zondag 25 september 2016

Moeders zondag

Graham Swift beschrijft in deze bescheiden roman een moeders zondag. Een dag in 1924 waarop de dienstmeisjes van een welgesteld huis op het Engelse platteland vrij krijgen om hun moeder te bezoeken. Jane is zo’n meisje, maar zij is niet zoals de anderen. Zo is zij wees. De dag verloopt voor haar en een jongeman van een ander landgoed anders dan anders. Dat heeft zijn weerslag op de andere bewoners van beide huizen en hun toekomst. Hoe een lieflijke lentedag een akelige wig slaat in het na de grote oorlog weer opgepakte leven en hoe een dienstmeisje groot wordt in haar bescheidenheid.

Swift schetst een idyllisch beeld van een zachte dag op een bijna verlaten landhuis. Niemand weet van het intieme treffen van Jane en de zoon des huizes die op het punt staat te gaan trouwen. De aangename en ongebruikelijke ontmoeting wordt direct na zijn vertrek al overvleugeld door de aankondiging van een fataal ongeluk. Dan moet je als lezer nog toe naar dat moment waarop het zover heeft kunnen komen, wat de spanning vergroot.

De families blijven achter met vragen en onzekerheden die ze in verdraagbare termen gieten. Voor Jane is de onzekerheid het grootst, maar zij zal altijd haar bescheidenheid behouden en levenslang haar geheim verzwijgen. Jane ontstijgt haar milieu en wordt schrijfster, wat de schrijver de mogelijkheid biedt te reflecteren op de scheidslijn tussen waarheid en fictie. Alles wat Jane te vertellen heeft doet ze in haar verhalen, maar altijd op zo’n manier dat zij zelf buiten schot blijft. Ook tijdens interviews houdt zij dit consequent vol. Wat natuurlijk de vraag oproept hoe dat in het geval van Swift zit. Een ingenieus verhaal.   

zondag 18 september 2016

Zo God het wil

Eerder las ik van Niccolò Ammaniti ‘Het laatste oudejaar van de mensheid’. Dat was een kennismaking met een grotesk verhaal van deze schrijver. ‘Zo God het wil’ doet qua hilariteit hier niet voor onder. De structuur van dit boek werkt toe naar het hoogtepunt in het hoofdstuk ‘De nacht’. Verder is er de proloog en de dagen ervoor en later de dagen erna. In die nacht gebeuren er zoveel extreme dingen, mensen gaan dood, verongelukken, een geplande ramkraak mislukt. Het is een wel erg fantastisch verhaal en toch weet de schrijver het te brengen als een manier waarop de werkelijkheid zou kunnen verlopen. Voor een deel komt dit omdat hij je meeneemt in de hoofden van diverse personages. Hun gedachtenkronkels maken hun acties geloofwaardig.

De verschillende perspectieven van waaruit het verhaal verteld wordt, overlappen elkaar soms, zodat je over één gebeurtenis tweemaal leest. Ammaniti geeft de personages gedachten mee die hen overtuigen te doen wat ze willen doen. Op wonderbaarlijke wijze vloeien tal van handelingen voort uit het idee dat God het zo bedacht heeft. De personages voelen zich uitverkoren of op de proef gesteld en wanen zich een pion in het grote spel dat God speelt. Zo worden zelfs de meest akelige handelingen gerechtvaardigd. Zo God het wil.

De schrijver heeft een sobere schrijfstijl met minstens zoveel gedachten als dialogen. Ze trekken je het verhaal in en tonen de clichématige eisen waaraan de Italiaanse mannen denken te moeten voldoen. De dertienjarige Christiano, die door zijn gewelddadige vader wordt opgevoed, lijkt alle losse eindjes die anderen hebben achtergelaten recht te moeten breien. In het hele verhaal blijft hij een echte jongen en je bent als lezer bijna blij als hij eindelijk eens een keer huilt. De stoere man die zich moet bewijzen is eigenlijk de ene grote hoofdpersoon van dit boek. Gelukkig ziet de lezer ook zijn onzekere kant.  

dinsdag 13 september 2016

Dertig dagen

Annelies Verbeke won de Opzij Literatuurprijs met ‘Dertig dagen’. Terecht naar mijn idee, want het is een goed geschreven verhaal. Er wordt geopperd dat het niet feministisch genoeg zou zijn om deze prijs te ontvangen. Maar de Opzij Literatuurprijs is ingesteld om boeken van vrouwelijke auteurs de kans te geven ook in de prijzen te vallen, omdat dit met reguliere prijzen in de praktijk vaak niet het geval is, ondanks de kwaliteit van hun boeken. Over de inhoud van een boek zegt de prijs niets, al moet het natuurlijk niet uitgesproken antifeministisch zijn. Het boek van Verbeke is eerder a-feministisch. De hoofdpersoon is een in Vlaanderen woonachtige man van veertig met een Senegalese achtergrond. Zijn vriendin vervult ‘de beste vrouwelijke bijrol’. Een man in de hoofdrol dus. Is dat erg? Nee, want het gaat om de schrijfkunst van deze auteur en die sleept je mee het verhaal in.

Als je al een verbinding met het feminisme zou willen leggen kun je de emancipatie van Alphonse, de hoofdpersoon, aanhalen. Het emancipatieproces is er ook een waar vrouwen mee te maken hebben. De afkomst van Alphonse confronteert hem meer dan eens met negatieve vooroordelen van mensen om hem heen. Daarnaast vervult hij de rol van ‘vriendelijke vreemdeling’. In zijn werk als klusjesman ontmoet hij diverse mensen die hem hun privébeslommeringen met het grootste gemak toevertrouwen. Hij is een geduldig luisteraar maar soms ook meer dan dat. Hij voelt zich snel betrokken bij zijn klanten. Dit is tegelijkertijd zijn kracht en zwakte. Dit neemt de consequentie met zich mee waar de dertig dagen op af koersen. Toch leken het geen dreigende dagen.

Is het dan een racistisch boek? Ook die kwalificatie doet het boek geen recht. De schrijfster schetst een beeld van de opvattingen van diverse mensen over de donkere Alphonse. Dat deze niet allemaal positief zijn is helaas reëel. Daarnaast laat ze zien hoe hij, misschien naïef, positief en welwillend blijft. ‘Ze willen met je vechten omdat ze niet weten hoe ze met je moeten dansen, denkt hij zo hard hij kan.’ Verbeke biedt naast het persoonlijke verhaal ook een historische context. Al met al een tot nadenken stemmend en prijswaardig verhaal.   

zondag 4 september 2016

De bijeneters

Alleen al van de titel ‘De bijeneters’ met een foto van bijen op de omslag, krijg ik een unheimisch gevoel. Dit wordt bij lezing van de verhalen van Peter Terrin in deze bundel alleen maar sterker. Zijn verhalen gaan vaak over de dood, meer dan eens door moord. De personages bedienen zich van een eigen onnavolgbare logica. Ze lijken aan de rand van de samenleving te staan. Het laatste verhaal, ‘De moordenaar’, speelt zich af in de toekomst, waarin het onder bepaalde voorwaarden geoorloofd is om in je leven twee moorden te begaan. Dit ter voorkoming van overbevolking.

In ‘Schoonmaak of De lotgevallen van Abdullah en ikzelf’ wordt een man opgevoerd die zich zo min mogelijk onder de mensen begeeft. Hij is ook niet erg wereldwijs. Schijnbaar buiten zijn toedoen om krijgt hij een baantje bij de reiniging van het stadskanaal. Abdullah wordt zijn collega en heeft veel te vertellen over zijn familiesituatie. Daar is de hoofdpersoon niet van gediend. Op een dag tijdens hun werk op een bootje verdwijnt Abdullah op onverklaarbare wijze. De man doet er laconiek over en vindt het wel best. Eenmaal terug wordt hij verdacht van moord.

De lezer weet niet of de man een moordenaar is. Dit geldt voor meer personages in de bundel. De omstandigheden pleiten meestal niet voor de buitenstaanders die de personages zijn. De verhalen nemen je mee in een afstandelijke wereld waarin onderlinge relaties altijd problematisch zijn. In hun hoofd bestaat een hogere orde waarop zij geen grip hebben. In het futuristische laatste verhaal wantrouwt iedereen elkaar en komt het aan op overleven als individu. Terrin schetst een beklemmende wereld waarin geen ruimte is voor empathie. Het is de kille eenling die zich staande probeert te houden in een ongrijpbaar systeem.

Bijeneters blijken overigens veelkleurige vogels te zijn met een zwarte band rond de ogen. Grapje van God, denkt het hoofdpersonage, onherkenbaar. De bundel verscheen in 2006 en is toen genomineerd voor de Ako Literatuurprijs.