maandag 20 mei 2013

Achtergronden

Mijn schrijfdocent gaf mij als aandachtspunt mee dat ik het perspectief van waaruit ik mijn verhaal vertel ook anders aan zou kunnen pakken. Namelijk  vanuit een belevende en een beschouwende ik-persoon. Dat zou het volgens haar meer kracht geven. Ik zag het nut er niet direct van in en schreef vrolijk op de oude voet verder. Maar toen raadde ze me een boek aan, waarin ook een dergelijke tweedeling in het gebruikte perspectief wordt gebruikt: ‘De Nederlandse maagd’.  

Ik moest even wennen aan het technisch lezen van dit boek van Marente de Moor, maar het werd me al gauw duidelijk dat de twee ik-perspectieven het verhaal goed doen. Soms is het verschil tussen beide perspectieven echter heel minimaal en subtiel. Dat wordt nog een hele klus om mijn verhaal daarnaar te herschrijven, maar dat ga ik zeker doen.
Maar behalve voor  mijn eigen verhaal heb ik ook aandacht voor de verhalen van de schrijvers van mijn schrijfclubje. Vandaag heb ik van een van de deelnemers een drieluik gelezen en serieuze feedback daarop genoteerd. Het is een filosofisch verhaal over de sporen die de oorlog nog in het heden nalaat in een gedragen schrijfstijl. Het is mooi om te zien dat ieder van onze groep zo zijn eigen stijl heeft. Naamloos zouden we elkaars stukken herkennen.   

Verder ben ik begonnen met het lezen van achtergrondliteratuur om mijn verhaal wellicht meer kleur te kunnen geven. Zo kwam tijdens het schrijven ‘Zen en de kunst van het motoronderhoud’  bovendrijven en ik realiseerde me dat ik me het verhaal niet meer zo goed kon herinneren, terwijl het voor één van de hoofdpersonen een belangrijk boek is. Herlezen dus. Ook ben ik begonnen in ‘Pure waanzin’. Dus dan weet je wel welke kant het op gaat!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten