zondag 10 november 2013

Mélodie d’amour

Margriet de Moor zet met haar laatste boek vooral een sfeer neer. Een sfeer waarin liefde allesbepalend is, maar waarin sommige ongelukkige situaties ook onafwendbaar zijn. Het gaat over liefdes tussen minnaars, tussen echtgenoten, maar ook over de liefde tussen broer en zus. Over  hoe verschillende liefdes naast elkaar kunnen bestaan en elkaar versterken en hoe ze mensen uit elkaar kan drijven. En hoe ziekte en dood een mensenleven kunnen bepalen. Het boek gaat dus over het hele leven.

Maar het is niet echt een verhaal. Het zijn meer een paar portretten. Luuk vormt hierin de centrale persoon. In het eerste deel komen zijn ouders in beeld. Een jong gelukkig stel met vier zoons. Totdat de moeder een vrouwelijke huurder in huis haalt, waarmee ze achteraf bezien haar eigen ongeluk binnen heeft gehaald. Ze wordt ziek en wil haar man nooit meer zien. De manier waarop De Moor dit portret beschrijft is een kunst. Ze doet dit bijna terloops, terwijl het toch om grote thema’s gaat.

Het tweede portret gaat in op de minnares van de, inmiddels getrouwde, Luuk, door de schrijfster ‘zijn jammerlijk stuk vrouwmens’ genoemd. Het is een enigszins onevenwichtige vrouw die bij de eerste aanblik op hem valt en hem, ondanks haar zogenaamde verlegenheid, weet te strikken. Als het  uiteindelijk toch niet loopt zoals ze had gewild, lijkt ze in staat hem te doden.

Het derde portret biedt een blik op de minnares en haar broer. Ze verliezen op jonge leeftijd hun ouders en zijn al vroeg zelfstandig geworden. Hun onderlinge liefde is heel sterk. Als zij een beste vriendin krijgt, wordt dit de vriendin van haar broer, zonder dat dit tot scheve gezichten leidt. Als ze uiteindelijk ook haar broer verliest aan de dood, vlucht ze zo snel mogelijk een huwelijk in, dat niet lang stand houdt.

Tot slot lezen we het verhaal bam Myrte, de vrouw van Luuk. Ook zij heeft haar eigen zoektocht in de liefde en voelt een enorme hartstocht voor de vader van haar vriendin. Als je het zo allemaal op een rijtje zet, lijkt het een onwaarschijnlijk verhaal. Toch is dat niet zo. Margriet de Moor weet alles levensecht te verwoorden en grijpt de onderlinge verbanden van de hoofdpersonen aan om een beeld te geven van de diverse gedaantes die de liefde kan aannemen.
De tijd verstrijkt gedurende het boek van de jaren vijftig vorige eeuw tot het heden. Ook de plaatsen waar de personages zich bevinden veranderen. Het is symbolisch dat de een baggeraar is, de ander archeoloog en de volgende docent klassieke talen. Het leven gaat tenslotte ook om het ploeteren in de modder en het duiden van het gebeurde. Het boek is een mooie aaneenschakeling van portretten in een meanderende verteltrant.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten