zaterdag 10 maart 2012

De gezusters van Vloten

Eind negentiende eeuw trouwden de drie relatief vrij opgevoede zussen van Vloten elk met een kunstenaar. De kunstenaars waren onderling verbonden in ‘De Tachtigers’. Zo trouwden Martha, Betsy en Kitty respectievelijk met Frederik van Eeden, Willem Witsen en Albert Verwey. Frederik was schrijver en arts, Willem beeldend kunstenaar en Albert dichter, criticus en literatuurhistoricus. Over de kunstenaars is aardig wat bekend, over de vrouwen echter maar weinig. Reden genoeg voor Cornelie van Ouden en Pieter Stokvis om in ‘De gezusters van Vloten’ (2007) het verhaal van deze welgestelde dames en hun geliefden te vertellen.  

De zusters kregen een degelijke opvoeding en een goede basiskennis door het onderwijs op de middelbare meisjesschool. Zij voelden zich vervolgens vrij om taal- en literatuurstudies te volgen in binnen- en buitenland. Ook volgden ze de diverse publicaties van hun vader met zijn verlichte ideeën. Hun intelligentie en culturele bagage maakte hen aantrekkelijk voor de kunstenaars waarmee ze zouden trouwen.    
Deze drie bekende mannen waren overigens niet de enigen waarmee de zussen een relatie hebben gehad. En van de drie kunstenaarshuwelijken hield alleen dat van Kitty en Albert stand. Frederik beleefde buitenechtelijke liefdes en was in eerste instantie heel krampachtig in het vasthouden aan zijn huwelijk, ingegeven door de tijdgeest. Ook richtte hij de kunstenaarskolonie ‘Walden’ op waar Martha niets mee had. Ook Willem had andere liefdes, die het huwelijk van Betsy en hem bedreigden.

Opvallend is dat hoe moeilijk deze huwelijken ook verliepen, de zussen wel op hun eigen manier hun draai vonden in het leven door het een zinvolle invulling te geven die voldoening schonk. Zo wijdde Martha zich aan het moederschap en aan haar functie als gastvrouw voor bevriende kunstenaars. Met bepaalde gewoonten uit die tijd braken ze; zo had Kitty geen ingeregen taille en liep ze buiten zonder hoed. Voor hun tijd waren ze heel vooruitstrevend. Ook het gegeven dat ze alle drie in gemeenschap van goederen trouwden, was toen bijzonder. Of het ook verstandig was, is weer een ander verhaal.
Betsy had dichterlijke aspiraties en Kitty lijkt als enige van de drie schrijftalent te hebben gehad. Echter, om haar naam onder haar werk te zetten, was destijds nog een stap te ver. Ondanks hun vrije opvoeding vervulden ze toch overwegend de rol van geliefde, troosteres, muze en literair agente.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten