Geen voortijdig knikkebollen
zoekend naar andere werelden
dan de mijne
Grenslanden
aan het dichtbije
Puzzelstukjes nieuw leven
verzamel ik
geduldig bij elkaar
Nieuwe spirit
draagt me op wolkjes
Verrijking
van mijn kleine cirkel
in dit labyrint
dat leven heet
en ongekende wegen biedt
Nieuwe ontdekkingen
die eigen worden
verre streken
verhalen zwanger van tijdgeest
neem ik mee
op mijn reis
in dit wijdverbreid leven
tot het einde aan toe
Wanneer jij mijn verdichtsels
verder mag verkondigen
als kind van mijn tijd
en jij de jouwe doorgeeft
tot in de eeuwigheid
zondag 29 november 2015
zaterdag 21 november 2015
Staat van zijn
Parijs was
een brug vol slotjes
tekens van liefde
verbondenheid
een brug vol slotjes
tekens van liefde
verbondenheid
Brussel was
een joods museum
een voorbije oorlog
dat nooit meer
Hannover was
een oefenwedstrijd
broederlijk samen
naast elkaar
Amsterdam was
een stad zonder zorgen
verdraagzaam en open
gelijkwaardigheid
Europa is
een fort onder vuur
een toevluchtsoord
onzekerheid
Grote woorden
stoere taal
deze strijd
raakt ons allemaal
zaterdag 14 november 2015
Een gedicht
Was ik maar groot, was ik maar vrij.
Dansroffels hoor ik heel de nacht lang:
Dreunen, getrappel, geklap en gezang.
Een troep kwam dichtbij, door de donkere laan,
Met geroep naar mij.
Toch bleef ik doodstil achter ’t venster staan.
Gezichten, als maskers, keken mij aan.
Hendrik de Vries
zaterdag 7 november 2015
Mystiek lichaam
Ingegeven door de titel van dit inmiddels klassiek geworden boek van Frans
Kellendonk dacht ik dat het een verhaal op een hoger plan zou zijn, een
esoterisch verhaal. Het verbaasde me dan ook dat het boek begon met de
beschrijving van een moederloos gezin op het platteland. Niet plat beschreven,
maar wel erg aards. De vader hecht aan geld, maar noemt zichzelf niet
materialistisch: ‘De mensen zijn reddeloos verknocht aan het stoffelijke. Ik
ben dat niet, ik houd alleen maar van geld.’ De dochter, die door haar familie
Prul wordt genoemd, is geen schoonheid, is alleen en leeft in een
afhankelijkheidsrelatie met haar vader, die graag de macht heeft.
Tijdens een bruiloft van een kennis van de dochter komt de zoon in contact met een sympathieke jongen, die op een haast terloopse manier aan hem duidelijk maakt dat hij op mannen valt. Dat doet Kellendonk heel goed, hij beschrijft de natuurlijke liefde van de zoon voor de jongen. De zoon verlaat de treurige omgeving van zijn familie en gaat naar New York, de jongen achterna. Het huwelijk was ingegeven door zakenbelangen en verbond een man die van jonge jongens hield met een vrouw van stand. De zoon noemt het een oefening in betamelijkheid. Het lukt het jonge paar niet samen één mystiek lichaam te vormen. De zoon is het die zijn ware liefde volgt en heteromannen zijn in zijn blik of vrouwenhaters of zelf halve vrouwen.
Maar zijn liefde blijkt eindig. Waar zijn zus met een praatjesmaker een kind verwekt, lijkt zijn liefde een dood spoor. Geen nageslacht maar ziekte treft hem. ‘De inhoud van hun parodieliefde was veel verraderlijker geweest dan hij steeds had gemeend. Misschien hadden ze elkaar met de dood bevrucht.’ De vader van het kind van Prul blijkt een meester in het stimuleren van het kind. Als de zoon terugkeert naar huis moet hij in hem zijn meerdere erkennen. Hij neemt zijn intrek in de schuur die door de vader voor een groot deel ontmanteld wordt.
Het verhaal is een reflectie op de samenleving zoals die in de jaren tachtig was en is nog steeds veelzeggend. Thema’s als liefde, afhankelijkheid, vooroordelen en aanzien tillen dit verhaal op een hoger plan. Kellendonk was een kind van zijn tijd. Juist daardoor is hij maar 39 jaar oud geworden. Lezing van dit boek maakt me nieuwsgierig naar zijn andere werk en verzamelde brieven. Een schrijver om te koesteren.
Tijdens een bruiloft van een kennis van de dochter komt de zoon in contact met een sympathieke jongen, die op een haast terloopse manier aan hem duidelijk maakt dat hij op mannen valt. Dat doet Kellendonk heel goed, hij beschrijft de natuurlijke liefde van de zoon voor de jongen. De zoon verlaat de treurige omgeving van zijn familie en gaat naar New York, de jongen achterna. Het huwelijk was ingegeven door zakenbelangen en verbond een man die van jonge jongens hield met een vrouw van stand. De zoon noemt het een oefening in betamelijkheid. Het lukt het jonge paar niet samen één mystiek lichaam te vormen. De zoon is het die zijn ware liefde volgt en heteromannen zijn in zijn blik of vrouwenhaters of zelf halve vrouwen.
Maar zijn liefde blijkt eindig. Waar zijn zus met een praatjesmaker een kind verwekt, lijkt zijn liefde een dood spoor. Geen nageslacht maar ziekte treft hem. ‘De inhoud van hun parodieliefde was veel verraderlijker geweest dan hij steeds had gemeend. Misschien hadden ze elkaar met de dood bevrucht.’ De vader van het kind van Prul blijkt een meester in het stimuleren van het kind. Als de zoon terugkeert naar huis moet hij in hem zijn meerdere erkennen. Hij neemt zijn intrek in de schuur die door de vader voor een groot deel ontmanteld wordt.
Het verhaal is een reflectie op de samenleving zoals die in de jaren tachtig was en is nog steeds veelzeggend. Thema’s als liefde, afhankelijkheid, vooroordelen en aanzien tillen dit verhaal op een hoger plan. Kellendonk was een kind van zijn tijd. Juist daardoor is hij maar 39 jaar oud geworden. Lezing van dit boek maakt me nieuwsgierig naar zijn andere werk en verzamelde brieven. Een schrijver om te koesteren.
zondag 1 november 2015
La Superba
Het verhaal van Ilja Leonard Pfeijffer in ‘La Superba’ deed me in eerste
instantie denken aan een nummer van De Dijk. Daarin zingt Huub van der Lubbe ‘deze
stad is een hele mooie vrouw’. Zo bezingt Pfeijfer ook Genua, de stad waar hij
is gaan wonen, weg van de Nederlandse benepenheid. Er spreekt een bepaalde liefde
uit, maar ook een zeker ontzag. La Superba, de hoogmoedige, lijkt de schrijver steeds
weer te vragen wie hij wel denkt dat hij is dat hij er zomaar als noordeling is
komen wonen en denkt de manier van omgang van de Italianen te begrijpen. De
stad daagt hem uit maar maakt hem ook nederig.
De schrijver voert zichzelf ten tonele in dit boek met een hoog dramatisch gehalte. Hij speelt uitbundig met zijn functie als schrijver en personage en prikkelt de lezer met gedachten óver het verhaal waardoor de scheidslijn tussen waarheid en verdichting moeilijk te trekken is. En zijn verhaal blijkt een groter verhaal, het is het verhaal van emigranten, vanuit het noorden en het zuiden. Zijn relatieve luxepositie ten opzichte van de Afrikaanse vluchtelingen, brengt hem soms in een ongemakkelijke positie, waarin hij zich genoodzaakt voelt zich te verdedigen. Want hij is geen racist, wil het verhaal van de ander wel aanhoren voor zijn boek, maar hem geen geld lenen zoals hij bij een andere ‘vriend’ wel zou doen. Zijn eigen vluchtverhaal waarin hij aangeeft zich te vervelen in een overgeorganiseerd Nederland is een lachertje voor zijn Afrikaanse vriend. Zo wordt de noordeling telkens op zijn plek gezet.
Wat ik mooi vind aan de manier van schrijven van Pfeijffer is dat hij zich kwetsbaar opstelt zonder zwak of zielig over te komen. Het biedt het boek een zekere eerlijkheid waarvan je tegelijkertijd weet dat hij je bedondert waar je bij staat, want hoe fantastisch is het verhaal eigenlijk wel niet? Hij sleept je mee in zijn hunkering naar liefde en drank, zijn contacten met inwoners van Genua van divers pluimage en zijn blik van de buitenstaander die binnen probeert te dringen. Het einde is behoorlijk over the top met een knipoog naar ‘Second life’ dat hij eerder schreef over zijn virtuele zelf als vrouw. Onwillekeurig vraag ik me wel af of hij een nieuwe thuishaven nodig zal hebben om een volgend boek te kunnen schrijven. Maar daar redt hij zich vast wel uit, zoals ook Knausgard na zijn hele leven beschreven te hebben, wat hem een eindig project leek, uiteindelijk toch vrolijk doorging met schrijven. Het schrijversbloed kruipt toch waar het niet gaan kan.
Abonneren op:
Posts (Atom)