Gelijk op de eerste pagina wordt je als lezer het verhaal in getrokken. Justus, stookt op straat een vuurtje met overbodige spullen, voor hij met Octavia afreist naar Frankrijk. Levensechte dialogen met toegestroomde buurtbewoners en de plaatselijke politieagent (‘Waar zijn wij mee bezig?’) kleuren het verhaal. De moeder van Octavia kon niet tegen de laconieke levenshouding van haar man en dochter en heeft hen daarom verlaten. Samen kunnen ze het echter prima vinden.
Met de nodige humor en een lichtvoetige verteltrant verhaalt Vogels over de reis van het tweetal en wie ze onderweg zoal ontmoeten. Met een kapotte Jeep stranden ze bij een boer, die ze op zijn land blijken te kunnen helpen. Een voorbij komende dandy wil zijn eend ruilen voor de Jeep en zo kunnen ze weer voort. ‘De koren- en zonnebloemvelden beginnen al te kleuren. De eend pruttelt rustig langs de Franse Route National.’ Met eenvoudige streken schildert de schrijver zijn aangenaam leesbare verhaal. Toch blijft het niet bij een simpel reisverhaal wat rustig doorkabbelt. Op het kasteel van een wijnboer in Zuid Frankrijk waar het stel terechtkomt en vervolgens ook aan het werk gaat, blijken onder alle luchtigheden enige verwikkelingen te spelen. De boer en zijn personeel hebben door het verleden aangetaste relaties, die alle betrokkenen uiteindelijk parten spelen. Ook voor het reislustige duo heeft dit gevolgen en het biedt hen uiteindelijk een onverwachte toekomst. Een onderhoudend verhaal met een onverwachte wending!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten