Het meest bizarre wat ik in het boek tegenkwam, vind ik wel
de spookstations die hebben bestaan ten tijde van de muur. Die muur liep niet
recht van noord naar zuid, maar kronkelde nogal grillig door de stad. Zo kon
het zijn dat als je met de metro van de ene plek in west naar de andere ging,
je een station in oost doorreed zonder daar te stoppen. Deze spookstations werden
streng bewaakt.
Chloe Aridjis schetst een beeld van de jonge Tatiana die
vanuit haar geboorteland Mexico in Berlijn terechtkomt. Na haar studie blijft
ze er hangen en heeft talloze eenvoudige baantjes. Na een tijd van uitgaan en
nachtleven schakelt ze over naar een wat burgerlijker bestaan met een
regelmatige functie voor een oude wetenschapper. Het leven overdag maakt haar
gelijk een stuk eenzamer. Het is jammer dat de schrijfster dit, naast dat ze
het toont door de beschrijving van Tatiana’s weinige contacten, ook meermalen
in de gedachten van de hoofdpersoon denkt te moeten benoemen.
De sfeer waarin Tatiana zich begeeft is wel goed getroffen.
Het is een lege en onpersoonlijke wereld waarin de hoofdpersoon soms bizarre
dingen waarneemt op de rand van het ‘normale’.
Zo wordt ze geconfronteerd met een vrouwelijke Hitler en met een laag
hangend wolkendek dat haar net op tijd redt van een belager. Hoewel deze
ervaringen neigen naar surrealisme zet de schrijfster ze geloofwaardig neer.
Het onveilige gevoel dat Tatiana in een buitenwijk van de
stad had, heb ik niet ervaren. Ik begaf me dan ook overwegend in de luwte van
de toeristenmassa. In een paar dagen kun je niet meer dan een klein beetje
raken aan de kern van het wezen van de stad. Het maakt wel nieuwsgierig naar de
rest. En zou de schrijfster nog meer gepubliceerd hebben?