dinsdag 11 juni 2013

Leesvoer

Ik lees en ik lees en ik lees. Na ‘Pure waanzin’ ook ‘Meermin’ en ‘Trance’. Allemaal getuigenissen van de gekte die een normaal mens kan bevangen. En ook bewijzen van hoe dun de scheidslijn tussen beide statussen van zijn kan zijn. Elke gek heeft zijn  eigen logica, alleen begrijpt niet iedereen die direct. Gekken onderling kunnen echter tot grote hoogten stijgen als het gaat om onderling  begrip. Exemplarisch hiervoor is de volgende conversatie: ‘Ik hou niet van madammen in een bontjas.’ ‘Nee, ik schaak ook liever.’ Het is maar net wat je als uitgangspunt neemt.

Ook de motorrijder in ‘Zen en de kunst van het motoronderhoud’ geeft een inkijkje in zijn eigen gekte. Hij houdt deze op veilige afstand door zijn vroegere ik een andere naam te geven en over hem te schrijven in de derde persoon. Achteraf probeert hij diens logica te duiden en om te smeden in een beschouwende visie op het leven zelf en de benadering daarvan. In deze poging blijkt dat zijn oude ik een hoop zinnige dingen heeft bedacht, ook al is hij eertijds enigszins door de bocht gevlogen. Zijn logica werd te individueel, niemand kon hem meer volgen. Was hij gek of geniaal?    

In mijn verhaal raakt de helft van een stel in de war. De vraag is hoe de andere helft daarop reageert en in hoeverre hun relatie deze gekte kan verdragen. Ik heb geloof ik al eerder verklapt dat dit verhaal geen eenduidig happy end kent. Maar wat dan wel?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten