zaterdag 3 mei 2014

Pil

Mike Boddé heeft met dit verhaal het boek geschreven dat hij zelf graag had gelezen toen hij depressief was. Hij is er niet op uit om dingen te verklaren, maar wil vooral een beeld schetsen van hoe het kan zijn om depressief te zijn en hoe je er weer uit kunt komen. Eerst doet hij dit op een vrij luchtige manier, met de nodige humor, waardoor de zwaarte van de ziekte niet helemaal goed overkomt. Later in zijn verhaal geeft hij zijn soms malende gedachten weer als hij er middenin zit, wat veel indringender is. Zo zijn er ook momenten dat het voor hem allemaal niet meer hoeft. ‘Het doet pijn  om dood te willen. Het voelt als een extreme afwijzing; alsof je tegen jezelf zegt: “Ik hoef jou niet meer, ik dank jou af.”’

Met verbazing las ik hoe hij de eerste tijd steeds gedacht heeft dat hij ME had, het chronisch vermoeidheidssyndroom. Lange tijd zocht hij zijn heil bij alternatieve genezers, die allemaal wel wat vonden waar wat aan gedaan kon worden, maar niks hielp. Pas na jaren werd de diagnose depressie gesteld en toen duurde het nog eens lange tijd voor hij een medicijn kreeg dat aansloeg. Zijn verhaal geeft goed weer door wat voor een diep dal hij heeft moeten gaan voor er weer uit te komen. ‘Het ophouden van misère is het grootste geluk dat er bestaat. Het is geen geluk: het is verlossing.’

Op het moment dat blijkt dat het laatste medicijn aanslaat, durft hij dit bijna niet te geloven. Er volgt een quasi vrolijk epistel waarbij het wel lijkt alsof hij voor het eerst verliefd is. Veel dingen kan hij weer voor het eerst doen zoals drinken en uitgaan. Boddé is een meester in overdrijven en vertelt heel vermakelijk over dit keerpunt in zijn leven. Hij verluchtigt zijn verhaal met teksten van liedjes die geïnspireerd zijn op momenten uit zijn eigen leven. Al met al een indrukwekkend en voor velen ook herkenbaar verhaal, dat afsluit met een droom, die eindigt met: ‘… ik stap het leven tegemoet.’ 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten