zaterdag 9 april 2016

Vele hemels boven de zevende

Met een scheiding en volop aandacht voor het wezenlijke in het leven is Griet op de Beeck een paar jaar geleden een andere weg ingeslagen. Je moet het leven ten volle leven, zoals ze ook na de aanslagen in Brussel verkondigde. We mogen geen tijd morsen. Haar nieuwe weg heeft tot nu toe al drie romans opgeleverd, waarvan ‘Vele hemels boven de zevende’ de eerste was. Het verhaal zat al in haar en in een paar maanden had ze het op papier. Leven en schrijven doe je volgens haar vanuit een urgentie en kunst tilt je leven naar een hoger plan. Haar debuut gaat over de dagelijkse dingen die moeten relateren aan iets groters, anders gaat het mis.

Als lezer leer je een paar door familiebanden aan elkaar verbonden mensen kennen, van jong tot oud. Elk heeft zijn of haar eigen stem. Iedereen heeft wel wat. De een is aan de drank, de ander nog volop zoekend en de volgende klaagt altijd. De schrijfster zet de diverse personages liefdevol en geloofwaardig neer. Het zachte karakter van het Vlaams maakt het wat poëtischer. De hoofdpersonen krijgen gestalte in dat we ze zeggen, maar ook in dat wat ze juist niet zeggen. Contacten voelen soms als een verplichting en even buiten roken vormt een welkome vluchtmogelijkheid.

Het is geen feel good verhaal, maar een greep uit het leven zoals dat kan gaan en met een einde waar je niet blij van wordt, maar dat je wel aan het denken zet. Met hoeveel aandacht voor een ander leef je je leven en laat je blijken wat je echt vindt? ‘Vele hemels boven de zevende’ is een uitspraak van Eva aan haar nichtje Lou die wil weten hoe de eerste kus voelt. Lou moet erom lachen. Later is het lachen haar vergaan. ‘Jezelf vastschroeven geeft misschien houvast, maar maakt niet echt gelukkig,’ denkt een van de hoofdpersonen. Dat lijkt ook de belangrijkste conclusie uit dit verhaal.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten