleedt hij zich weer enigszins traditioneel. Als de ik-figuur naar Nederland vertrekt om te gaan studeren en afscheid van hem neemt, voelt hij zich al sterk van hem verwijderd. Oeroeg ziet hem nu als tegenstander, niet langer als vriend. Dit komt hard aan.   

Hella Haasse zet het landschap en de sfeer van het koloniale Indië goed neer als mysterieus en ongrijpbaar. Het zijn de natuur van dat land en zijn jeugdherinneringen die de ik-figuur binden aan die plaats. Des te wranger is zijn terugkomst na de oorlog als blijkt hoe weinig er over is van het Indië van zijn jonge jaren. Hij hoort er thuis maar is er tegelijkertijd niet welkom. Een inlander bedreigt hem met een pistool, omdat hij niets te zoeken heeft in zijn land. De ik-persoon vlucht weg. Was het Oeroeg? Hij weet het niet, net zoals hij zijn geboorteland niet meer herkent. Een indringend en wezenlijk verhaal over het verschil tussen culturen en tussen rangen en standen. Hoe goede bedoelingen en naïviteit tot een bitter einde kunnen leiden.  

zaterdag 7 december 2013

Het fantoom van Alexander Wolf

‘Het fantoom van Alexander Wolf’ verscheen voor het eerst in 1947 en 1948 in een Russisch tijdschrift in New York. Gajto Gazdanov, de schrijver, was toen halverwege de veertig. Gazdanov vond eind jaren negentig pas zijn weg naar het grote Russische publiek, twintig jaar na zijn dood. Pasgeleden herontdekten twee Nederlandse uitgevers het verhaal en besloten het samen opnieuw uit te geven. Gajto Gazdanov wordt nu gezien als een van de grote Russische schrijvers.

De hoofdpersoon in het verhaal, een journalist,  is net als de schrijver zelf uitgeweken naar Parijs vanwege de oorlog in zijn land. De moord die hij in de Russische burgeroorlog heeft begaan, heeft hem al die tijd met schuldgevoel overladen. Ook al weet hij rationeel dat de situatie erom vroeg en het voor dat moment een logische daad was, het bleef een schaduw werpen over zijn leven.

Maar dan leest hij een boek waarin een verhaal is opgenomen waarin de ’moord’ beschreven wordt door degene die hij heeft neergeschoten. De details kloppen zo precies dat hij concludeert dat de ander, de schrijver Alexander Wolf, nog  moet leven. Dan volgt een zoektocht naar deze man. Daarin ontmoet hij de uitgever van Wolf, Wolf’s voormalige buurman en ook Wolf zelf. Toch leidt dit niet tot een helder beeld van het fantoom dat hij altijd in het leven van de journalist is geweest. Wolf blijft een mysterie.

Gazdanov gebruikt de zoektocht voor het overdenken van het leven, de dood en hoe een gebeurtenis als de vermeende moord een leven kan bepalen. Het overgrote deel van het verhaal behelst de hersenspinsels van de journalist over existentiële vragen. Het verhaal is in wezen een filosofische verhandeling ingebed in de gebeurtenissen van alledag in het leven van de journalist.

Op zeker moment ontmoet hij een Russische vrouw waarmee hij een relatie krijgt, die nooit echt bestendigd lijkt te worden. Zij is heel koel en afstandelijk op enkele warme momenten na en hij betrekt haar niet wezenlijk in zijn zoektocht naar Wolf. Toch heeft hij nooit eerder zo’n heftige relatie meegemaakt. Uiteindelijk blijkt dat zij Wolf ook kent en op het moment dat dit blijkt, slaat het noodlot toe. Daarmee is het verhaal rond, maar blijft je als lezer ook achter met vele vragen. Wat is toeval en wat heeft zo moeten zijn? Kortom een boek dat tot nadenken stemt.