‘Vuurpijlen vangen’ is een bijzonder boek. Het is het debuut van Karen Köhler
dat een jaar na uitgave in Duitsland al in het Nederlands is verschenen. Ook
bijzonder omdat het een verhalenbundel is. De aandacht voor korte verhalen lijkt
de laatste tijd toe te nemen. Ze is nu ook in ons land tijdens de week van het
korte verhaal. Der Spiegel noemt dit boek dan ook een zeer goede reden om weer
korte verhalen te lezen. En terecht.
De schrijfster voert in haar verhalen buitenstaanders op als hoofdpersonages. Nu hebben schrijvers vaak iets met minder gemiddelde mensen in hun boeken. Maar deze personages staan ver af van de dagelijkse wereld zoals de meesten van ons die kennen. Köhler moet gezien haar verhalen veel gereisd en meegemaakt hebben. Ze vertelt over een zieke vrouw die net een stoma heeft gekregen, een eenzame reiziger in de VS, eenlingen in relaties en mensen die de gangbare realiteit ontvluchten. Mensen met weinig contacten, berooid, zonder spullen, ver weg van huis of in de natuur. Binnen relaties staan afstand en nabijheid op gespannen voet met elkaar. Köhler geeft hier woorden aan. Ze doet dit op een ongepolijste en rauwe manier. Er staat geen woord teveel.
De verhalen hebben diverse vormen. Van brieven en kaarten tot een dagboek en genummerde delen
van een verhaal. Ze speelt met de vorm die het verhaal versterkt. De verhalen
zijn hard en indringend. Wat doe je als je alles kwijt bent wat je lief is? Wie
blijft er over als je jezelf bent? Het zijn vragen die de schrijfster in haar
verhalen stelt. Het zijn geen feel good verhalen maar verhalen die je aan het
denken zetten. Hoe verhoud jij je tot de hoofdpersonen? Hoezeer doe je je best
om zo normaal mogelijk te zijn? Zoals een eenling uit het boek verwoordt: En
als de samenleving zei: het gaat toch goed met ons, dan wist ik: maar daar, in
het binnenste van dat koor, daar is mijn plek niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten