zaterdag 5 april 2014

Echt zien (3)

Louis Couperus brengt na zijn roman ‘De stille kracht’ een verhaal naar buiten waarin hij zijn persoonlijke ervaring met dit fenomeen beschrijft. Tijdens zijn Indische verleden ervaart hij in de badkamer een ontmoeting met een geest. Dit vormt vervolgens de inspiratie voor de roman. Bij het verhaal benadrukt de schrijver dat het ‘waar gebeurd’ is. Hij wil overbrengen wat hij heeft gezien. ‘De stille kracht’ is een roman over zien en het onvermogen om te zien. Bij veel van de personages staan de verhalen tussen henzelf en de realiteit in.

De psychiater in ‘De logica van het moorden’ van Aifric Campbell maakt de levens van zijn patiënten tot verhalen. Hiertoe experimenteert hij met hun levens, ongeacht hun pijn of verdriet. Uiteindelijk blijkt hoe eenzaam deze man is, ondanks zijn nauwe betrokkenheid bij de levens van al zijn patiënten. Zijn verbeelding is een gevangenis die zich niet opent naar de wereld.

Zowel Couperus als Campbell laten zien dat de verbeelding die in zichzelf opgesloten raakt, je verhindert te zien. Dit in tegenstelling tot de gangbare gemeenplaats dat de verbeelding je juist de ogen opent. Als schrijvers in een bepaalde groef blijven hangen, zijn hun romans niet langer vernieuwend. Zelf heeft Bas Heijne ook het idee dat de roman hem veel vaker afstompt in plaats van scherpt. Een schrijver dient zijn blik, maar ook zijn taal te vernieuwen om sleetsheid te voorkomen. Anders worden verhalen bevestigend, eenduidig en voorspelbaar en is het einde van fictie als iets dat wat toevoegt aan het leven in zicht.

Wat romanschrijvers doen, is niet een menselijk vacuüm vullen met mooie, zingevende verhalen; ze verzetten zich juist tegen de gesloten verhalen waarmee de mens het leven naar zijn hand wil zetten. Het lijkt erop dat de roman zich kan bewijzen in een tijd van heersende ideologieën, maar dat dit niet lukt in een cultuur waarin steeds minder een gemeenschappelijke basis bestaat. Als de literatuur er niet langer toe doet, wordt ‘echt zien’ niet meer als waardevol beschouwd. Dan vormen vermaak en verdoving de belangrijkste effecten van verhalen.

Tot slot merkt Heijne op dat als je de verhalen uit je omgeving via diverse media tot je laat komen, je merkt dat de mens nog steeds erg menselijk is. In onze huidige tijd verhinderen de diverse media vaak het zicht op de wereld. Om de blik van de lezer te verruimen moet een schrijver morele betrokkenheid tonen en telkens een nieuwe blik werpen. Echt zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten