zondag 30 september 2012

M. Vasalis


In 2011 verscheen van de hand van Maaike Meijer een lijvige biografie van de bekende Nederlandse dichteres Vasalis.  Vasalis was degene die de regel schreef, die vaak wordt aangehaald op rouwkaarten; ‘… niet het snijden doet zo’n pijn, maar het afgesneden zijn.’ Ze ontving twee belangrijke prijzen voor haar werk, wat bijzonder is, want zij publiceerde tijdens haar leven slechts drie dichtbundels. Toen haar leven zijn einde naderde, heeft ze voorbereidingen getroffen voor een postuum uit te geven bundel, die er ook is gekomen. Haar bijna 90-jarige leven (1909 – 1998) omvat een groot deel van de twintigste eeuw. De biografie geeft een beeld van een intelligente en veelzijdige vrouw in die tijd, die ondanks al haar inspanningen toch vaak het gevoel had dat ze tekort schoot.

Vasalis is het pseudoniem van Margaretha Leenmans en is afgeleid van de vrije vertaling van ‘leenman’ in ‘vazal’. De dichteres hechtte grote waarde aan haar privacy en vond het dan ook heel vervelend dat een bekende haar identiteit per ongeluk prijsgaf. Zij was behalve dichteres ook kinderpsychiater, moeder en vrouw van Jan Droogleever Fortuyn. Verder was zij zeer ontvankelijk voor nieuwe contacten en stond altijd open om mensen in haar omgeving te steunen op moeilijke momenten. Al deze rollen legden veel beslag op haar tijd en het dichten was vaak het sluitstuk. Pas op het einde van haar leven nam de dichtkunst een grotere plaats in.

Maaike Meijer weet het lange levensverhaal van Vasalis met een goed inzicht in haar persoon te vertellen. Ook doet zij dit met een groot respect voor de beweegredenen van de dichteres. Zo geeft zij bijvoorbeeld verklaringen voor haar dromen die recht doen aan de persoon, zonder te ver te zoeken. Meijer is zeer secuur wat betreft haar bronvermeldingen. Alleen soms staat er wat veel in de voetnoten; sommige van de daar vermelde tekst had gewoon in het verhaal opgenomen kunnen worden. Maar dat is een kleinigheid. Want het boek in zijn geheel verdient grote bewondering. Maaike Meijer heeft de schat aan informatie die ze tot haar beschikking had getransformeerd tot een prettig leesbaar verhaal wat nooit saai wordt. Vasalis had dan ook tot op haar oude dag een ‘jonge geest’, die zich bleef verwonderen over de wereld om haar heen.     
  

zaterdag 22 september 2012

De man die in zijn eentje de Olympische Spelen organiseerde


De titel van de tweede roman (2012) van Erik Jan Harmens klinkt hilarisch en dat is het verhaal dan ook. De schrijver voert een ‘gewone man’ ten tonele die zichzelf een geboren organisator vindt; hij is al twee keer ceremoniemeester geweest. Een schimmig verzoek aan hem, afkomstig van een Aziaat in zijn achtertuin,  om de Olympische Spelen van 2012 in Nederland en België te organiseren, neemt hij bijzonder graag aan. Nu kan hij van zijn hobby zijn werk maken! Dat Erik Jan Harmens zelf werkzaam is als Head Corporate Storytelling is te merken in zijn manier van schrijven. Hij weet treffende plaatjes te schetsen van de situaties waar Ron van Dijk, de hoofdpersoon, terecht komt.

Met het nodige vakjargon uit de managementwereld gaat Ron van Dijk zijn nieuwe opdracht te lijf. Zijn mensen werken zoveel mogelijk decentraal in zelfsturende teams om de kosten van de overhead laag te houden. Hij heeft een Personal Assistent in de vorm van zijn afgekeurde schoonzus, die kritisch meedenkt, dingen regelt en als klankbord functioneert. En het ook zegt als ze na een hoop mailtjes verzenden heel erg moe is. Van Dijk houdt nogal van een beloning in de vorm van alcohol die hem uiteindelijk parten zal gaan spelen.      

Als de voorzitter van het Olympisch Comité lastige vragen stelt over de voortgang van het bouwen van accommodaties, realiseert Ron van Dijk zich dat hij eigenlijk helemaal geen zicht heeft op de vorderingen van zijn teams. Ook een vakbondsleider maakt het hem moeilijk met eisen van de werknemers. Hij concentreert zich op een bepaald project om ‘een momentum’ te creëren voor de overige projecten. Zo komt het dat hij op zeker moment ook zelf bezig is met het trekken van strepen op een hardloopbaan.

Het is een komisch verhaal met stevige speldenprikken naar de opgeklopte manier waarop bepaalde managers hun vak benaderen. Het grappige is dat het vertellen van bedrijfsverhalen waarin de schrijver zelf grossiert, evengoed gebakken lucht kan zijn. Hij kan dit verhaal dus heel goed vertellen. 

zaterdag 15 september 2012

De gevangene van de hemel

In dit derde deel van het vierluik rond het Kerkhof der Vergeten Boeken (2012) duikt Carlos Ruiz Zafón weer in de geschiedenis van Barcelona van halverwege de vorige eeuw. Hij voert weer enkele personages ten tonele waarmee je als lezer al in de eerst twee delen kennis hebt kunnen maken. Toch hoef je deze niet per se eerst gelezen te hebben om aan dit boek te kunnen beginnen. Het verhaal staat ook prima op zichzelf.

Daniel Sempere werkt samen met zijn vriend Fermín Romero de Torres in de boekhandel van zijn vader. Daniel heeft vrouw en kind en Fermín staat op het punt om te trouwen. Het leven lijkt hen toe te lachen. Dan verschijnt er een verdachte man in de winkel die het duurste boek koopt en het opdraagt aan Fermín. Dat is het begin van een reis naar het verleden, waarin Fermín een gevangene was tijdens de Spaanse Burgeroorlog en vele vernederingen moest doorstaan. Op wonderlijke wijze heeft hij kunnen ontsnappen, maar dat ging  niet zonder slag of stoot. Officieel is hij toen dood verklaard, waardoor hij geen erkende identiteit  meer heeft. Deze heeft hij wel nodig om te kunnen trouwen.

Zafón weet allerlei lijntjes uit eerdere verhalen met dit verhaal goed te verbinden. Ook in dit boek duikt er weer een schrijver op die het boek wat je aan het lezen bent geschreven heeft. Ook wordt er weer een bezoek aan het Kerkhof der Vergeten boeken gebracht, al lijkt dit er wel een beetje bijgesleept. Zijn kunst om nogal bombastisch en clichématig de sfeer weer te geven, leidt tot zinnen als: ‘Het schemerdonker had een koperkleurige tint, als de adem van een uitdovende kaars.’ Maar dit is zijn handelsmerk en hoort bij zijn verhalen. Het verhaal is goed geconstrueerd en leest ook wel lekker, maar verrast toch niet zo als ‘De schaduw van de wind’. Zou het format een beetje uitgewerkt zijn? Ik kijk meer uit naar een heel ander boek van de hand van Zafón dan naar deel vier in deze reeks. Toch zal ik als dat uitkomt waarschijnlijk nieuwsgierig genoeg zijn om het toch weer te lezen en dat zegt wel iets over het vermogen van de schrijver om te blijven boeien.

zaterdag 8 september 2012

De dienares

Tim Parks had al veel titels op zijn naam staan toen hij in 2010 doorbrak met  ‘Leer ons stil te zitten’. In dat autobiografische relaas vertelt hij hoe hij, ondanks zijn nuchterheid, door meditatie van zijn pijn afkomt. In ‘De dienares’ (2012) voert hij een vrouwelijke hoofdpersoon naar voren, Elisabeth, die ook de zogenaamde Vipassana meditatie volgt. Het is bij haar echter  niet zo duidelijk of deze nu succesvol is of niet; in elk geval zet het haar volop aan het denken.   

In het begin van het verhaal wordt Beth geïntroduceerd als dienares in een meditatiecentrum. Dit houdt in dat ze in het huishouden helpt tegen kost en  inwoning en ook de meditatiesessies bij mag wonen. Ooit is ze begonnen met een tiendaagse retraite maar  nu is ze er alweer negen maanden lang blijven hangen. Ze lijkt een doorsnee jonge vrouw, maar al gauw blijkt dat ze veel moeilijke situaties heeft meegemaakt in haar leven.  Ze was zangeres met wilde gewoontes, had liefdesproblemen en haar onbesuisde gedrag heeft tot een ongeluk geleid, waarvoor ze zich schuldig voelt.

Tim Parks blijkt bijzonder goed in de huid van deze jonge vrouw te kunnen kruipen. Haar vaak cynische, maar ook onzekere gedachten geeft hij geloofwaardig vorm. Hij beschrijft hoe de dagelijkse taken haar afleiden van haar voorgaande leven, maar haar ook niet veel verder helpen. Dan vindt ze een dagboek van een mannelijke bezoeker van het centrum, wat haar confronteert met dringende vragen uit haar eigen leven.

Parks vertelt hoe Mi Nu, een van de geestelijk leiders, de jaloezie opwekt van Beth. Ze zou ook zo stil en puur willen zijn. Dan ontdekt ze dat de Boeddha stilte afhankelijk is van diens omgeving. ‘De Boeddha zit daar zo stil, zo sereen, omdat de wereld om hem heen een chaos is.’ De schrijver biedt mooie filosofische overpeinzingen in Beth’s zoektocht naar zin in haar leven.

Nadat ze een abnormaal lange tijd in de meditatieruimte is blijven stilzitten, op een ongebruikelijke manier toenadering zoekt tot Mi Nu, op ouderwetse wijze flirt met de dagboekschrijver en besluit dat ze voortaan als Lisa door het leven gaat, lukt het haar om de knoop door te hakken en een nieuwe start te maken in haar leven. De symbolische negen maanden in het centrum zijn daarvoor zeker van belang geweest. Een prettig leesbaar boek over de loutering van een jonge vrouw, waar je je eigen gedachten aan kunt spiegelen.      

zaterdag 1 september 2012

Orang-oetans drijven niet

Een jonge jongen die na zijn middelbare school nog bij zijn ouders woont en niet goed weet wat hij met zijn leven aan moet, doet in dit boek zijn vaak cynische, maar ook komische verhaal. Hij heeft een beer van een verstandelijk beperkte broer van dik twee meter lang, die hij vergelijkt met een orang-oetan.  Zelfs in het diepe stuk van het zwembad kan hij terwijl hij op de bodem staat zijn hoofd boven water  houden. Drijven doet hij dus niet.

Stephan ter Borg maakt met dit verhaal zijn debuut, waarin hij laat zien de leefwereld van iemand zoals de jonge hoofdpersoon goed kan neerzetten. De turbulente verteltrant maakt het wel een verhaal wat continu op een hoogtepunt lijkt te verkeren, wat soms een beetje vermoeiend is. Het is een kunst om telkens zo scherp uit de hoek te komen, maar een enkele adempauze zo nu en dan zou wat meer ruimte bieden om alles te laten bezinken.

Als lezer krijg je een kijkje in het gezinsleven van de jongens met hun op zijn minst bijzondere ouders. Hun moeder heeft in haar man altijd een sterke man gezien waar ze op kon bouwen, maar hij blijkt nogal wat onhaalbare dromen na te jagen die uiteindelijk tot zijn  ondergang leiden. Zelf vat de moeder het plan op om te gaan studeren en wordt overvloedig ingewijd in het studentenleven door een jonge medestudent wat tot gênante situaties leidt.

Als vader en moeder beiden verslagen op de bank zitten, vat de hoofdpersoon het plan op om zijn broer die in een tehuis terecht is gekomen een beter leven te bieden. Hiermee komt hij eindelijk in actie, al is de vraag hoe ver hij komt met zijn lumineuze plan. Misschien lijkt hij wel meer op zijn vader dan hij zou willen toegeven…