zaterdag 4 augustus 2012

Tegen de tijdgeest

In dit boek (2011)beschrijven drie wetenschappers  hun persoonlijke ervaringen met een psychose. Ondanks de gezamenlijke rode draad, namelijk de vraag naar aandacht voor het verhaal achter de cliënt, staan de drie verhalen toch redelijk op zichzelf. Het voor en nawoord verhelpen dit niet echt. Elke schrijver heeft zijn eigen stijl van vertellen en legt andere accenten. Maar dat hoeft geen probleem te zijn, want de verhalen op zich zijn interessant om te lezen.   

Daan Muntjewerf werd begin deze eeuw psychotisch, toen hij halverwege de 20 was. Hij begint zijn deel van het boek met een verhalend stuk, voor een groot deel tijdens zijn psychose geschreven. Hoewel het heel authentiek is, wordt het soms ook een beetje vermoeiend om te lezen. Maar dan stapt hij over naar commentaar vanuit het heden. Op een vakantie heeft hij waandenkbeelden gekregen, is door de politie opgepakt en uiteindelijk in een inrichting belandt. Hij vraagt zich af of dit in zo´n negatieve sfeer had gemoeten, alsof hij een crimineel was. Verder is het bizar dat hij in een joodse inrichting zit, terwijl zijn wanen zich hier juist tegen keren.

Huub Mous en Egbert Tellegen komen in de jaren ´60 van de vorige eeuw met de psychiatrie in aanraking. Mous is dan pas 18 en Tellegen 22 jaar oud. Beiden ervaren dat er weinig aandacht is voor de inhoud van hun waandenkbeelden, terwijl deze voor iemand die ze meemaakt zo belangrijk zijn. Huub Mous schetst een beeld van zijn psychose tegen de achtergrond van de secularisering in Nederland. Hij valt van zijn geloof wat voor hem een schokkende ervaring is. Zijn persoonlijke ervaring had hij wat mij betreft wat uitgebreider mogen beschrijven dan de sociale achtergronden.

Egbert Tellegen is zeer belezen en heeft daarnaast gesprekken gevoerd met mensen die een psychose hebben gehad en behandelaars. Hij komt tot de conclusie dat er nog veel verwarring in begrippen bestaat, ook onder psychiaters. Er wordt geen eenduidig onderscheid gemaakt tussen een psychose en schizofrenie. Belangrijker nog is dat de behandeling zich alleen op onderdrukking lijkt te richten zonder de eventuele waarde te erkennen van de bij de cliënt opgekomen ideeën. Zo trof hij in volgeschreven schriften van zijn hand van vlak voor de psychose zeer zinnige analyses aan. Dit terwijl een dergelijke ´schrijfmanie´ door elektroshocks onderdrukt werd.

Ruimte bieden is beter dan onderdrukken, zo denken alle drie de schrijvers. In de behandeling moet de inhoud meer vorm krijgen en dient men terughoudend te zijn met medicatie. Zo spreken de drie uiteindelijk toch met één duidelijke stem. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten