maandag 8 oktober 2018

Zomerslaap


De herfst had zich al lang en breed aangekondigd voordat hij officieel werd binnengehaald door de weermannen. Gekleurd blad was gevallen en bedekte de paden in het park. Roos werd wakker van het verre geruis van het ochtendverkeer en besloot dat de zomer voorbij was. Hoe later het licht werd hoe vroeger ze opstond. De buiten donkerende dag trok haar het bed uit. Het voelde alsof haar huis een zachte winterjas aan had waarbinnen het goed toeven was. 

In haar onesie zat ze op de bank met haar kop koffie. De grijsheid van buiten stelde haar van binnen gerust. De kat mauwde eigenwijs voor het raam alsof hij naar buiten wilde. Ze wist dat het niet zo was. Eenmaal buiten wist hij niet hoe snel hij weer binnen moest komen.

De gaskachel stond laag en ruiste rustig. Het ochtendnieuws klonk alarmerend en vertrouwd tegelijkertijd. Het bevestigde haar in het thuis willen zijn. De klok tikte rustig en lokte haar naar haar schrijfwerk. Ze trok haar laptop op schoot. Ze voelde de woorden komen die getuigden van een nieuw seizoen, een nieuw begin. Haar witte vingers bewogen over het toetsenbord, amper zon gezien. Haar haar lichtte zomers niet meer op sinds haar jonge jaren over waren en ze de zomer niet langer omarmde.

De zomer waarin Menno het leven liet markeerde het keerpunt. Hij was haar alles, het hele leven. Nu was ze teruggeworpen op zichzelf. Alleen, maar niet eenzaam. Haar laptop en kat waren haar dierbaar. In zijn vlucht voor het leven had Menno een sprong in de diepte gemaakt. In de woorden van de wetenschap was zijn poging geslaagd. 

De cursor flikkerde ongeduldig op haar scherm. Het was weer tijd om alles in woorden te vatten, de dag te boetseren tot een verhaal. Ze was weer ontwaakt uit haar zomerslaap.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten