zaterdag 9 september 2017

Bermuda

De hoofdpersoon in het tweede boek van Basje Boer heet heel toepasselijk Meis. Het is een meisjesachtige jonge vrouw die zich makkelijk voegt naar haar omgeving. Ze is nogal op zoek naar wie ze eigenlijk is en lijkt zich daarbij vaak te verliezen in aspecten van de buitenkant. Na haar verjaardagsfeestje dat haar vriendin Elfriede voor haar heeft georganiseerd met al haar eigen vriendinnen omdat Meis er geen heeft, en een veel te groot en ongewenst cadeau, vlucht Meis haar leven uit. Het lijkt een veelbelovend keerpunt.

Maar wat volgt is een lange trage opsomming van wat de eenzame Meis meemaakt als ze al haar pasjes en mobiel heeft weggegooid, door de stad zwerft en in een hotel verblijft tot het geld op is. De details van het leven van de einzelgänger zijn er teveel in aantal om lang te kunnen boeien. Als lezer ben je blij dat ze op een bepaald moment weer andere mensen ontmoet. Daarmee brengt de schrijver weer meer vaart in haar verhaal.

Ze laat Meis belanden in een soort rijkeluisstudentenhuis waar ze zich weer aan de anderen aanpast en opgaat in een klein geheel. Totdat ze daar om onduidelijke redenen genoeg van heeft en belandt bij haar alter-ego, een door haar bewonderde kunstenares.   

De schrijver geeft een beeld van de hoofdpersoon als iemand die onpeilbaar is en duistere beweegredenen heeft. Ze houdt ervan als haar leven op een film lijkt en diverse films worden dan ook in het verhaal betrokken. Schijn, werkelijkheid, dromen, gedachten en realiteit lopen door elkaar heen. De ultieme drijfveer van Meis lijkt het eeuwig willen vluchten te zijn, waarmee het verhaal ook eindigt. Ze belandt weer op een eigen plek in haar eentje. Of ze ditmaal haar eigen identiteit zal vinden is de vraag. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten