Als zijn vriendin hem laat weten een kind te willen, brengt dit hem uit zijn veilige positie. Hij was al een einzelgänger, maar deze wens maakt hem zo mogelijk nog zonderlinger. Hij observeert hem onbekende mensen en haalt zich vreemde dingen in zijn hoofd over de door hem op te richten School voor Kalmering. Met dit project probeert hij zich een houding te geven tegenover een oude bekende wiens ster ver gerezen is.
‘Verscheidene keren per dag (nu weer) wil ik me verontschuldigen voor het feit dat ik eenzaam ben. Toch ben ik niet echt eenzaam, en ook voel ik me niet schuldig. Het is misschien niet in de haak dat het alleen-zijn me steeds beter bevalt’, zo redeneert Gerhard. Wilhelm Genazino grijpt de redeneertrant van de filosoof volop aan om zijn levensfilosofie te verkondigen. Daarbij laat hij de dunne lijn zien waarop de hoofdpersoon balanceert tussen normaliteit en gekte. Als hij uiteindelijk naar de laatste pool doorslaat, ben je als lezer al een heel eind met hem meegegaan in die richting zonder hem uitgesproken gek te vinden. Maar de afstand tot zijn vriendin wordt te groot en zij brengt hem naar een inrichting. De zekerheid van die omgeving biedt hem opnieuw een soort van geluk. Een goed geschreven verhaal met mooie gedachtenkronkels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten