De verbazing is begrijpelijk. Want als je depressief bent laat je je niet zien, je trekt je terug. Bij een opleving kom je pas weer naar buiten en zeg je dat je er weer bent. Anderen realiseren zich vaak dan pas dat je even weg was. Dan is het ook de vraag hoe lang je opleving stand houdt. Er wordt nu overal geroepen dat depressie uit de taboesfeer moet komen, maar het is juist een ziekte die niet kenbaar maakt. Je nauwe omgeving krijgt het mee en verder ben je buiten het zicht. Of laat je je niet kennen. Je wilt niet dat anderen meegaan in jouw diepte. En die anderen willen ook helemaal niet horen dat het niet goed met je gaat, alle goede bedoelingen ten spijt. Je ziet nu steeds een lachende Stephen Fry voorbij komen die oproept tot geduld te hebben met mensen die depressief zijn, maar wie kan dat daadwerkelijk? Wie heeft er niet een makkelijke like bij zijn bericht geplaatst?
En hoeveel voortekenen moet iemand geven zodat we de zelfdoding voelen aankomen? Zijn er achteraf niet tal van aanwijzingen die die richting op wijzen? Maar dan nog, hadden we het niet kunnen voorkomen, het blijft een eigen keus. Wat ons te doen staat is oog hebben voor de pijn die sommige mensen ervaren in dit leven. En het respecteren als iemand de keuze maakt om eruit te stappen, nu eenmaal een niet zo’n prettig bericht in deze quasi vrolijke facebooktijden. Wat wij als achterblijvers moeten doen is het leven ten volle leven. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze naaste doden, die we dagelijks missen. We moeten leven voor twee. Of zelfs nog meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten